te gaan en om die in volgende jaren los te laten, omdat moge lijkerwijs een vergroting van het aantal mensen in het collec tief systeem zou kunnen leiden tot een daling van de individu ele vervoersvergoeding en een verlaging van het aantal mensen in het collectief systeem zou kunnen leiden tot een verhoging van de individuele vergoeding. Daarom willen wij die loslaten. Dat brengt mij automatisch op het derde punt dat door alle fracties naar voren gebracht is, het delegatiebesluit. Als ik de motie van de heer Biemans bekijk, dan zou dat verre gaande consequenties hebben. Ik zou er veeleer voor voelen, ik heb dat in de commissie ook uiteen gezet, dat zodra er sprake is van exogene factoren, kabinetsbesluiten of wat voor ontwik kelingen ook die de hoogte van de individuele vergoeding dras tisch zouden moeten aanpassen, dat ik dan uiteraard naar de commissie toekom om daarover te spreken. Wat mij betreft is de situatie dan zo dat de raad het college advies geeft en ik neem dat mee terug naar het college. Wat mij betreft zijn de lijnen dan heel kort. Blijkt uiteindelijk dat wij het niet eens kunnen worden - ik ga daar niet vanuit - met de meerder heid van de commissie, dan staat de weg open. Dan kan de raad daar altijd nog wat dat betreft aan te pas komen. In die zin zou ik de opmerkingen die door de heer Hoogeveen en ook door de heer Van Olffen zijn gemaakt willen onderstrepen. Dat zal mijn beleidslijn namens het college zijn. Dus korte lijnen en niet op dit ogenblik het delegatiebesluit intrekken, want ik denk dat dat verregaande consequenties heeft. (De heer Van Olffen: Betekent dit nu dat de wethouder ieder jaar wanneer hij gaat vaststellen naar de commissie komt, of handelt hij naar zijn bevind van zaken.) De heer Van Olffen weet precies wat ik in de commissie gezegd heb. Als het gaat om het aanpas sen met de inflatiepercentage lijkt het mij niet voor de hand liggend dat ik daar de commissie over om advies vraag, als het gaat om substantiële afwijkingen die door andere factoren wor den beïnvloed is het natuurlijk voor mij heel duidelijk dat ik de raad om advies vraag. Er zijn nog een aantal losse opmerkingen gemaakt door andere woordvoerders De opmerking die de heer Hoogeveen namens zijn fractie met betrekking tot de FRAM kan ik onderstrepen. Die verdient in derdaad een compliment. Dat is overigens ook door andere spre kers opgemerkt. Men is al aan het werk met verbeteringen. Er zijn een paar voorbeelden genoemd. Ik denk dat als je kijkt naar de uitslag van de enquête dat wij voor 1 april a.s. goede offertes verwachten van de maatschappijen die gaan inschrij 38 ven. De raad weet ook dat wij daar al een besluit over genomen hebben Ik denk dat ik hiermee de meeste vragen en opmerkingen heb beantwoord. Ik wou het hier bij laten in eerste termijn. De heer Biemans: Ik wou mij beperken tot de twee moties die ik heb ingediend. De motie ten aanzien van het bovenregionaal vervoer. Ik heb de wethouder niet horen zeggen dat de gemeente geen individuele zorgplicht heeft en bij individuele zorgplicht hoort individueel maatwerk. Op het moment dat mensen een be roep moeten doen op een hardheidsclausule levert dat weer een hoop bureaucratisch werk op. Dan kies ik voor de simpele op lossing om in de vervoersvoorziening een bepaling op te nemen dat mensen die aantoonbaar veel sociale contacten buiten de regio hebben waar het collectief vervoer op van toepassing is, aanspraak kunnen maken op een aanvullende vergoeding. In feite is dat het inbouwen van een hardheids-clausule, zoals de wet houder dat noemt, maar dat kan al in de uitvoerende zin onmid dellijk meegenomen worden, terwijl mensen anders eerst een beschikking krijgen, daarna nog eens een beroep moeten doen op de hardheidsclausule en eventueel ook nog in beroep moeten gaan. Ik houd het liever simpel en werk naar een eenvoudige bepaling in de verordening. Wat betreft de financiering daarvan heeft de wethouder in de commissie een bedrag van f 7,5 ton genoemd. Dat was gebaseerd op het totaal aantal gebruikers van het collectief systeem. Mijn opmerking dat het moet gaan om mensen met aantoonbaar veel sociale contacten buiten de desbetreffende regio, als je dat er in betrekt, dan zal het nooit alle mensen betreffen die gebruik maken van het collectieve systeem en dat hoeft ook niet, omdat het gaat om een individuele zorgplicht. Ook de financiën vallen hard mee. Bovendien vind ik het wat wrang naar de Wvg-gebruikers toe als wij weten dat er een overschot is - weliswaar niet precies hoe hoog - om dan te moeten horen dat het financieel argument voor de wethouder zo zwaar weegt. Natuurlijk heb ik ook oog voor de financiële argumenten, maar gezien het geringe aantal mensen waar het om zal gaan, denk ik dat ook dat wel mee zal vallen. Dat zal best gefinancierd kun nen worden uit het budget dat wij beschikbaar hebben. Dan wat betreft de delegatie. Ik hecht aan een juiste democra tische besluitvorming, maar dan ook helemaal. Op het moment

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 20