en wij zullen uiteraard voordat het krediet beschikbaar kan
worden gesteld de stellingname van de raad daarbij betrek
ken.
Mevrouw Visser: Ik vind het antwoord van de wethouder voor
wat betreft het aanscherpen van het Verkeersmilieuplan nog
al vaag. Ik zou toch graag een termijn horen. Ik ben name
lijk erg bang dat het ondergesneeuwd raakt en dat er alleen
maar voorstellen komen voor het Verkeersmilieuplan zoals
dat aangenomen is en niet zoals dat in het nieuwe College
programma verwoord is
Voor wat betreft de plastic bekertjes en plastic lepeltjes
is het mij bekend dat die ingeleverd worden, ik heb dat net
ook al genoemd, en dat die hergebruikt worden. Het mag lij
ken dat dit geen hoofdpunt van beleid is, maar ik denk dat
het wel wezenlijk belangrijk is juist de kleine dingen die
je makkelijk veranderen kunt, die een zichtbare functie
hebben, dat je daar wat aan gaat doen. Ik krijg sterk de
indruk van de wethouder dat hij daar niets aan wil doen. Ik
heb voorgesteld dat hij misschien voorafgaand aan een on
derzoek - en zo verschrikkelijk diepgaand hoeft dat niet te
wezen - eens gaat praten met de bodesEen hoge schatting
uit de losse pols is dat het hier in het Stadhuis om 200 a
300 bekertjes in de week gaat. Misschien is er toch, on
danks dat de bodes het op bepaalde momenten verschrikkelijk
druk hebben, wel een gaatje te vinden om daar iets aan te
doen. Kortweg, ik denk dat als de wil er is om er iets aan
te doen, met name ook vanwege de voorbeeldfunctie, dat er
wel iets aan gedaan kan worden.
De heer Brinks (weth.)Ik begrijp dat in de Commissie Eco
nomische en Sociale Zaken van eind november een voorstel
behandeld zal worden rond ideevorming herinrichting van de
Nieuwestad met verdere plannen voor de binnenstad. Als me
vrouw Visser zegt dat zij er weinig vertrouwen in heeft dat
er gewerkt zal worden aan een verder autoluw maken van de
binnenstad, dan denk ik dat zij weinig vertrouwen heeft in
college en collegepartijen, want het staat ook in het Col
legeprogramma verwoord. Er mag toch wel op worden gerekend
dat het college zich daar in ieder geval aan houdt.
Ten aanzien van de plastic bekertjes kan ik mevrouw Visser
op dit moment niet tevreden stellen. Ik zal daar nog eens
naar kijken en kom daar wel op terug.
74
De heer Timmermans (weth.)De raad heeft bij de vaststel
ling van het Verkeersmilieuplan besloten slechts de eerste
fase te accorderen. Waar wij het hier over hebben is de
uitvoering, uitwerking met name de tweede fase, dat is de
periode 1997 tot 1999. In dat kader zullen wij in ieder
geval nog met elkaar moeten discussiëren of en in hoeverre
het Verkeersmilieuplan, zoals dat is vastgesteld, uitwer
king krijgt. Eventuele aanscherpingen dienen grbaseerd te
worden op enerzijds het Verkeersmilieuplan met de daarin
besloten intenties en anderzijds, zoals collega Brinks dat
terecht heeft aangegeven, op de discussie die wij nog moe
ten gaan voeren over de inhoudelijke functionele verkeers-
toedeling binnen de binnenstad. Met andere woorden, toezeg
gingen kunnen hier nu niet gedaan worden, maar de opmerkin
gen zullen meegenomen worden in dat hele besluitvormings
traject waar wij nog mee aan de gang zullen moeten.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezeg
ging van de wethouder.
Punt 6 (bijlage nr. 159)
De Voorzitter: Aan de orde is Wijzigen van de concernbe
leidsbegroting voor het dienstjaar 1996.
De heer Brok: Nog even over het punt van de kortingspas,
dat moet gecorrigeerd worden.
De heer Beers; Ik had dezelfde opmerking als de heer Brok.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
De Voorzitter: De agenda is afgewerkt, de vergadering is
gesloten
75