rond grote stedenbeleid, integraal veiligheidsbeleid en integraal wijkbeleid wijzen daarop ook. Met die gewijzigde financiering komt ook het zogenaamde collecteren voor soci ale vernieuwingsgelden bij buurtgemeenten om de hoek kij ken. Als centrumgemeente zal Leeuwarden grip moeten zien te krijgen op deze decentrale gelden. Mijn fractie hoort graag hoe het met de continuering van deze middelen tot 2001 op dit moment zit. Hierin zit het tweede punt, de gewijzigde opstelling van het rijk ten opzichte van sociale vernieu wing Ten derde Uit het beleidsvoorstel en uit de rapportages wordt niet altijd even duidelijk hoeveel geld en tijd precies gaat zitten in overheadactiviteiten, zoals overleg, afstemming tussen de verschillende beleidsterreinen zoals genoemd. Het mag duidelijk zijn dat bij afnemende middelen en een grote re nood bij achterstandsgroepen maximaal moet worden inge zet op het besteden van geld aan primaire activiteiten, dat wil zeggen aan het opheffen van maatschappelijke achter standen en sociaal isolement. Zie daar onze derde opmer king, de verhouding tussen overhead en primaire activitei ten. Mijn fractie vind de doelstelling achter sociale vernieu wing belangrijk en wij zouden niet graag zien dat deze doelstelling verloren zou gaan. Gelet op de geschetste ont wikkelingen dringen wij er echter bij het college op aan voor 1997 nog eens te kijken naar de toekomst van de socia le vernieuwing. Een hernieuwde discussie daarover lijkt, gelet op de door onze fractie gemaakte opmerkingen, wense lijk. Wij hopen dat de toegezegde voorstellen over de bun deling van krachten rond de terreinen grote stedenbeleid, integraal veiligheidsbeleid, integraal wijkbeleid en socia le vernieuwing daartoe mede een aanzet kunnen bieden. Welke nieuwe vormen uiteindelijk ook uit deze herschikkingen mo gen komen, mijn fractie pleit er voor op voorhand om de sociale vernieuwingsgelden primair rechtstreeks en maximaal in te zetten voor de absolute onderkant van de regionale samenleving Graag uw reactie hierop. Mevrouw De Haan (weth.)Ik zal proberen zo helder mogelijk aan te geven wat de reden is voor de onduidelijkheid in de raadsbrief Het is juist dat op dit moment een aantal ontwikkelingen lopen die het nodig maken om opnieuw naar de sociale ver nieuwing te kijken. Als de heer Koops zegt dat je in de toekomst aandacht moet schenken aan de doelstellingen van 58 sociale vernieuwing, dan ben ik het daar helemaal mee eens. Ik denk zelfs dat het voor de sociale vernieuwing een nieu we impuls zou moeten betekenen. Dan reken ik daar ook toe de werkwijze en de aanpak, de integrale manier van werken, het probleem oplossend werken en heel nadrukkelijk wat mij betreft ook het betrekken van betrokken personen daarbij Dat versta ik, even in het kort, over de aanpak. Die aanpak heeft zijn succes gehad en wordt overgenomen op een aantal beleidsterreinen Als je nu naar het convenant van het grote stedenbeleid kijkt, dan zie je dat daarin alle vormen eigenlijk weer terugkomen. Die olievlekwerking is er en dat is denk ik het succes van de aanpak van de sociale vernieuwing. Want dat was een van de doelstellingen en ook de ontkokering hoorde bij die aanpak. De andere aanpak, dat het gericht moet zijn op achterstandsgroepen en achterstandswijken, zijn doel stellingen waarvan het beleidskader nu ook zegt dat die absoluut niet verloren mogen gaan. Die houden wij er zeker in. Voor de rest hebben wij gezegd dat er een aantal ont wikkelingen zijn. Dat is het grote stedenbeleid, dat wordt denk ik een beetje de paraplu waar de sociale vernieuwing straks in moet passen. In ieder geval moeten die in elkaar geschoven worden. Maar ook andere ontwikkelingen, zoals hier bijvoorbeeld staat: sociale vernieuwing in het kader van onderwijsbeleid, ook op dat terrein zijn ontwikkelin gen. Ten aanzien van het wijkgericht werken: daar zijn wij op dit ogenblik binnen de gemeente mee bezig nieuwe plannen voor uit te denken. Die ontwikkelingen zijn nog net niet ver genoeg uitgewerkt om nu in het beleidskader sociale vernieuwing een helder beeld te scheppen. Dat was het las tige van op dit moment het beleidskader uitbrengen. Het betekent dat wij daar wel heel hard mee bezig zijn en dat wij wel zo snel mogelijk - ik kan daar niet een directe termijn aan verbinden, dat moet ook in het kader van het grote stedenbeleid - met plannen komen waarin de herdefi niëring van de sociale vernieuwing plaats vindtWat dat betreft wordt er voldaan aan wat de heer Koops wil. Maar als wij op het beleidskader sociale vernieuwing hadden ge wacht, waarvan wij toegezegd hebben dat wij dat aan de raad zouden voorleggen gelijk bij de begroting, dan zouden wij niet aan die afspraak met de raad kunnen voldoen. Wij heb ben er dus voor gekozen om het nu beknopt te doen, met een aantal onzekere nog onuitgewerkte zaken er in. Als wij het uitstellen, dan hadden wij de afspraak met de raad niet kunnen halen. Die afweging hebben wij gemaakt. Ik ben het met de heer Koops eens dat sociale vernieuwing qua doel stellingen overeind blijft, dat er een aantal nieuwe voor stellen moeten komen zodat de aansluiting met het grote stedenbeleid, de aansluiting met het wijkgewijze werken, de aansluiting met het onderwijsbeleid, gemaakt wordt. 59

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 30