Wat de heer Biemans nu steeds doet is dat hij zegt: waarom nodigen jullie ons niet uit, waarom bellen jullie niet of gaan jullie niet met ons om de tafel? Het omgekeerde had ook gekund, de CDA-fractie had ook kunnen proberen om een meer derheid in deze raad ertoe te bewegen om het met haar eens te zijn. Dat heeft de CDA-fractie ook niet geprobeerd. Vanmorgen kreeg ik een telefoontje, maar toen wist de heer Biemans net zo goed als ik dat de situatie er lag zoals die er lag. Maar ik wil ook de weg niet afsluiten, want het is geen onwil, ik denk dat dat van hun kant ook niet zo is, om te proberen met elkaar tot bepaalde meningsvorming te komen. Maar ik denk wel dat de CDA-fractie zal moeten respecteren, en er ook in de dagelijkse gang rekening mee zal moeten houden, dat er binnen collegeverband nog wel eens wat overleg gevoerd zal worden tussen partijen waar zij niet bij is.) De heer Den Oudsten hoort mij niet zeggen dat wij in alle gevallen erbij moeten zitten, maar op het moment dat hij een criterium gaat stellen als het onderschrijven van een collegeprogramma als het criterium voor meepraten met de overige collegepartijen als niet collegepartijen, dan zeg ik dat als hij werkelijk een aantal maanden geleden het pleidooi - hier breedgedragen overigens - voor monisme in de raad in plaats van een dualis tisch systeem heeft gehouden, dan kan dat niet als argument door hem naar voren gebracht worden. Dat heeft hij hier wel gedaan. Dat staat los van het feit of er meegepraat is of niet; of er vroegtijdig of laat getelefoneerd is en door wie er getelefoneerd is. Het feit blijft dat hij dit niet als argument naar voren kan brengen. (Mevrouw De Bruin: Dit onderwerp wordt aanstaande woensdag behandeld in de Commissie Bestuur en Middelen, dan hebben wij het over de bestuurscul tuur. Op dit moment gaat het over de herziening van de Alge mene Bijstandswet en daar zouden wij het op dit moment ook over moeten hebben.) (De Voorzitter: Ik zou datzelfde voor stel willen doen. Wij hebben vanavond - op zichzelf is dat heel terecht - een aantal keren de discussie gevoerd over hoe fracties met elkaar omgaan, ik denk dat dit een buitengewoon belangrijk onderwerp is. Mag het zo zijn dat de fractie daar eens met elkaar over van gedachten gaan wisselen, opdat wij - hoe interessant ook en zeker op dit moment waar het hier zo gelopen is - in de toekomst iets minder tijd hoeven te beste den in deze raad aan procedures. Ik stel voor dat de heer Biemans zijn tweede termijn vervolgt.) Ik ben nog uitgedaagd om in te gaan op de onderbouwing van ons standpunt. Wij hebben een hele tijd geleden een stuk besproken in de Commissie Economische en Sociale Zaken waarvan wij destijds gezegd hebben; als denkkader kunnen wij hierin wel wat zien, 42 wij willen graag de uitwerking verder bekijken. De uitwerking ligt nu voor en wij constateren dat die ver afwijkt van wat wij ons daar van voorgesteld hadden. Dat standpunt zal zeker voor een aantal organisaties, waar ik in het verleden ge sprekken mee gehad heb lang voordat er sprake was van een rolwisseling van mijn fractie in deze raad, helemaal niet verbazingwekkend overkomen, want ik heb dat standpunt daar ook gehuldigd. Er kan derhalve geen enkel verband zijn met onze rolwisseling. Misschien is het zo dat de heer Den Oud sten hoopt dat er in Leeuwarden zoiets gebeurt als wat er landelijk gebeurt, waar men wacht op de CDA in een oppositie rol. Misschien komt dat voor de heer Den Oudsten hier wat te snel Het zal duidelijk zijn dat de motie die door de vier college partijen is ingediend ons niet ver genoeg gaat, omdat wij uitstel wensen en een verdergaande individualisering. Wij geven daarom geen steun aan die motie, inclusief de daaraan verbonden amendementen, waarvan ik mij overigens afvraag of die procedureel gezien niet afzonderlijk in stemming moeten worden gebracht Onze moties handhaven wij. Bij afwijzen van die moties is de consequentie dat mijn fractie tegen het collegevoorstel zal stemmen De heer Gros: Gelet op mijn betoog in eerste termijn zal het u niet verbazen dat wij de beide moties, ingediend door de CDA-fractie, niet zullen steunen. Nog even reagerend op de opmerking van de heer Biemans Interne discussie en discussie met onze achterban en de mogelijkheid de een verregaande ruimhartiger beleid mogelijk gemaakt wordt door deze motie heeft hierbij de doorslag gegeven. Wij laten ons niets opleggen, mijnheer Biemans. De heer Den Oudsten: Nog twee korte opmerkingen. Ten eerste dat ik in de eerste termijn een vraag heb gesteld aan de wethouder die hij nog niet heeft beantwoord. Misschien kan hij die in tweede termijn toch nog beantwoorden. De tweede opmerking is dat het wel lijkt alsof de discussie tussen de CDA-fractie en de PvdA-fractie en ook enige andere partijen belangrijker is dan het onderwerp op zichzelf. Dat is natuurlijk niet het geval, maar wij hebben daar onze standpunten over. Ik denk ook dat die nu niet meer zullen 43

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 22