De motie is ondertekend door mevrouw Van Ulzen namens de
WD-fractie en door mijzelf. (De VoorzitterDe motie maakt
onderdeel uit van de beraadslagingen.
De begroting die nu voorligt, laat ten opzichte van de uit
komsten van de Perspectiefnota 1996 een overschot zien van
dik f 1,5 miljoen voor het jaar 1996. Wij moeten natuurlijk
eigenlijk spreken van een verlaging van het geraamde tekort
in juni. Hoe dan ook, de financiële ruimte is ten opzichte
van het voorjaar gegroeid. Ik heb in de commissie al aange
geven dat wij geen fundamentele aanslag willen doen op die
extra ruimte. De gemeentelijke financiën geven immers nog
voldoende aanleiding tot zorg en de risicoparagraaf heeft
ook een aanzienlijke omvang. Wij kiezen er dan ook niet
voor om nu een hele reeks nieuwe voorstellen voor nieuw
beleid aan de raad voor te leggen die structureel op de
begroting drukken. Wij willen alleen eenmalig voor 1996
f 150.000,-- beschikbaar stellen voor het herstel van mis
schien wel het meest tastbare symbool van Leeuwarden, name
lijk de Oldehove. Ook mijn fractie heeft in het recente
verleden regelmatig de trieste staat van de toren te berde
gebracht en gewezen op het belang van een spoedige restau
ratie. Met een eenmalig bedrag van f 150.000,--, als aan
vulling op de overige middelen die ingezet zullen worden,
hopen wij de toren in 1996 in ere te kunnen herstellen.
De heer Brok zal ook namens mijn fractie een motie van die
strekking indienen.
Om even terug te komen op die extra financiële ruimte, die
zou een motief kunnen zijn ter aanvulling op de lastenver
lichting, waarvoor wij ons in juni hebben uitgesproken en
die in de begroting ook is vertaald in een tariefsverlaging
van de OZB van f 250.000,-- in 1997, 1998 en 1999. Voor een
verdere lastenverlichting kiezen wij niet nu. Ik heb in
juni uitgesproken dat de bedragen die nu zijn opgenomen
voor ons voorlopig het uitgangspunt zijn en wij volgend
jaar bij de behandeling van de Perspectiefnota daarop terug
zullen komen. De komende tijd willen wij benutten voor een
discussie over eventuele verdere lastenverlichting, mede op
basis van een zo volledig mogelijk inzicht in de vermogens
positie van de gemeente en op de mogelijkheden die er zijn
om via herschikking van beschikbare middelen tot besparin
gen te komen. Met het vergroten van het inzicht in de ver
mogenspositie is inmiddels een start gemaakt. Ik refereer
aan de toelichting die de heer Swint in de Commissie Be
stuur en Middelen heeft gegeven. Maar dat proces is beslist
nog niet voltooid. In dat licht wil ik hier nog speciale
aandacht vragen voor de kwestie van de fondsvorming binnen
de verschillende diensten. Wij pleiten voor een beter in
zicht in de soorten fondsen, de aanwendingsmogelijkheden
6
daarvan, de systematiek in de voeding van fondsen, maar ook
de rentevorming via fondsen. Dat inzicht hebben wij nu niet
volledig, maar het is wel van belang om als politiek ook
uitspraken te kunnen doen over de manier waarop wij met die
fondsen om willen gaan.
Voorzitter, met dit laatste verzoek eindig ik mijn eerste
termijn.
De heer Krol: Voorzitter, laat ik beginnen namens mijn
fractie met de conclusie dat de begroting er beter uitziet
dan andere jaren wel eens het geval is geweest. Wat daarbij
het allerbelangrijkste is, is dat niet behoeft te worden
besloten tot een nieuwe bezuinigingsronde zoals vele jaren
achtereen het geval is geweest. Het gaat dus beter, onder
andere bijvoorbeeld door de renteopbrengsten van verkoop
Telekabel, maar ook door een beter besturingssysteem waar
door bijvoorbeeld onverwachte tegenvallers zich minder vaak
voordoen. Toch valt er nog wel wat te verbeteren volgens
onze fractie, ik wil u drie dingen noemen.
Ik denk dat er nog meer accenten zouden moeten worden ge
legd op een beter uit de verf komende centrale sturing. Wij
denken dat er inzichtelijker en eenduidiger managementrap
portages zouden moeten komen, op tijd bij alle diensten.
Wij denken dat er hard gewerkt moet worden aan meetbare
doelen, wat wil je bereiken, en aan beleidsevaluatie ach
teraf, wat heb je bereikt. Zaken waar ook in het komende
jaar hard aan gewerkt moet worden, omdat het naar onze me
ning essentiële zaken zijn in de financiële organisatie.
Samenvattend, het gaat als je kijkt naar zowel de finan
ciële situatie alsmede naar de financiële organisatie be
ter, er is duidelijk vooruitgang geboekt, maar wij zijn er
nog niet. Er mag dan ook niet worden verslapt.
Begroting 1996.
De verdere ontwikkeling, de vervolmaking van de Perspec
tiefnota, Begroting, Maraps en Rekening is in volle gang.
Wij zien hier, zoals ik net al heb betoogd, duidelijke
vooruitgang in. Daar willen wij het college, de diensten en
het concern een compliment voor maken. Natuurlijk is nog
niet alles zo doorzichtig als wij graag zouden willen en
ook nodig hebben, maar er is een duidelijke vooruitgang te
bespeuren.
Een aantal opmerkingen over de Begroting.
Allereerst ten aanzien van fondsen, reserves en voorzienin
gen. Dan kom ik dicht in de buurt van de opmerkingen die
mevrouw Waanders van de PvdA-fractie maakte.
Wij zouden het een goede zaak vinden om voor de behandeling
van de Perspectiefnota 1997 als raad te discussiëren over
7