hoe wij met de fondsen, reserves en voorzieningen om willen
gaan. Waarvoor moeten wij voorzieningen in stand houden of
creëren, welke fondsen en reserves hebben wij en welke be
stemming hebben deze gelden en zijn alle fondsen en reser
ves nog wel nodig? Hierbij moet je niet alleen financieel
technisch, maar ook politiek keuzes maken. Wij hebben de
indruk dat daar nog wel enige ruimte in zitWij willen
echter nog niet op dit moment met voorstellen komen om be
paalde zaken met ingang van 1996 maar af te schaffen, omdat
het ons zinvoller lijkt deze discussie integraal te voeren,
waarbij wij dan de beschikking hebben over een totaal over
zicht. Ook zouden wij voor de behandeling van de volgende
Perspectiefnota meer inzicht willen hebben over hoe wij nu
en in de toekomst omgaan met de toerekening van rente aan
fondsen en voorzieningen en het hanteren van inflatiecor
rectie met betrekking tot deze zaken. Gelden daar bijvoor
beeld uniforme afspraken? Het gaat immers, als je alles
optelt, om aanzienlijke bedragen.
De subsidies.
Ik heb al iets gezegd over de fondsen en voorzieningen,
maar dat geldt natuurlijk ook voor de subsidieregelingen.
Het lijkt ons goed om nog eens kritisch te kijken naar de
doelen van allerlei subsidieregelingen en de budgetten die
wij daar jaarlijks voor beschikbaar stellen. Als wij bij
voorbeeld zien naar de subsidieregeling woontussenvoorzie-
ningen voor ouderen of de subsidieregeling voor mondiaal
beleid dan vragen wij ons in ieder geval af of wij daar de
komende jaren niet met minder geld toe kunnen.
De vermogenspositie.
Een aantal maanden terug hebben wij in de Commissie Bestuur
en Middelen gesproken over de vermogenspositie van de ge
meente Ook in de Commissie voor de Rekening is dit kort
aan de orde geweest, heb ik begrepen. Wij vinden het erg
belangrijk dat hier op korte termijn een vervolg op komt.
Maar mogelijk zouden wij deze discussie moeten voeren voor
de behandeling van de Perspectiefnota 1997. Het bepalen van
die vermogenspositie is namelijk niet alleen een financieel
technische, maar ook een politieke, zaak.
Mee- en tegenvallers.
Nog steeds worden wij geconfronteerd met mee- en tegenval
lers. Wij zouden graag van het college willen weten op ba
sis van welke criteria bepaalde mee- en tegenvallers wel of
niet door het college worden geaccepteerd, zodat wij als
raad kunnen beoordelen of wij de mening van het college wel
of niet delen. Ik denk dat hier duidelijke afspraken over
gemaakt moeten worden, wat moet de dienst zelf oplossen en
wat moet op een andere manier gedekt worden. Bovendien moet
8
het ook voor ons als raad duidelijk zijn waar het over gaat
als wij het hebben over mee- en tegenvallers. Is een tegen
valler, bijvoorbeeld bij de Harmonie van f 5 ton die keurig
wordt gemeld bij de Perspectiefnota, nu bedoeld om het ex
ploitatietekort aan te zuiveren of is het toch bedoeld voor
kapitaallasten. Daar in ieder geval een duidelijk antwoord
over. Dit soort onduidelijkheden mogen wat ons betreft ei
genlijk niet voorkomen.
Facilitair Bedrijf.
Bij de behandeling van de begroting van de Dienst Algemene
Zaken is gesproken over de overschotten in 1994 en naar het
zich laat aanzien ook over 1995 bij het Facilitair Bedrijf.
Toen is gezegd dat er eerst ervaringscijfers opgebouwd
moesten worden aan de hand waarvan er opnieuw gekeken kan
worden naar de tarieven. Dat is op zich natuurlijk een pri
ma zaak, maar zal dit ook consequenties hebben voor de re
sultaten zoals die tot nu toe door het Facilitair Bedrijf
zijn geboekt?
In de begroting voor de Dienst Algemene Zaken wordt dit
jaar voor de eerste maal een begrotingspost Bedrijfsvoering
opgevoerd. Deze bedraagt 2% van de loonsom en moet het mo
gelijk maken om de dienst beter en flexibeler aan te sturen
en om oneigenlijk gebruik van budgetten te voorkomen. Wij
zouden ons kunnen voorstellen dat ook andere diensten hier
iets voor voelen. Ook bij de behandeling van LIS, en dan
met name aangaande de managementcontracten, is al gesproken
over meer flexibele budgetten. Er is toen ook door ons ge
zegd dat binnen een managementcontract ruimte gecreëerd zou
moeten worden, waardoor het voor de raad mogelijk zou wor
den om tijdens het jaar nieuwe dingen te kunnen initiëren
of te laten onderzoeken. Daarnaast zou dit als voordeel
kunnen hebben dat de raad kostenbewuster wordt. Wat is de
mening van het college omtrent deze materie?
De concrete voorstellen, zoals het college die aan ons
voorlegt, op basis van besluitvorming tijdens de Perspec
tiefnota in het voorjaar.
De CDA-fractie kan grotendeels instemmen met de voorstellen
van het college. Behalve (ik noem er een paar) de voorstel
len aangaande het Arbo-beleid in het onderwijs. Wij vinden
dat daarvoor geen extra geld behoeft te worden vrijgemaakt.
Financiële dekking voor dit soort zaken moet volgens ons
worden gevonden binnen de reguliere budgetten.
Ook ten aanzien van de extra bestuurskosten voor de vijfde
wethouder kunnen wij ons niet vinden in de voorstellen van
b. en w. Volgens ons was afgesproken bij de college-onder
handelingen dat die kosten zouden worden gevonden binnen
bestaande budgetten. Wij willen daar voorlopig maar aan
9