door het tegenspel van met name de insprekers maakt de wet houder op mij toch af en toe een indruk van nu weet ik het ook niet meer zeker. Laat staan hoe ik het dan zeker moet weten. De wethouder heeft een aantal keren gezegd: ik zal dat uit moeten gaan zoeken. Als wij in die situatie zijn, dan vind ik dat wij het plan even terug moeten nemen om op z'n juridische merites te beoordelen en opnieuw in moeten brengen. Ik heb nog steeds het gevoel dat, als je op 8 au gustus een besluit hebt genomen en het wordt nu weer neergezet terwijl je er eigenlijk niets aan kunt doen, ik niet efficiënt bezig ben geweest. Ik denk dat ik dat mag uiten. Ik vraag het college om even pas op de plaats te maken ten aanzien van het besluit over dit onderwerp. De heer Sluiter: Wat ik nu niet snap, nu weet de wethouder het met terugwerkende kracht ook al niet meer, volgens mijnheer De Vries. Wat nu de teneur een beetje van zijn bijdrage is, is dat niemand het weet, behalve een door een aantal omwonende uit de lucht geplukte advocaat. Misschien zeg ik het in iets te krasse bewoordingen. Er zijn mensen uit de ambtelijke dienst die hiermee gewerkt hebben die je als specialist op dit terrein mag beschouwen, denk ik, die waarschijnlijk alles wat in de stukken ligt zelf mee hebben gemaakt. Zij zoeken iets uit en weten het kennelijk niet. Ook de wethouder zou voortdurend een hou ding gehad hebben in deze zaak van ik weet het eigenlijk ook niet meer. Maar wij krijgen op het allerlaatste moment een brief van een advocaat en dat is dan doorslaggevend. Ik denk dat in de bijdrage van de wethouder net een opening is geboden om dan uiteindelijk toch nog maar eens te kijken wat er nog loos is. Maar een opmerking zoals mijnheer De Vries die heeft gemaakt van: nu weet niemand het meer en neem de hele handel maar terug totdat wij precies bekeken hebben wat er aan de hand zou zijn - alsof er zoveel reden voor die twijfel zou zijn - daar zie ik geen aanleiding toe Mevrouw Van Ulzen: Ik wou ten aanzien van mijnheer Beers zeggen dat de protesten die ik bedoel slaan op 198 9, daar heeft de wethouder geen antwoord op gegeven. In 1989 is er niet geprotesteerd omdat dat bouwplan toen is ingetrokken. Allicht dat je dan niet denkt: dat bouwplan is ingetrokken, maar laat ik voor de zekerheid toch maar gaan protesteren, je kan niet weten, dan heb ik dat maar vast gedaan. Zo zit de mens in de regel niet in mekaar. Je zou bijna moeten gaat adviseren vanaf nu om zoiets wel te doen. 20 De opening van de wethouder willen wij natuurlijk heel graag aanvaarden. Wat ik nu een beetje jammer vind en ook een beetje merkwaardig, is dat ik hem al in de commissie om die opening heb gevraagd, maar toen was hij helemaal niet van plan om daar op in te gaan. Toen heb ik gevraagd, het gaat om een heel groot bestemmingsplan, de rest is allemaal perfect in orde, dat wil ik hem onmiddellijk toegeven, la ten wij dat vaststellen en laten wij dit gedeelte er uit lichten en nog eens met elkaar bekijken. Dat heb ik toen niet gered, daar was ik te vroeg mee. Als de wethouder als nog die kant uit wil gaan, zou ik dat heel plezierig vin den De hear De Jong: Oanheakke oan it foarstel om gewoan troch te gean, wat is der dan op tsjin om üs amendemint as üt- gongspunt te nimmen en dan op'e nij prosedueres te starten yn pleats fan gewoan troch te gean. Dat liket üs nei de omwenjenden de krekte wei en dan kin de saak ek juridysk ütfochten wurde. De heer Beers: Het uitgangspunt van de wethouder lijkt mij het enige juiste. Ik ben bang dat als wij het nu weer hele maal terug gaan nemen, dat het dan ontaardt in een welles nietes spelletje waar het nu al dreigt in te geraken. Ik denk dat wij nu de kwestie moeten afsluiten, er is genoeg over gesproken. Ik heb nog één vraag voor de wethouder, dat betreft de kwestie van de al of niet geldige bouwvergunning. Volgens de wethouder geldt die nog steeds. Ik zou de wethouder wil len vragen om te inventariseren, als dat nodig is, of er nog meer plekken zijn waar een bouwvergunning is afgegeven waar geen gebruik van wordt gemaakt, want dat kan ons mis schien een hoop ellende voor de toekomst besparen. Verder erken ik natuurlijk inderdaad het feit dat er een uitgebreid bestemmingsplan is opgesteld waarvoor zeker com plimenten op z'n plaats zijn en dat ook de tweede bouwver gunning, die is aangevraagd, was om reden van het rekening houden met de bewoners van de Harlingerstraatweg 93. Iets wat ook wel opgemerkt mag worden. De heer Bakker: Eerst even een algemene opmerking. Ik vind het niet netjes als in de raad gesproken wordt over uit de lucht geplukte advocaten of andere medeburgersIk bedoel te zeggen dat ik vind dat wij toch serieuzer moeten blijven naar burgers toe. Mijn fractie wil dat ook zo hou- 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 11