goed overleg met het gemeentebestuur moeten worden weggeno
men. Een cijfermatige onderbouwing van de taken is daarbij
onontbeerlijk. De financiële consequenties van bijvoorbeeld
een uitbreiding van een taak waarmee een gewenst kwali
teitsniveau kan worden gehaald, kunnen daarmee door de raad
worden overwogen.
Naar de mening van de D66-fractie zal ruimhartig met het
oog op de toekomst naar de investeringsruimte, die door de
dienst wordt gevraagd, moeten worden gekeken.
Extra aandacht willen wij ook in dit verband vragen voor
het opleidingsbudget binnen de dienst.
Als aandachtspunt in de ontwikkeling van de deeltrajecten
verzoeken wij tevens mee te nemen het opnieuw samenvoegen
van administratie, management en uitvoering op één lokatie.
Op zich zou dit een uitzonderingspositie zijn. De medezeg
genschapscommissie waarschuwt naar onze mening terecht voor
het structureel doorvoeren van een organisatiemodel zonder
te bezien of het past en dat kan leiden tot een op onder
delen niet goed functionerende organisatie. Wanneer er met
het samenvoegen op één lokatie maatwerk kan worden gele
verd, moeten wij dat niet laten.
De heer Stoker: Er is hierbij gekozen voor een onderzoek
dat niet alleen tot technisch inzicht moet leiden over het
al dan niet haalbaar zijn van verzelfstandiging, maar
waarbij de onderzoeker alvast draagvlak ging creëren voor
de uitkomsten van zijn onderzoek. Iets dat eigenlijk past
bij de uitvoering. De onderzoeker ging dus alvast even op
onze stoel zitten, want er moet hier en nu over beslist
worden. De fractie van GPV/RPF/SGP is van mening dat on
danks dat dit rapport weinig financieel inzicht biedt, de
gekozen strategie van het ontwikkelen een deeltrajecten is
een goede keuze
De heer De Beer: De WD-fractie is het eens met de conclu
sie en aanbeveling van het rapport en kan dus instemmen met
het besluit van bijlage nr. 144.
De heer Jacobse: Toen ik in mijn fractie verslag deed van
de besprekingen in de Commissie Milieu en Stadsbeheer was
er een fractie-assistent die spontaan uitbarstte in het
liedje van Boudewijn de Groot "Achter de groene heuvels
voor de Blauwe Golf". Gelukkig is dat laatste gedeelte van
de discussie in de Commissie Milieu en Stadsbeheer in de
stukken die thans voorliggen niet terug te vinden. Wij zijn
daar verheugd over. Wij hebben van begin af aan gezegd dat
32
verzelfstandiging voor ons betekent zoveel mogelijk ver
zelfstandigen en zover mogelijk van de gemeente vandaan
verzelfstandigen. Wij hebben ook gelijk gezegd dat dat niet
behoeft te betekenen dat het integraal gebeurt, sterker wij
hebben ook al aangegeven dat wij in principe bereid zijn
gedeeltes te verzelfstandigen waarbij de gemeente voor een
aantal jaren bijdraagt in de exploitatietekorten. Wij
denken dan met name aan sportvoorzieningen, waaronder bij
voorbeeld de Blauwe Golf. De uitkomsten van het onderzoek
geven nog alle ruimte voor de wegen die wij voorstaan, der
halve kunnen wij met uw voorstel instemmen.
De heer Van Olffen: Wij hebben hier al een aantal keren in
de commissie over gesproken, dus zal ik mij beperken tot
een paar punten die naar mijn idee wat onderbelicht zijn
tijdens de commissiebehandeling.
Ik wil in de eerste plaats mijn waardering uitspreken voor
het duidelijke en soms harde rapport. Hard in de zin dat er
een aantal conclusies zijn getrokken die wij ons als raad
ook moeten aantrekken. Wij zijn het wel eens met het tra
ject van verzelfstandiging in deeltrajecten. Ook is duide
lijk geworden dat er weinig kansen voor de activiteiten van
Stadsbeheer op de markt zijn. De oorzaken hoef ik niet te
noemen, die staan duidelijk in het rapport vermeld. De
enige kansen liggen in samenwerking met of overname van
taken van andere gemeenten.
Dan kom ik tevens op het punt dat ik wat onderbelicht vind
in het rapport
Op pagina 17 onder "Kansen en bedreigingen", wordt gesteld
dat ook de meeste Friese gemeenten de komende jaren worden
geconfronteerd met de afweging tussen het uitbesteden en de
uitvoering in eigen beheer. Daar liggen dan kennelijk ook
de meeste kansen voor Stadsbeheer, alleen wordt niet aange
geven hoe dat het beste zou kunnen of mogelijk zou moeten.
Deze wetenschap zal ook bij de marktsector bekend zijn en
wij moeten dus oppassen dat wij niet te laat komen en dus
niet het paard achter de wagen spannen. Wij hadden dan ook
graag een plan van aanpak in het rapport opgenomen gezien
op welke manier deze markt eventueel bewerkt zou moeten
worden
Nu de zaken liggen zoals ze liggen wil mijn fractie zo
spoedig mogelijk initiatieven ontwikkeld zien om de moge
lijkheden in intergemeentelijk verband zo spoedig mogelijk
van de grond te tillen, bijvoorbeeld door diensten binnen
het Stadsgewest en de Regio aan te bieden. Als daar kansen
liggen, dan moet daar niet te lang mee worden gewacht.
Zijn er al initiatieven ontwikkeld? Zo nee, wanneer kunnen
33