De heer Jacobse: De administratieve organisatie van de Fries landhal voldeed op geen enkele wijze aan de normen die in redelijkheid mogen worden gesteld en binnen de Frieslandhal- organisatie hadden personen meerdere petten op die op z'n minst als ongewenst moesten worden gezien. Het personeel is niets te verwijten, omdat de verantwoordelijke politici op de hoogte waren dan wel konden zijn en geen maatregelen hebben genomen dan wel situaties hebben geaccepteerd. Uitkomsten van het extern onderzoek. Met de acceptatie van de jaarrekening zou min of meer hier decharge voor worden gegeven. Hoewel wij ons realiseren dat het meer een gebaar is dan dat het wat aan de situatie veran dert, hebben wij toch gemeend niet goed te moeten keuren wat niet goed te keuren is. Derhalve zullen wij geen goedkeuring geven aan de jaarrekening van de Frieslandhal. Mevrouw Van Ammers (weth.)De heer Jacobse van de NLP-frac- tie stelt hier geen vragen over. Ik heb begrepen dat in de commissie dit al meerdere malen uit en treure, weliswaar terecht, aan de orde is geweest. Hij geeft geen goedkeuring aan de jaarrekening, hier nemen wij kennis van. Ik denk dat wij het met elkaar eens kunnen zijn, mijnheer Jacobse, dat wij blij zijn dat deze problemen tot het verleden behoren en dat wij blij zijn dat de Frieslandhal inmiddels verzelfstan digd is en met een duidelijk positief resultaat. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de NLP-fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd. Punt 16 (bijlage nr. 129). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling van de gemeentere kening en de jaarrekening van de Dienst Sociale Werkvoor ziening over het dienstjaar 1994 en bestemming van het resul taat 1994, alsmede het instellen van een egalisatiefonds rioleringen 50 Mevrouw Tiemersma: De jaarrekeningen moeten samen met de Marap's een helder inzicht verschaffen in de mate waarin de doelstellingen, zoals vastgelegd in de begroting, zijn gerea liseerd. Hierdoor wordt het voor ons als raad mogelijk om op een goede manier sturing te kunnen geven aan het beleid. Vanavond stellen wij gelukkig op tijd de jaarrekening 1994 vast. Over de Marap's beschikken wij nog niet helemaal op tijd, maar de mening van de CDA-fractie daarover is inmiddels genoegzaam bekend. De eerste Marap's over 1995 worden binnen kort in de commissies behandeld en ik ben benieuwd om van de wethouder te horen of wij voor wat betreft de tweede Marap nog steeds op schema zitten. Helaas hebben wij door het strakke tijdschema er voor moeten kiezen om de dienstrekeningen niet vooraf in de functionele commissies te bespreken. Ook heeft de Commissie voor de Reke ning, die vanavond is geïnstalleerd, nog niet kunnen advise ren over de rekening die voor ons ligt. Wij vinden dat jammer en ik ben dan ook blij met de toezegging die de wethouder vorige week heeft gedaan om de dienstrekeningen alsnog in de functionele commissies te bespreken om op die manier inhoude lijk in te kunnen gaan op wat er van het beleid is gereali seerd. Toch ligt er voor de eerste keer een jaarrekening op hoofd lijnen voor ons. Mijn complimenten daarvoor. Wat ik echter mis in de jaarrekening op hoofdlijnen is een risicoparagraaf. Mijn fractie vindt deze paragraaf een essentieel onderdeel van zo'n rekening op hoofdlijnen. Meer inzicht in de aard en omvang van risico's is voor de raad noodzakelijk om duide lijkheid te kunnen krijgen over de gewenste vermogenspositie van de raad. Wij kunnen dan pas echt bepalen hoe hoog de gemeentelijke vrij besteedbare reserves moeten zijn. Nu is dat absoluut nog niet duidelijk genoeg. Ik zou dan ook aan de wethouder willen verzoeken om aan deze risico-analyse hoge prioriteit toe te willen kennen. Om in de toekomst nog betere inschatting te kunnen maken van de risico's die wij als raad lopen en om te kunnen bepalen of doelstellingen daadwerkelijk gerealiseerd worden, hebben wij al in 1993 een motie inge diend om te komen tot een soort vaste indeling van raadsvoor stellen waarin een aantal ijkpunten van beleid worden meege nomen. Ik denk aan aspecten zoals evaluatiemomenten, financi ële consequenties van raadsvoorstellen, veiligheid, milieu, etc. Die motie is overgenomen door het toenmalige college. Vervolgens is er niets gebeurd. In de algemene beschouwingen van 1994 heeft de burgemeester toegezegd dat wij op korte termijn zo'n voorstel tegemoet konden zien. Wij zijn nu tien maanden verder en ik zou graag van de wethouder willen weten hoe lang binnenkort nog duurt 51

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 26