wij vanuit het college de raad informatie hebben doen toe
komen over alle lasten. Daaruit kunnen wij zien dat wij qua
OZB nog wel redelijk hoog zitten, maar dat daar een aantal
andere lasten tegenover staan waar wij weer heel goedkoop
in zijn. Ik zou ervoor willen pleiten om dat totaal aan
lasten te blijven bekijken en dat straks bij de Perspec
tiefnota te doen. Daarover heen denk ik - en dat is het
nieuwe van de begroting nu, eigenlijk komt dat bij de ta-
riefsvoorstellen - heeft het college nog eens een extra
stukje lastenverlichting toegepast bij de OZB door nu de
prijscompensatie niet door te berekenen, wat je ook niet
anders kunt uitleggen dan lastenverlichting, nog bovenop de
drie keer f 250.000,-- die wij hebben gereserveerd. (De
heer Krol: Eigenlijk moet de wethouder zeggen dat dat hele
kleine stukje vorig jaar teveel is betaald.Nee, het moet
uitgelegd worden als prijscompensatie berekenen wij normaal
door, dat is de lijn, dan berekenen wij vervolgens wat wij
teveel hebben berekend in het vorig jaar en dat geef je
terug aan de burgers, dat is gebeurd. Maar daarover heen
hebben wij nog een deel gedaan om helemaal op nul uit te
komen. Dat betekent dus nu dat de burgers geen enkele ver
hoging krijgen van de OZB. Als wij het volgens de regels
hadden moeten doen, zou er nog een kleine verhoging geweest
zijn. Dat is het stukje lastenverlichting dat het college
nu nog eens extra bovenop de afspraken met de raad heeft
gerealiseerd. Niemand is daar over gevallen. Ik constateer
dat de CDA-fractie daar iets verder in wil, maar ik wil wel
even de afspraken met de raad daarover helder hebben.
Het college handhaaft dus de lijn zoals wij die hebben af
gesproken. Ik begrijp dat die door de meerderheid gesteund
wordt
Dan heeft de CDA-fractie gevraagd om ten aanzien van de
mee-en tegenvallers de criteria wat helderder op papier te
zetten. Dat wil ik toezeggen.
Verder heeft zij gevraagd om met name de argumentatie wat
helderder op papier te hebben. Ik heb net in zijn algemeen
heid proberen te vertellen hoe dat in de praktijk gaat. Wij
kunnen die argumentatie proberen zo helder mogelijk te ma
ken. Ik moet er wel bij zeggen dat het in sommige gevallen
een kwestie is van inschatten en een balans die net naar de
ene kant dan wel naar de ander kant doorslaat. Ik wil pro
beren zo goed mogelijk die argumentatie volgende keer ook
daarbij te leveren. Ik denk dat er dan altijd op bepaalde
punten wellicht een verschil van mening blijft bestaan over
of je het nu wel of niet moet accepteren. Maar in ieder
geval zullen wij proberen zo goed mogelijk de informatie
door te spelen. Dat is nu de vraag.
De heer Jacobse heeft nog gevraagd om als het gaat om af
56
schrijvingstermijnen, bijvoorbeeld bij het achterstallig
onderhoud, of dat ook terugkomt ter discussie bij de com
missie. Het antwoord is ja, die hele problematiek van af
schrijvingstermijnen wordt nu ook meegenomen door de LIS-
werkgroep Financiën, die rapporteren daar ook in januari
over. Dan kan dus ook die reactie mee naar de commissie en
kunnen wij daar een inhoudelijke discussie over voeren.
De heer De Jong (weth.)De heer Jacobse heeft mij uitge
daagd om nog iets te zeggen over het Arbo-beleid. Hij meen
de daar enig licht te constateren tussen dat wat het colle
ge voorstelt en de collegefracties. In de Perspectiefnota
stonden die twee opties genoemd. Het college heeft kennis
genomen van het feit dat de standpunten in deze raad heel
duidelijk wijzen in de richting van dat je het aan de wet
telijke voorzieningen moet toekennen. Het lijkt mij goed om
die meerderheid duidelijk in acht te nemen. Wij zullen dat
uitvoeren. De wijze waarop, heeft mevrouw Waanders in haar
eerste termijn iets over gezegd en de heer Brok heeft daar
ook een paar opmerkingen over gemaakt, ik denk dat dat nog
wel wat discussie zal vereisen in de toekomst. Maar de lijn
die de raad uitgezet heeft is wat mij betreft helder.
Er is door verschillende fracties zeer uitvoerig ingegaan
op de motie van de NLP-fractie met betrekking tot de aan
sturing en het functioneren van wethouders. Ik denk dat ik
mij daar verder bij kan aansluiten. Wij bepalen met elkaar
de agenda van het seniorenconvent. Dat lijkt mij een goed
gremium om überhaupt te spreken over het functioneren van
de raad in de meest brede zin van het woord. Wat dat be
treft blijf ik bij het standpunt dat ik namens het college
in eerste termijn heb ingenomen, dat de motie ons wat over
bodig voorkomt
De heer Stoker heeft nog eens gezegd waarom hij vindt dat
zijn motie met betrekking tot de doorrekening van de kor
tingen op de kinderopvang toch staande moet blijven. Ik
constateer daar een verschil van mening. Wij hebben in het
verleden altijd de kortingen doorberekend, er zijn giganti
sche prestaties geleverd, met name door de SKL. Uitgangs
punt blijft staan zoals wij dat altijd hebben gehad, maar
wij zullen moeten kijken in hoeverre de rek er nog in zit,
want dat is wel een probleem.
Tot slot kan ik toezeggen dat het college met een voorstel
zal komen aangaande de subsidiëring van het SBO in 1996. In
de motie werd gevraagd om een reservering, wij zullen daar
op zo kort mogelijke termijn, voor zover dat ons gegeven
is, mee komen. Daarbij zullen wij uiteraard rekening houden
57