king tot de financiële positie van corporaties de vinger aan de pols moeten houden, want wij kunnen inderdaad, wanneer dat fout loopt, wel degelijk worden aangesproken voor de helft (dat is gebruikelijk) van de eventuele saneringskostenDan gaat het om grote bedragen, dus dat moeten wij niet hebben. Wij hebben daar twee instrumenten voor. Het is niet zo dat wij helemaal niet weten wat er bij de corporaties gebeurt. Er is natuurlijk ieder jaar sowieso een begroting en een beleidsplan en op grond daarvan kunnen wij in hoofdlijnen zeker de positie van de corporaties inschatten en eventueel van kanttekeningen voorzien. Dat laat onverlet dat wij in het kader van de BBSH behoefte hebben aan meer gedetailleerde afspraken, overigens over en weer, want corporaties hebben er belang bij te weten wat het beleid van de gemeente op een aantal terreinen is, zodat ook hun investeringen en hun beleidsplan gewaarborgd zijn. Wij zijn bezig om dat deelconvenant BBSH vorm te geven. Wij hebben hier eerder een raamconvenant vastgesteld. Het is nog even de vraag of wij voor alle terreinen in het kader van de BBSH doen, of wij het in één keer doen of een aantal compo nenten er uit pakken. Ik ga ervan uit dat wij de komende maan den toch een aanzienlijke stap vooruit kunnen doen waar het die deelconvenanten betreft. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 15, 16 en 17 (bijlage nrs201, 200 en 185) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 204). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling verdeelbesluit stadsvernieuwing 1996. Mevrouw De Jong: Over de ontwikkeling met betrekking tot de 22 stadsvernieuwing hebben wij nog een opmerking. Wij hebben dit ook al eerder aangekaart Bekend is dat de vier grote steden al hebben aangegeven dat zij geld extra nodig hebben voor stadsvernieuwingsgelden, waarbij overigens de verwachting zal zijn dat zij van het rijk mogelijk f 5,5 miljard kunnen krijgen. Ook binnen het overleg van de 23 middelgrote gemeenten wordt getracht om zo goed mo gelijk aan te geven wat de werkelijke kosten zijn van de stadsvernieuwing in die steden. Wij dringen er op aan dat ook in verband met de 23 middelgrote gemeenten zo spoedig mogelijk bekend wordt gemaakt hoeveel geld zij denken nodig te hebben, net zoals de vier grote gemeenten dat hebben gedaan. Met betrekking tot de wateroverlast in Bilgaard het volgende. Het blijkt dat drainagemaatregelen geen structurele oplossin gen brengen voor het probleem in verband met dichtslibbing Niet alleen in Bilgaard is dit overigens een probleem, wij hebben begrepen dat dit op meer plekken in Leeuwarden het ge val is. De vraag is of het ook interessant is om bijvoorbeeld het Van Hallinstituut te vragen om te onderzoeken welke oplos singen er wel mogelijk zijn om aan dit Leeuwarder probleem iets te doen en wellicht ook op een iets goedkopere manier dan de f 1 miljoen die gereserveerd zou moeten worden als je zou draineren. De hear De Jong: Nei oanleiding fan punt 4, de sloop fan de S8 Jan Evenhuisstraatnimme wij oan dat de sloop net in ütmakke saak is, mar dat yn de tiid en goed trochtochte beslissing nommen wurdt mei dêryn ek düdlik meinommen de hjoeddeiske gu- enstige üntwikkelingen yn dy flat, sadat it gebou mooglik sparre wurde kin. De heer Bakker: Leeuwarden heeft een traditie in de stadsver nieuwing hoog te houden en mijn fractie is van mening dat op basis van de in 1993 uitgebrachte notitie "Nog tien jaar laat ste loodjes" wij daarin zullen slagen, dit ondanks het feit dat de financiële middelen terug lopen. Die terugval van fi nanciële middelen vergt van ons de nodige creativiteit. Wij vragen ons af of het niet mogelijk is meer middelen vrij te maken voor stadsvernieuwing. Een tweetal voorbeelden hoe dat zou kunnen. Wij hebben in de commissie al gezegd dat wij het prettiger zouden vinden als aanvullende onderhoudskosten, bijvoorbeeld zoals Achter de Hoven nodig zijn (dat project is al een keer 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 12