De heer Jacobse: Even reagerend op een aantal mensen. Mevrouw Tiemersma heeft gelijk als zij zegt dat de CDA-frac- tie al enige jaren, met de mond in ieder geval, beleid dat zij voor lastenverlichting is, alleen toen zij in het college zat, heeft zij dat nooit in daden omgezet. Ik hoop toch niet dat zij nu verwacht van de WD-fractie en van ons dat wij dat beleid gaan steunen. (Mevrouw Tiemersma: Ik wil de heer Jacobse even herinneren aan de motie die wij vorig jaar hebben ingediend toen het ging over de tarieven van de OZB.) (De heer Brok: Nu raak ik ook even het spoor bijster. Wanneer heeft mevrouw Tiemersma die motie dan ingediend? Mij is bekend dat zij bij de Perspectiefnota namens haar fractie opeens met een motie kwam waarin zij pleitte voor miljoenen lastenverlichting. Dat kenden wij niet van de CDA-fractie, want dat hebben zij nooit gedaan toen zij in het college zaten.) (De heer Greving: Toen was er de financiële ruimte ook niet voor, die dreigt er nu te komen.) (De heer Timmer mans (weth.): Zullen wij nu de geschiedschrijving even met rust laten en ons gewoon richten op het onderwerp. Ik denk dat de discussie helder is, ik stel voor dat de heer Jacobse zijn betoog voortzet.) In de eerste termijn hebben wij niet gereageerd op de motie van de heer Greving omtrent de rioolretributie. Uiteraard zijn wij voor die motie. Wat zou je ook een laatste wens van een vertrekkend raadslid moeten weigeren? De heer Greving: Dan heb ik nog een paar wensen. Mevrouw De Haan heeft gezegd dat er nu ineens wat voorstellen uit de hoge hoed komen van de kant van het college om een deel van het overschot toch maar te bestemmen voor een aantal nijpende zaken, wij zullen de volgende keer de koninklijke weg gaan. Ik vind dat op dit moment de koninklijke weg ook wordt gegaan, met name ook vanuit de dienst Algemene Zaken en vanuit het Facilitair Bedrijf. Men heeft daar in de jaarreke ning een fors overschot weten te behalen van f 1,6 miljoen. Het was niet zo moeilijk geweest om boekhoudkundig een aantal zaken die nu op het verlanglijstje staan er in onder te brengen. Toch vraagt een dergelijke dienst heel fatsoenlijk aan ons om een deel van dat overschot te mogen bestemmen. Ik vind dat de koninklijke weg. Wij hebben ook een aantal dingen bij de Perspectiefnota al onder ogen gezien, toen ging het om wensen en verlangens voor de opstelling van de begroting, dan vind uiteindelijk pas de besluitvorming plaats. Wanneer er nu een overschot is die ons buiten die bandbreedte brengt, dan 66 mag ik collegepartijen er toch aan herinneren dat er een bandbreedte is en dat wij die kunnen benutten. Het zijn geen nieuwe dingen die op dit moment naar voren komen, ook als het gaat om de knelpuntenpot Stadsbeheer. Ik zou er toch bij de raad op willen aandringen om nu die besluitvorming te doen. Wat mij betreft mag u dat ook als de echt laatste wens van mij bestempelen, want het zit mij een beetje dwars, dat ik wegga met dit onderhoudsniveau van de stad. De heer Bakker: Ik wil nog even kort ingaan op dat onderhoud. Hier in de raad en ook in de commissie is meerdere keren door onder andere onze fractie aangedrongen op inzicht in de mate van achterstallig onderhoud in deze gemeente. Het vorige college heeft aangegeven dat daar een notitie over zou komen. Die is er tot op heden niet. Het is wel belangrijk dat wij zo langzamerhand inzicht beginnen te krijgen in de mate van achterstallig onderhoud, omdat bij de behandeling van de begroting, zoals die er aankomt, in het perspectief dat daar aan vooraf ging en wat wij in juni met elkaar hebben behan deld, nogal de nodige punten werden opgenoemd die onderhoud vergen. Dan heb ik het om te beginnen over de f 2 miljoen per brug die gevraagd wordt. Met f 1 miljoen kom je dan volgens mij ook niet ver en dat is ook nog eenmalig. Ik denk dat wij een discussie moeten gaan voeren over hoe wij dat structureel op moeten lossen. Daar moeten wij bij de komende begrotings behandeling op terug gaan komen. Dat lijkt mij een verstandi ger weg dan nu adhoc f 1 miljoen beschikbaar te stellen. Dat betekent dat wij die motie niet zullen steunen. Ten aanzien van het egalisatiefonds denk ik dat de wethouder een duidelijk antwoord heeft gegeven dat het waarschijnlijk zelfs te weinig zal zijn. Ik weet niet wat nu het college voorstel wordt. (De Voorzitter: Wij brengen de motie in stemming en dan zal blijken hoe men er over denkt.) Onze fractie staat in ieder geval zeer sympathiek tegenover dat gegeven, dus wij zullen hem volgen. De heer Beers: Hoe sympathiek het ook klinkt om iets te gaan doen aan het achterstallig onderhoud, ik denk toch dat wij de motie van de CDA-fractie naar de commissie moeten brengen en dat wij er bij de begrotingsbehandeling op terug moeten komen, want het is natuurlijk een sympathiek voorstel. Wat de motie van de heer Greving betreft, laatste wensen en dat soort dingen. Wij kunnen ons voorstellen dat er een 67

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 34