De heer Gros: Per 1 januari 1996 treedt de nieuwe Algemene
Bijstandswet in werking. Hierbij ontstaat een gedeelde ver
antwoordelijkheid in het kader van de bijstandsverlening
tussen rijk en gemeente. Het rijk bepaalt de basisnormen en
de gemeente dient te zorgen voor een doelmatige uitvoering.
Een en ander heeft haar weerslag gevonden in de nota Toesla-
genbeleid die vervolgens de inspraakprocedure heeft doorlopen
en uiteindelijk juridisch verankerd wordt in de voorliggende
Algemene Bijstandsverordening. Wij kunnen ons vinden in de
uitgangspunten van het gemeentelijke beleid. In de commissie
vergadering hebben wij ons akkoord verklaard met de voorlig
gende verordening. Nadere bestudering en interne discussie
heeft ons geleerd dat met name alleenstaande kamerbewoners
met een huurcontract in het voorstel toch wel te maken krij-
gen met een substantiële inkomensachteruitgang. Onevenredig
hoge woonlasten kunnen waarschijnlijk via de Bijzondere
Bijstand worden ondervangen. Hier is deze groep echter niet
mee geholpen. Nader overleg tussen de collegepartijen heeft
geleid tot de voorliggende motie en bijbehorend amendement.
De hierin voorgestelde variant 50 ML plus 17 ML komt ons
evenwichtig voor. De uitvoeringssystematiek blijft gehand
haafd, wat de uitvoerbaarheid ten goede komt. De kosten van
deze wijziging van plusminus f 100.000,-- op jaarbasis zijn
voor ons aanvaardbaar. De oproep van de CDA-fractie in de
commissie om te komen tot maatwerk lijkt sympathiek, maar kan
leiden tot rechtsongelijkheid in de uitvoering, nog afgezien
van de hoge uitvoeringslasten. Het uitlokken van strafsanc
ties vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen
heid lijkt ons, gelet op de eerder opgelegde strafkortingen,
bestuurlijk ongewenst. Het niet uitvoeren van de aangegane
inspanningsverplichting tot bezuiniging zal zeker leiden tot
een reactie vanuit het ministerie.
Ter afsluiting wil ik mij aansluiten bij de woorden van de
heer Feddema met betrekking tot de uitlatingen in de media
richting wethouder Brinks.
De heer Graving: Ik was niet bij de commissievergadering,
maar ik heb de wethouder wel laten weten dat ook mijn fractie
in grote lijnen het voorstel van het college steunt. Wij zijn
ook voor een ruimhartig toelagenbeleid. Ik ben dan ook be
nieuwd naar de reactie van het college op de motie die nu
voorligt. Afhankelijk daarvan zal ik straks mijn standpunt
over de motie bekend maken.
26
Ik heb wel een vraag over het besluit
Ik wil graag een stuk verduidelijking hebben van de indiener
wat zij bedoelen met punt 2 van het besluit. Mij is het
onduidelijk hoe je een garantie kunt gaan geven voor een
extra bijdrage vanuit de bijzondere bijstand en wanneer dat
niet mogelijk is dat er dan een dergelijke voorziening ge
troffen zal gaan worden. Wat ermee bedoeld wordt, daar zou ik
graag een toelichting op willen hebben.
De heer BiemansMet de invoering van de nieuwe Algemene
Bijstandswet vanaf 1 januari a.s. verandert er heel wat voor
de op de bijstand aangewezen Leeuwarder. Tot nu toe was de
Bijstandswet weliswaar ingewikkeld, maar toch redelijk duide
lijk. Voor iedere inwoner van Nederland die in gelijke om
standigheden leefde was het uitkeringsbedrag ook even hoog.
Dat verandert, dat leidt tot rechtsongelijkheid. De regering
in de Eerste en Tweede Kamer hebben besloten dat de gemeenten
meer vrijheid krijgen bij het uitvoeren van de Bijstandswet.
Daar is op zichzelf niks mis mee, want de gemeente staat
dichter bij de mensen en kan sneller beoordelen wat nodig is
en wat overbodig is. Maar de regering heeft daar wel een
prijskaartje aan gehangen. Landelijk wordt met ingang van
1999 een bedrag van in totaal f 380 miljoen bezuinigd op de
bijstand. Die bezuiniging mag doorberekend worden door de
gemeenten. Dat is voor de gemeenten een uitermate ondankbare
taak om uit te voeren. In de commissievergadering is uitge
breid gediscussieerd over de invoering van de nieuwe ABW.
Voor mijn fractie zijn ook na die commissievergadering twee
punten van belang. Allereerst de ingangsdatum. Weliswaar
wordt de nABW op 1 januari 1996 van kracht, de bezuiniging
van f 380 miljoen geldt pas vanaf 1999. Tot dat moment kan
90% worden gedeclareerd bij het rijk. Wel zal de komende
jaren het bezuinigingsbedrag geleidelijk worden opgevoerd. De
Vereniging van Nederlandse Gemeenten is met de regering een
inspanningsverplichting aangegaan om dat bedrag te halen.
Mijn fractie heeft met deze inspanningsverplichting grote
moeite. Immers wij hebben te maken met de zwakste inkomens
groep in Leeuwarden. Bovendien is het in deze gemeente een
helaas behoorlijk omvangrijke groep. Leeuwarden telt boven
dien, dat is een tijd geleden ook in landelijke dagbladen
gepubliceerd, acht wijken die tot de armste van Nederland
behoren. Tegen zo'n achtergrond worden bezuinigingen op de
hoogte van de bijstandsuitkeringen moeilijk. Als je dan al
moet bezuinigen, moet dat naar de overtuiging van mijn frac
tie pas op het allerlaatste moment gebeuren, volgens ons is
dat dus pas per 1 januari 1999. Gelet op die bijzondere
27