loop nog even een aantal van die punten met u door.
De schoolverlaters.
Mijn fractie vond dat de schoolverlaters vooral in het eerste
halfjaar een onredelijk hogere uitkering zouden krijgen ten
opzichte van bijvoorbeeld de alleenstaande vrouw van 52 die
een kamer huurt en geen direct uitzicht op reguliere arbeid
heeft. Wij vergeleken in die commissievergadering de school
verlater met zijn laatstverdiende inkomen, namelijk de bij
drage vanuit de Wet studiefinanciering. De dienst heeft ons
overtuigd dat wij in deze keuze de vergelijking moeten doen
met de leeftijdsgenoot al zittend in de bijstand. Wat dat
betreft kunnen wij thans dat gedeelte van het collegevoorstel
volgen. Ik wil nog wel kwijt dat de gedachtengang achter de
toch redelijke argumentatie, die wij als WD-fractie daarop
hebben ingebracht, nog overeind staat. Maar wij stemmen dus
verder wat betreft het voorstel van het college in met dit
onderdeel
De alleenstaande kamerbewoners en leden van woongroepen.
Dat deze groepen onevenredig zwaar zouden worden getroffen
doordat wij in het nieuwe model ervan uit zouden gaan dat er
gedeeld kan worden, is voor de fractie van de WD reden om
enige reparatie te gaan bewerkstelligen. Samen met de frac
ties van PvdA, D66 en PAL/GL zijn wij met een voorstel geko
men dat reeds voorgelezen is door de heer Roekiman. Wij zijn
daarmee tevreden voor zover je het woord "tevreden" mag
gebruiken als het gaat om het wat eerlijker verdelen van
Wij hopen dat het college dit voorstel zal overnemen.
Binnen de bijzondere bijstand moet volgens ons de mogelijk
heid blijven bestaan uitkeringsgerechtigden individueel te
toetsen zodat die groep niet afglijdt onder de norm. Vervol
gens pleit mijn fractie voor een budgetbegeleiding. Wij
wachten wat dat betreft aanbevelingen hierover af.
Wij zouden nog graag willen weten van de wethouder of er al
inzicht is bij de andere gemeenten, met name de omliggende
gemeenten. Deze vraag is door de WD-fractie ook al in de
commissievergadering gesteld. Het zou onredelijk zijn dat
omliggende gemeenten een andere soort regeling zouden gaan
treffen. Wij zouden graag willen weten of daar al iets meer
over bekend is
U zult begrijpen dat wij de ingediende motie, die wij mede
hebben ondertekend, van harte zullen ondersteunen.
24
De heer Jacobse: In de commissie hebben wij al aangegeven dat
wij liever een landelijke regeling hadden gezien, echter een
meerderheid van deze raad is wel blij met deze decentralisa
tie en dat hebben wij te accepteren en te respecteren.
Gezien de al zeer slechte financiële positie van veel uitke
ringsgerechtigden moet de Bijstandsverordening zo ruimhartig
mogelijk worden opgezet, echter onder restrictie dat zij wel
uitvoerbaar moet zijn in praktische zin en binnen de finan
ciële kaders die er thans voor staan. Ervan uitgaande dat dit
voorstel afkomstig is van een door linkse partijen gedomi
neerd college en dit voorstel verdedigd werd door een wethou
der van GroenLinks, gingen wij ervan uit dat dit voorstel
binnen de gegeven randvoorwaarden, waar ook het college
vanuit ging, het meest ruimhartig en rechtvaardig was. In de
commissie hebben wij uw voorstel dan ook gesteund. In die
commissievergadering bleek dat uw voorstel in ieder geval op
een, zij het wellicht krappe, meerderheid in deze raad kon
rekenen. Gezien echter het belang van de problematiek achtten
ook wij het wenselijk dat er nog eens gekeken zou worden of
er niet een voorstel mogelijk was dat door de raad breed
gedragen zou worden. Wij hebben de PvdA-fractie dat ook
gesuggereerd. Ik heb begrepen dat er ook een overleg is
geweest. Vraag in deze is: waarom zijn wij daarvoor niet
uitgenodigd? Bij het overleg rond de Perspectiefnota gaf de
PvdA-fractie als reden op dat wij met onze inzet daar te ver
van de andere partijen af stonden. Thans kan dat de reden
niet zijn, immers de standpunten van de PvdA-fractie en die
van ons in de commissie kwamen vrijwel overeen. Nu weet ik,
sinds de collegevorming, dat de PvdA-fractie de partij van de
argumentenzoekers is, maar enige consistentie lijkt mij
bestuurlijk goed, vandaar dat ik aan het adres van de colle
gepartijen in zijn algemeenheid en aan de PvdA-fractie in het
bijzonder hier toch nog eens aandacht voor vraag. Het is niet
goed dat de collegepartijen onderling de zaak vast regelen,
zodat dit debat verder zinloos is. Het feit dat wij vantevo-
ren over de uitkomst van de besprekingen worden ingelicht,
maakt dat niet goed. U benadrukt dat er twee groepen in deze
raad zijn: collegepartijen die mee mogen praten en niet
collegepartijen.
Uiteraard mag de bijstandsgerechtigde en de problematiek niet
lijden onder onze politieke manier van werken. Indien wij
uitgenodigd waren, hadden wij, gezien onze uitgangspunten een
zo ruimhartig mogelijk beleid binnen de financiële grenzen en
gezien onze wens om een zo breed mogelijk draagvlak in de
raad te creëren hiervoor, ingestemd met het compromis. Dat
doen wij nu dus ook. Wij zullen derhalve het amendement
steunen en daarna uw gewijzigd voorstel.
25