verdeling van de f 3 ton aan de hand van een concreet eind
voorstel zal worden gedaan. Dat kan ook wel voor het einde
van het jaar. Die zou dan gekoppeld kunnen worden aan de
door haar terecht opnieuw gememoreerde toezegging dat er
aan de hand daarvan ook een discussie en een voorlopige
standpuntbepaling komt van raadscommissie en b. en w. over
bijvoorbeeld punten als: hoe meten wij het toekomstig be
steden van marktsector middelen aan de hand van resultaten,
hoe worden wij daar wijzer van, hoe rapporteren wij daar
over, wat zijn de ijkpunten. Kortom, om zo ook de discussie
over ambitieniveau niet alleen in algemene termen te houden
maar die kwantificeerbaar en meetbaar te maken en ook te
benoemen met concrete projecten.
Zo wil het college graag tweeledig die opmerking van de
PvdA-fractie wederom als toezegging beantwoorden.
Ik ben ook blij dat ik hier nog iets kan zeggen over de
situatie die is ontstaan aan de hand van het rapport van de
Rijksplanologische Dienst over de houding van met name
marktpartijen, werkgevers en werknemers, over toepassing
van het stedelijk knooppuntbeleid. Daaruit zou zijn gekomen
- en dat zou ook al een voorbode zijn van een evaluatie
standpuntbepaling bij VROM - dat het knooppuntbeleid weinig
voorstelt. Het is een rapport van meningen van derden, vaak
niet zijnde de gemeentebestuurders, wel af en toe een amb
telijke beleidsmedewerker, maar die heeft het meer gedaan
om de zaak te verhelderen dan om daar zelf een mening over
in te nemen. Wij zijn in ieder geval voluit van mening - en
daar worden wij ook in gesteund door de minister - dat het
stedelijke knooppuntbeleid in de keuze van het economische
hoofdproject Frieslandhalzone en omgeving de juiste geweest
is. Strategische inzet van middelen die zichtbaar tot in
vesteringen van derden leidtWant het hoofddoel van knoop
puntbeleid is en was dat anderen gaan investeren op basis
van de condities die een gemeente met bepaalde basispartij
en in een gebied neerlegt. Dat is exact wat er bij ons ge
beurd is. Nu zie je de grote belangstelling van anderen om
in dat gebied ook iets te willen. De projecten die gaande
zijn hoef ik u niet op te noemen, maar projecten die gaan
komen zijn er zeker ook. Een Waterschap dat om die reden op
het nieuwe hoekpunt van die zone gaat zitten en een
Westergopark dat wij in het kader van de structuurschets
daarom als zichtlokatie in dat gebied entameren. Ik wil
graag als algemene lijn namens het college als reactie ge
ven dat wij voluit en zelfbewust dat stedelijk knooppuntbe
leid als een juiste beschouwen. Wethouder Timmermans zal er
vanuit de ruimtelijke ordeningsinvalshoek zeker ook op in
gaan.
De opmerking wat is te verwachten qua toekomstige stroom
van middelen zou ik als volgt willen benaderen. Het knoop-
30
puntbeleid heeft eigenlijk nooit een echte vaste financie
ringsstroom gekend, behoudens dan twee niet onbelangrijke
tranches die wij gehad hebben in 1992 en in 1994 en - dat
moet gezegd - toch ook het bedrijfsomgevingsbeleid dat dit
jaar afloopt en altijd was gekoppeld aan de stedelijke
knooppunten. Dat gaat iets anders worden, een nieuwe grote
investeringsimpuls is ook nog niet in zicht, maar wat wij
wel weten is dat economie en stadseconomie een onderdeel
gaan worden van het grote stedenbeleid. Wij zullen zeer
alert zijn op het handhaven en het creëren van een nieuwe
investeringsronde voor de dertien knooppunten en op een
veilig stellen van datgene dat je ook mag verwachten als
knooppuntgemeente van die stromen binnen het grote steden
beleid.
Dat zou ik hier vanuit mijn portefeuille over willen zeg
gen.
De heer Timmermans (weth.)Voorzitter, in aanvulling op uw
woorden over het belang van het stedelijk knooppunt Leeu
warden denk ik dat wij feitelijk als gemeente, met name in
het kader van de structuurschets Open stad, heel nadrukke
lijk invulling hebben gegeven aan de ideeën achter het con
cept stedelijk knooppunt. Wij hopen dat de raad binnenkort
de structuurschets zal vaststellen, opdat wij vervolgens
met de strategische projecten die daarin staan verwoord ook
aan de slag kunnen. Datzelfde geldt eigenlijk voor de aan
dacht die wordt gevraagd voor het Harmoniekwartier en de
Hofsingel, kortom het binnenstadsgebied. Wij zijn daar hard
mee bezig. Binnenkort zullen wij in ieder geval voor wat
betreft de Hofsingel naar buiten treden om verslag te doen
van wat onze ervaringen zijn van die vele deelonderzoeken
die wij hebben laten verrichten en om met name ook een
beeld te kunnen schetsen van hoe de samenhang enerzijds
bewaard kan blijven, het concept gerealiseerd kan worden,
maar zeker ook de financiële onderbouwingen daarvan. Dat
geldt niet alleen voor het Hofsingelproject maar uiteraard
ook voor de andere grote projecten in de binnenstad, zoals
het Harmoniekwartier. Dat is lastiger, dat is nog onduide
lijker, dat zeg ik nu reeds, zeker ook voor wat betreft de
investeringsplannen voor parkeren en dergelijke. Maar dat
moet dus een stevig onderbouwd en ook financieel onderbouwd
verhaal worden.
De gezamenlijke motie over het haarnetje van de Oldehove.
Ik mag duidelijk zijn dat het college inhoudelijk - hoe
zouden wij anders willen of kunnen - deze motie onder
schrijft. De vraag die vervolgens concreet naar voren is
gebracht: hoe staat het met de termijn waarop de restaura
tie zal plaatsvinden? Ik ga ervan uit dat wij met deze
31