met een bestemmingsplan eigentijds moet omgaan, maar heel
zwart-wit gezien is er voor de horeca conform het bestem
mingsplan op nr. 55 geen plaats. Wij zullen daarom ook in
moeten stemmen met het voorstel van het college.
De heer Timmermans (weth.)De heer De Jong constateert dat
het moeilijk zal zijn om daar een winkel te realiseren. Ik
laat in het midden of dat zo is, dat hangt ook een beetje
af van het verwachtingspatroon van degene die het pand ge
kocht heeft. Overigens is het pand gekocht, wetende wat de
bestemmingsplantechnische mogelijkheden zijn. Het is niet
zo dat men een ander verwachtingspatroon kon hebben. Er kon
bekend zijn dat het vestigen van een horecavestiging daar
niet van toepassing zou kunnen zijn, als wij het bestem
mingsplan als uitgangspunt nemen.
In de richting van de heer Sluiter. De raad moet, wanneer
het gaat over bestemmingsplanwijzigingen, altijd zich de
vraag nog stellen of het gebruik nog redelijk is. In die
zin kan dat een overwegingsgrond zijn om opnieuw een keuze
te gaan doen.
De heer De Jong zegt dat het lijkt op willekeur. Dat is een
misverstand, anderen hebben dat ook al aangegeven. Wij heb
ben in het recente verleden het horecabeleid vastgesteld.
In de richting van de heer De Vries. Er is niet gesproken
over een nieuwe nota horecabeleid, wel is gesproken over de
discussie over de sluitingstijden. Dat is een nuancever
schil, maar het lijkt mij toch in dit verband van belang.
In het recente verleden hebben wij inderdaad een tweetal
situaties gehad waarin ten opzichte van de bestemming als
nog is toegestaan dat er een horecabestemming kwam. Dat is
op de hoek bij de Prins Hendrikstraat, overigens is dat bij
wijzigingsbevoegdheid reeds in het bestemmingsplan vastge
legd. Met andere woorden daar bood het bestemmingsplan de
ruimte. Verder op de Voorstreek, het terrein van de Friese
Pers. Wat was daar aan de hand? De discussie die daarover
plaatsgevonden heeft, is passend in de beleidslijnen die
wij in de horecanota hebben vastgelegd. Daar was een be
stemmingsplan, die hele wand was vastgelegd voor het kran-
tenbedrijf. Op het moment dat dat vrij valt, moet je je op
nieuw afvragen wat, gelet op het horecabeleid in dat ge
bied, verantwoord is. Overwegend woongebied, maar in de
binnenstad kun je een of twee, op een aaneengesloten bouw-
front, cafés hebben zonder dat dat de woonomgeving in on
evenredige mate aantast
26
De afwijkingen die hebben plaatsgevonden zijn dus niet wil
lekeurig, maar zijn passend in het horecabeleid. Als wij
dit hier zouden toestaan, is dat naar mijn beleving in
strijd met het horecabeleid en schep je dus een niet te
motiveren precedent. Op dat moment is het hek van de dam en
kan iedereen in feite in de binnenstad voor bijna elk pand
je een horecavestiging aanvragen. Dat is niet de bedoeling.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
De Voorzitter: Ik stel voor een schorsing in te gelasten.
De Voorzitter schorst om 20.45 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 21.05 uur de vergadering.
Punt 10 (bijlage nr. 151).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 11 (bijlage nr. 153)
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling huisvestings
overzicht voor het jaar 1997 ten behoeve van de openbare en
bijzondere basisscholen.
Mevrouw TiemersmaDe opmerkingen die ik wil maken hebben
betrekking op dit voorstel en op het voorstel dat hierna
komt
In beide raadsbrieven op de eerste pagina is de volgende
zin opgenomen: "Bij brief van 11 juli 1995 wijst de VNG op
het feit dat de gemeente er belang bij heeft dat alleen
noodzakelijke voorzieningen op het overzicht vermeerderin
gen huisvestingsvoorzieningen worden geplaatst."
27