een apart raadsbesluit een aantal spelregels voor ingesteld.
Het lijkt mij heel verstandig om diezelfde spelregels van
toepassing te verklaren op dit nieuwe egalisatiefonds riole
ringen. Om die reden heb ik een motie opgesteld.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 11 september 1995;
kennis genomen hebbende van
het voorstel van het college van burgemeester en wethou
ders tot het instellen van een egalisatiefonds riolerin
gen;
overwegende dat
voor het instellen van een egalisatiereserve een aantal
bindende procedure-afspraken nodig is;
besluit
de bindende procedure-afspraken vast te stellen overeen
komstig deze afspraken voor de egalisatiereserve afval
stoffen zoals vastgesteld in de vergadering van de ge
meenteraad van 29 september 1994, bijlage nr. 183, en de
limietbedragen vast te stellen op minimaal f 0,00 en
maximaal f 1 miljoen;
en gaat over tot de orde van de dag
Ik wil ook wel toelichten hoe ik aan het bedrag van f 1
miljoen ben gekomen. Wij hebben voor de afvalstoffen een
limiet gesteld van f 1,5 miljoen. Wij hebben te maken met een
afvalstoffenheffing van f 360,-- per huishouding per jaar, op
dit moment is de heffing voor de riolering nog aanzienlijk
lager, maar die zal in de toekomst aanzienlijk moeten stijgen
en de schattingen zijn dat die toegaan naar f 200 tot f 240
en dan zitten wij dus met een verhouding van uitgaven afval
stoffen rioleringen van ongeveer 3 2 en zo kom ik op de
verhouding f 1,5 en f 1 miljoen.
Verder kan ik meedelen dat mijn fractie, in tegenstelling tot
vorig jaar, instemt met de jaarrekening 1994.
De Voorzitter: Beide ingediende moties maken deel uit van de
beraadslagingen
De heer Brok: Graag wil ik namens mijn fractie ook nog een
aantal opmerkingen maken over de rekening van 1994.
Over het algemeen mist mijn fractie in praktisch heel deze
rekening iedere vorm van output-registratieDat betekent dat
van geen bedrag gezegd kan worden of dit teveel, te weinig,
54
absurd teveel of misschien zelfs wel bijzonder doelmatig
besteed isDe gegevens met betrekking tot de produktie
ontbreken namelijk. Dit houdt in dat de jaarrekening input
georiënteerd is. Onze begroting kent ook een historische
basis met een nadeel dat als de kosten altijd al te hoog
waren, zij te hoog blijven, zonder dat dit door raadsleden
werd opgemerkt. Anders gezegd, ieder inzicht in de effectivi
teit en doelmatigheid van het gemeentelijk apparaat moeten
wij op grond van deze rekening ontberen. Een intergemeente
lijke vergelijking kan hier de noodzakelijke helderheid
scheppen, maar dan dient de produktie bekend te zijn. Deze
jaarrekening en de begroting die hieraan ten grondslag heeft
gelegen geeft onvoldoende invulling aan het primaat dat de
politiek heeft. Een dergelijke rekening komt niet het demo
cratische gehalte van het binnenlands bestuur ten goede en
biedt onvoldoende mogelijkheden om invulling te geven aan de
autorisatiefunctie die politici dienen te vervullen. Raadsle
den hebben met een dergelijke constructie immers geen enkel
benul van de waarde van de getallen die hier vermeld staan,
laat staan van het proces dat ten grondslag heeft gelegen aan
het opstellen van deze getallen.
De WD-fractie is benieuwd wanneer wij kunnen gaan werken met
een output begroting en ook rekening. Kan het college ons
toezeggen dat bij de behandeling van de rekening over 1995
een en ander geregeld is? Mijn fractie is van mening dat door
middel van een produktbegroting wij een meer adequate invul
ling kunnen geven aan onze verantwoordingsfunctie. Wij kunnen
dan immers de ambtelijke bedrijfsvoering op doelmatigheid,
effectiviteit en rechtmatigheid beoordelen. Dan kunnen wij
ook beter beoordelen hoe het komt dat in onze gemeente de
perceptiekosten bij de belastingopbrengst 8,4% zijn, terwijl
dat in Den Helder maar 2,3% en in Den Bosch maar 1,2% is en
ook waarom een kilometer weg in onze gemeente f 30.000,--
kost en in Rotterdam maar f 21.000,--.
Als wij naar de rekening op zich kijken en naar de uitkomst
er van, dan kunnen wij niet anders dan de conclusie trekken
dat wij op de goede weg zijn. Er moet nog veel worden verbe
terd, maar mijn fractie denkt dat wij de goede kant opgaan.
Echter, wij moeten buitengewoon voorzichtig blijven. De ge
meente Leeuwarden is kwetsbaar en wij moeten ons niet aan
gevaar blootstellen. Wie blootsvoets gaat, moet geen distels
zaaien. Voorzichtigheid blijft geboden. Dat betekent ook
verstandig omgaan met reserves, het verder doorvoeren van het
financieel management en zorgen dat de lastendruk in onze
gemeente niet verder toeneemt
55