ken, worden betrokken. Binnen de systematiek kan dit tot extra stijging van de erfpacht leiden, binnen het systeem is dat niet onlogisch. Als de motie van de CDA-fractie wordt gevolgd, wordt de pijn zeer selectief verlicht, name lijk ten aanzien van die groep die de afgelopen veertig jaar heeft geprofiteerd van wezenlijk groter oppervlakte grond dan de anderen die daar dicht in de buurt woonden. Het is niet specifiek die groep die de kleine beurs heeft, het is de hele groep en dit is een selectief en toevallig uitgelicht doelgroepje dat de CDA-fractie met deze motie op het oog heeft. Bovendien is het denk ik een misverstand dat er afspraken liggen die over deze herziening heen zouden reiken. Het is min of meer een toevallige vaststelling op dat moment om een deel van de grond als minder waard als het ware te classificeren dan andere delen van de grond. Het achterwege laten van belasting van die extra grond, waar mensen lang van hebben kunnen profiteren, leidt juist niet tot een gelijkwaardige aanpassing, zoals de heer Bil ker die heeft bepleit, maar leidt tot een voor die speci fieke groep uitzonderingspositie ten aanzien anderen. (De heer Bilker: Maar het is veertig jaar lang een uitzondering geweest, daar gaat het om.) Ik heb in mijn eerste termijn proberen te benadrukken dat het inderdaad forse stijgingen betreft waar mensen wel eens zeer van kunnen schrikken, maar om nu één klein groepje dat ten opzichte van anderen meer heeft kunnen profiteren minder te laten schrikken, dat lijkt mij ook weer niet een echte oplossing. Daarbij stem ik ook nog in met de opmerking die door de heer Gros is gemaakt, dat als je nu deze verhoging van de canon achterwege laat voor die extra gedeelten van de grond, dan leidt dat vrijwel zeker tot moeilijkheden als zaken straks worden afgekochtTegen wat voor waarde moet dat dan worden afgekocht als je die nu niet vaststelt? Ik herhaal nog één keer mijn opmerking uit eerste termijn, want die dreigt bij al deze discussie toch wat in het niet te geraken. Wat ik wel kan voorstellen is dat los van de schrik die velen zal overkomen, deze categorie zeer zal schrikken. Ik wil nogmaals wijzen op goede voorlichting en het regelmatig bijhouden van de stand, zodat mensen niet met dit soort zeer onverwachte verhogingen geconfronteerd worden De heer Jacobse: Ik heb wat moeite met het onverwachte van de heer Sluiter. Iedereen die zo'n erfpachtcanon heeft weet dat die op een bepaald moment verloopt en aangepast zal worden en die weet ook hoe dat in deze gemeente verloopt of kan dat weten. (De heer Sluiter: Maar kan het in dit geval nu juist niet weten hoezeer het ineens toe zal nemen. Men wordt vrijwel zeker geconfronteerd met een verhoging die 54 niet verwacht werd.) Iedere verhoging is altijd te veel. Als ik er woonde zou ik het ook vinden. Maar de systematiek die deze gemeente hanteert is natuurlijk niet van vandaag, die hanteren wij al een aantal jaren, op zichzelf kan die bekend zijn. Wij hebben hier in mijn fractie langdurig over gesproken. Je moet kijken naar de totale woonlasten in zo'n situatie. Het erfpachtcanon is natuurlijk maar een onderdeel van die woonlasten, de waarde van de opstallen speelt ook een rol mee. De waarde van de erfpacht is mede gerelateerd aan de waarde van de opstallen. Op zichzelf is het een veel com plexere situatie dan je zo een-twee-drie zegt. De stijging van de erfpacht betekent een waardedaling van de opstallen in zijn algemeenheid. Voor de mensen die er thans wonen is dat uiterst vervelend in die zin dat hun opstallen bij ver koop minder waard worden. De mensen kijken namelijk naar het totale plaatje van de woonlasten. Op het moment dat zij meer aan erfpacht moeten betalen, kunnen zij minder betalen aan rente en dergelijke voor een hypotheek en dat betekent dat de waarde van die huizen min of meer minder wordt. Dat is een kwestie van hoe kijken mensen tegen woningen aan. Voor de mensen die er nu wonen is dat inderdaad een proble matische zaak, alleen de vraag is of je als gemeente op dat soort incidenten moet bouwen of dat je moet kijken naar de langere termijn. Alles afwegende zeggen wij toch dat de rechtsonzekerheid die in de stad ontstaat bij het aannemen van deze motie groter is dan de gevolgen voor het beperkte aantal bewoners nu. Dat leidt tot afwijzing van de motie. Mevrouw Van Annners (weth.)De heer Bilker geeft aan dat wij hier te maken hebben met beleid dat wij de afgelopen veertig jaar hebben gevoerd. Ik wil dat iets nuanceren, ik wil zeggen dat wij te maken hebben met een besluit dat wij ongeveer veertig jaar geleden genomen hebben en dat wij niet hebben kunnen aanpassen vanwege de erfpachtsbepalin gen. Die lagen vast en konden tussentijds niet worden ge wijzigd. Op dit moment kan dat wel. Wat is ons uitgangspunt op dit moment? Veertig a vijftig jaar geleden was het be leid om de woningbouw te stimuleren. Op dit moment is het beleid dat het uitgangspunt moet zijn de marktwaarde, de economische waarde. Op zich is dat niet iets nieuws, want ik heb net ook al aangegeven dat wij in 1982 alle erfpacht canons opnieuw getaxeerd hebben in de gemeente en dat heb ben wij gedaan op grond van de economische waarde. Dus alle mensen die op dat moment hun erfpacht wilden afkopen, de grond zelf wilden kopen, hebben dat tegen de economische waarde gedaan. Daarom is dit alleen maar continuering van 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 28