"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op maandag 6 november 1995;
constaterende
dat de Oldehove zich in een slechte staat bevindt;
overwegende
dat binnen een zo kort mogelijke termijn begon
nen dient te worden met de restauratie van de
Oldehove
dat naast de verschillende te verwachten fond
sen een bedrag nodig is om een start te kunnen
maken met de voorbereiding van de restauratie;
besluit
ten laste van de algemene middelen eenmalig
f 150.000,-- beschikbaar te stellen waardoor het moge
lijk wordt om via voorfinanciering met de restauratie
van de Oldehove te beginnen;
en gaat over tot de orde van de dag
Deze motie is ondertekend door mevrouw Waanders namens de
PvdA-fractie, de heer Krol namens de CDA-fractie, de heer
Hoogeveen namens de D66-fractie, de heer Beers namens de
PAL/GL-fractie, de heer Jacobse namens de NLP-fractie, de
heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP-fractie en door mijzelf
namens de WD-fractie.
(De VoorzitterDe motie maakt deel uit van de beraadsla
gingen
Nog drie vragen hierover.
Ten eerste, is het ook mogelijk om in de toekomst de Olde
hove voor andere doeleinden aan te wenden?
Ten tweede, wanneer kan begonnen worden met de restauratie
van de Oldehove?
Ten derde, hoe kan het toch dat er zo weinig geld voor het
onderhoud van de Oldehove en andere gebouwen is uitgetrok
ken? Ik heb begrepen dat in het verleden slechts f 6.600,--
per jaar voor de Oldehove gereserveerd werd. Dit lijkt mij
erg weinig. Ik weet niet of de Oldehove een werker(ster)
heeft, maar als je die één keer per jaar alle treden van de
toren laat afzuigen, ben je volgens mij de f 6.600,-- al
kwijt. Dat zijn toch geen bedragen om op een verantwoorde
wijze cultureel erfgoed bij te kunnen houden en te beheren?
Graag een reactie hierop.
Met betrekking tot de fondsen en reserves wil ik nog opmer
ken dat ook mijn fractie op korte termijn hier een discus
sie over wil hebben.
Rest mij alleen nog de ambtenaren hartelijk te danken voor
het vervaardigen van de begroting zoals die nu voor ons
ligt. Onzes inziens is op een goede wijze aangesloten bij
de discussie van het voorjaar en is de opzet van de begro-
16
ting en ook de leesbaarheid beter dan de vorige.
De heer Beers: Voorzitter, de financiële situatie van de
gemeente Leeuwarden is vaak onderwerp van gesprek en velen
hebben daarover een mening, hetzij binnen de gemeente Leeu
warden of daar buiten. De teneur van die meningen is vaak
negatief. Dat is niet onvoorstelbaar, want er is nogal wat
gebeurd in deze gemeente waaraan wij wellicht liever niet
herinnerd willen worden. Als wij echter tegenwoordig naar
de feiten kijken, dan blijkt dat er zo langzamerhand weer
een keerzijde van de medaille zichtbaar wordt. Bij de Per
spectiefnota 1996 bleek dat er voor het eerst sinds lange
tijd weer ruimte was voor nieuw beleid. Ook de jaarreke
ning, die wij enige maanden geleden hebben vastgesteld,
liet een positief resultaat zien. Nu, bij het vaststellen
van de begroting 1996, constateren wij dat het vooruitzicht
al weer positiever is dan wij enige tijd geleden nog dach
ten. De PAL/GL-fractie kiest er echter niet voor direct
voor Sinterklaas te spelen. Het lijkt ons niet verstandig
iedere keer als er geld over is dat direct uit te geven.
Ondanks de positieve resultaten zijn wij nog niet (als ik
het zo mag zeggen) uit de gevarenzone. Belangrijkste argu
ment om dat te ondersteunen is de lange lijst met mee- en
tegenvallers en de lange lijst met risico's zoals die is
gepresenteerd. De heer Krol heeft daar ook al aan gerefe
reerd.
Daarom zal de PAL/GL-fractie vandaag geen voorstellen doen
om nieuwe zaken te gaan financieren, met hoge uitzondering
van de motie met betrekking tot de Oldehove uiteraard. Wij
kiezen voor een gezond financieel beleid en de basis daar
van is de algemene reserve. Het positief resultaat van de
begroting zal daar aan toe moeten komen om eventueel toe
komstige tegenvallers mee op te vangen. Uiteraard betekent
dat niet dat wij geen wensen hebben, die zijn er wel. Daar
over zullen wij, zoals is afgesproken, in het voorjaar ver
der praten als wij de Perspectiefnota 1997 behandelen.
Er is echter nog wel een andere kwestie, waar wij tegen aan
liepen, die de aandacht vraagt. Vanaf 1 januari 1996 zullen
er geen stortingen meer worden gedaan in het Fonds maat
schappelijke activiteiten. Deze afspraak is gemaakt in de
verwachting dat na die datum een nieuwe vorm van minimabe
leid in werking zou treden naar aanleiding van de aanbeve
lingen van de Commissie evaluatie minimabeleid. Dit is ech
ter nog niet het geval en de gemeente zou op deze wijze een
jaar lang een instrument voor minimabeleid verliezen. Aan
de andere kant zien wij een overschot bij de bijzondere
bijstand, een overschot dat volgens afspraken in het Fonds
sociale vernieuwing gestort zou worden. Zoals reeds gemeld,
17