den.
Het bestemmingsplan verdient, zoals de wethouder zegt, alle
lof, maar dat geldt natuurlijk ook voor het volgende be
stemmingsplan BloemenbuurtMaar het bestemmingsplan Vosse-
park had het bijzondere dat daar een beeldkwaliteitsplan
aan ten grondslag heeft gelegen. Dat was de eerste keer in
deze gemeente en dat is ook goed geslaagd.
Dan het probleem Harlingerstraatweg-Bilderdijkstraat.
Wij kunnen nu twee dingen doen, concludeert mijn fractie.
Wij kunnen het bestemmingsplan laten aansluiten bij de
bouwvergunning zoals die is afgegeven, maar wij kunnen ook
de insteek van de heer De Jong kiezen en de bestaande plan
voorschriften handhaven. Mocht de bouwvergunning terecht
zijn afgegeven, dan zitten wij dus niet met een probleem,
mocht dat wel zo zijn dan zitten beide partijen met een
probleem
Ik wou graag twee minuten schorsing vragen na de termijn
van de wethouder, om dan nog even met elkaar te bespreken
wat wij gaan doen.
De heer Stoker: De woorden van de wethouder over de geldig
heid van het bestemmingsplan en de opening die hij daarbij
geeft, is voor mijn fractie voldoende om in te stemmen met
het voorstel dat hier voor ligt.
De heer Timmermans (weth.)De heer De Vries kwam nog even
terug op een verwarring die ik blijkbaar opgeroepen heb. Ik
heb helemaal geen verwarring opgeroepen. Wat aan de orde
was dat wij als college een stellingname hadden in genomen
en dat aan de raad voorgelegd hebben. Die stellingname werd
op een aantal onderwerpen aangevochten door de bewoners
Dan kan ik twee dingen doen. Ik kan zeggen: u zit een par
tijtje te liegen. Dat lijkt mij niet verstandig, dat is
niet de inzet, waarom zou je dat doen. Wij hebben gezegd:
wij weten op dit moment niet beter dan dat dat de lijn is,
laten wij ons daaraan vast houden en wij zullen nog een
keer nagaan of datgene dat nu wordt ingebracht door de pu
blieke tribune klopt. Dat heeft dus niets met onzekerheid
of flink tegenspel te maken, dat is denk gewoon een nette
manier van met elkaar omgaan. Ik vind dat de heer De Vries
daar niet op deze manier een uitleg aan moet geven.
Mevrouw Van Ulzen constateert dat er in 1989 niet geprotes
teerd is omdat het bouwplan is ingetrokken. Dan moet ik
toch weer een verfijning aanbrengen in de zin van dat men
waar het de planologische procedure betreft alle gelegen
22
heid heeft gehad, in het kader van de artikel 19 procedure,
om daar bezwaar tegen te maken. Dat heeft men niet gedaan,
want er is een bouwvergunning op basis van de artikel 19
procedure afgegeven. Met andere woorden, bezwaar maken te
gen een bouwvergunning die daar specifiek voor bedoeld was,
is dan ook feitelijk niet meer aan de orde, hooguit als er
in strijd met de bouwverordening gehandeld zou zijn. Plano
logisch heeft men toen alle gelegenheid gehad om daar be
zwaren tegen te maken, dat is de enige relevante procedure
en dat heeft men niet gedaan. Met andere woorden, ook toen
is niet gebruik gemaakt van de mogelijkheid.
De opening. Dan is er een misverstand aan de orde. Mevrouw
Van Ulzen suggereert dat de benadering zoals die door de
heer De Jong in het amendement is neergelegd gelijk is. Wat
ik heb gezegd, is dat wat wij nu doen niet het bouwplan
beoordelen is, maar de stedebouwkundige randvoorwaarden
vaststellen, niets meer en niets minder. Stedebouwkundige
randvoorwaarden die in principe het bouwplan, zoals dat er
was maar ook het nieuwe voorliggende bouwplan, mogelijk
maakt. Wat nu gaat gebeuren, is dat als wij dat vaststellen
het bestemmingsplan weer ter visie komt. Daar kan men dan
weer bezwaar tegen maken, niet tegen het bouwplan, en dat
komt dan bij GS. Tegen die tijd is alle informatie tot het
laatste toe over de mogelijke voorgeschiedenis bekend. Als
GS zegt dat de raad daar ten onrechte een besluit over
heeft genomen, op grond van verkeerde informatie, dan keu
ren wij dat stukje van het bestemmingsplan af en komt het
opnieuw terug bij de raad. Wat is nu het voordeel daarvan?
Als wij het nu terugnemen, moeten wij alle procedures met
alle termijnen weer opnieuw gaan doen. Materieel maakt het
voor het type besluitvorming niet eens zo gek veel uit,
maar het heeft wel met geweldig veel kosten te maken, het
neemt veel tijd voor de initiatiefnemer, dat is de andere
kant van de medaille. Met andere woorden, daar zijn nogal
wat praktische bezwaren tegen, terwijl materieel alle moge
lijkheden voor de desbetreffende bewoners die tegen het
onderdeel zijn gerealiseerd kunnen worden in de procedure
bij GS. Dat is dus een verschil in benadering ten opzichte
van het amendement van de heer De Jong.
De heer Beers vraagt om een lijstje van niet gebruikte
bouwvergunningen. Had hij dat tot 1901 willen terug zien?
Dit is verschrikkelijk lastig. Wij komen daar in de commis
sie op terug, want misschien is die er wel, maar wij willen
kijken of daar inzicht in is te verschaffen en of dat de
moeite van het zoeken waard. Want de kosten-baten verhou
ding moet wel een beetje in evenwicht zijn.
23