f 57.000,-- wordt gereserveerd voor de aanbeve
lingen van de Commissie evaluatie minimabeleid;
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is ondertekend door de heer Hoogeveen van de D66-
fractie, de heer Brok van de WD-fractie, mevrouw Waanders
van de PvdA-fractie en door mijzelf namens de PAL/GL-frac-
tie(De VoorzitterDe motie maakt onderdeel uit van de
beraadslagingen
De heer Jacobse: Voorzitter, collega raadsleden, aan het
begin van onze bijdrage aan deze begrotingszitting wil ik
namens mijn fractie onze waardering uitspreken voor het
systeem dat we dit jaar geïntroduceerd hebben. Het bevalt
ons uitstekend. Daarnaast willen we onze waardering uit
spreken voor alle medewerkers die in de moeilijke periode
van een veranderende gemeentelijke organisatie hun bijdrage
leveren om de dienstverlening aan burgers en de totstandko
ming van beleid zo goed mogelijk doorgang te laten vinden.
Evenzo waardering voor al diegenen in maatschappelijke or
ganisaties die ondanks geringere budgetten en subsidies er
toch door een extra inspanning in slagen het goede werk
door te laten gaan.
Voorzitter, we zijn gaande op weg naar het nieuwe bestu
ringsmodel. Organisatiedeskundigen achten het een goed mo
del. Echter, het vereist volgens hun wel een goede, stevi
ge, politieke aansturing. Een goed functioneren van wethou
ders is daarbij dus essentieel. Mijn fractie stelt daarom
voor halfjaarlijks een gesprek te houden in het senioren
convent over het functioneren van wethouders, opdat tijdig
bijsturing of vervanging kan plaatsvinden. Met uw goedvin
den dien ik daartoe een motie in.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 6 november 1995;
overwegende
dat het voor het politiek bestuur en voor het
functioneren van het nieuwe besturingsmodel van
groot belang is dat wethouders optimaal functi
oneren;
dat er thans geen mogelijkheid is dat functio
neren in beslotenheid te evalueren en bij te
sturen;
besluit
het seniorenconvent te verzoeken twee keer per
jaar een (besloten) vergadering te besteden aan
het functioneren van individuele wethouders;
de voorzitter van de raad met de uitvoering van
20
dit besluit te belasten."
Voorzitter, grote vraagstukken komen op ons af. Om de toe
komst met vertrouwen tegemoet te kunnen treden is het van
het grootste belang dat er een goed zicht is op de finan
ciële positie van de gemeente. Daartoe zijn nog twee ele
menten van belang.
Het eerste betreft het achterstallig onderhoud. Men heeft
in het verleden, en doet dat wellicht nog, dit onderhoud
uitgesteld omdat men het geld elders nodig had c.q. heeft.
Het tweede omvat het feit dat de gemeente, ook om finan
ciële redenen, investeringen over een veel te lange periode
afschrijft. Op deze manier verschuif je problemen naar de
toekomst, toekomstige bewoners moeten betalen voor ons ver
zaak qua onderhoud en voor voorzieningen die er niet meer
zijn. Ook krijg je iedere keer onaangename verrassingen bij
vervangingsinvesteringen. Ik verzoek het college mij de
garantie te geven dat beide gegevens ruim voor de Perspec
tiefnota 1997 bekend zullen zijn opdat onze deskundigen ze
steekproefsgewijs op juistheid kunnen controleren. De actu
ele standen van de reserves en fondsen wijken soms sterk af
van de staatjes zoals die bij de begrotingen zijn aangele
verd. Ook hier dient het komende jaar verbetering in te
komen. Zoals in de commissie aangekondigd, is mijn fractie
bereid het voorstel van de CDA-fractie te ondersteunen om
nu reeds een bedrag van f 1 miljoen uit de algemene midde
len te reserveren voor het inhalen van de ergste onder-
houdsachterstanden. Dit met inbegrip van de achterstanden
bij het conserveren van historische stukken bij het Gemeen
tearchief Het extra geld voor een eerdere aanpak van de
Oldehove past in dat kader.
In de Commissie Bestuur en Middelen hebben we u meegedeeld
met een aantal wijzigingsvoorstellen te komen. Ik dien
hierbij een motie c.q. amendement in om de extra uitgaven
aan een leerplichtambtenaar niet te doen.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 6 november 1995;
overwegende
dat de scholen zelf verantwoordelijk zijn voor het
voorkomen van verzuim en voortijdige schoolverlating;
besluit
thans nog niet te besluiten de extra middelen per 1997
in te zetten om tot aanstelling van een leerplichtamb
tenaar te komen."
Een motie om de stortingen in een aantal fondsen inciden
teel te verminderen.
21