volken, hem ook van harte feliciteer met het opvullen van de
lacune Greving. Het aantal afgestudeerden is nu weer op negen
gekomen en is daarmee een aardige afspiegeling van de Neder
landse samenleving. Mag ik namens de raad deze felicitaties
overbrengen
Punt 1
De Voorzitter: Aan de orde is het Vragen half-uurtje.
Mevrouw Tiemersma: Bij het Blijf van mijn Lijf Huis, een van
de centra voor maatschappelijke opvang, worden tot 1 januari
a.s. de kosten van de directiefunctie nog gefinancierd uit het
Fonds Sociale Vernieuwing. Zoals het nu lijkt zijn er na 1
januari geen middelen meer beschikbaar ter financiering van
deze functie. Ik zou daarom graag van het college willen weten
of en zo ja welke mogelijkheden zij ziet om deze functie ook
na 1 januari te bekostigen.
De heer De Jong (weth.)De situatie is, dat geeft mevrouw
Tiemersma al aan, zeer problematisch wat betreft de continue
ring van die coördinatiefunctie bij Blijf van mijn Lijf. Ik
constateer overigens ook dat bij de behandeling van de
Perspectiefnota in juni van dit jaar de raad geen middelen
beschikbaar heeft gesteld voor die coördinatiefunctie. Dat is
een constatering die ik nog een keer doe. Ten derde is het zo
dat dit jaar vanuit het Fonds Sociale Vernieuwing die coördi
natiefunctie tijdelijk wordt gehonoreerd. Op termijn - maar
dan ben ik echt op termijn bezig - denk ik dat je zult moeten
kijken naar het totale budget van de maatschappelijke opvang.
Dat heeft ook te maken met de mogelijke eigen bijdrage rege
ling van bewoners van de Terp, zodat je dan binnen het totale
budget van de maatschappelijke opvang misschien meer schuifmo
gelijkheden krijgt. Dat verhaal gaat denk ik op z'n vroegst,
als ik zo het speelveld eens overzie, in 1997 lopen. Dat laat
onverlet dat wij op dit ogenblik voor 19 96 nog geen middelen
hebben gevonden. Overigens heb ik na de zomervakantie contact
gezocht met het College van Gedeputeerde Staten aangaande de
maatschappelijke opvang en ook het onderdeel Blijf van mijn
Lijf was daarbij aan de orde. Ik kan u zeggen dat ik aanstaan
de donderdag nog eens overleg heb met in dit geval Gedeputeer
de Brandsma over de maatschappelijke opvang en daar zal onge
4
twijfeld ook Blijf van mijn Lijf aan de orde komen. Op dit
ogenblik, zeg ik u, heb ik nog geen oplossing.
De heer Krol: Voorzitter, ik heb u vrijdag j.l. verzocht van
daag tijdens deze raad te mogen spreken over het zogenoemde
Herenakkoord. Ik doe dat verzoek nogmaals hier in de raad op
grond van het Reglement van Orde om vanavond te kunnen spreken
over het Herenakkoord.
De Voorzitter: Dat is juist, u heeft mij dat vrijdag mondeling
kenbaar gemaakt. Toen waren wij beiden nog in de veronderstel
ling dat het woord "interpellatie" misschien wel in ons Regle
ment van Orde voor zou komen. Dat is niet het geval, daarvoor
moeten wij toch naar hogere orden. Het kan wel volgens artikel
34 van ons in juni 1994 bijgesteld Reglement van Orde. Dat
gaat namelijk over de rechten van de leden, die rechten houden
in dat zij ook zaken buiten de agenda om aan de orde mogen
stellen, bijvoorbeeld moties, als die maar schriftelijk zijn
geformuleerd dan kan dat als zodanig als schriftelijk voorstel
dienen. Nu hebt u dit hier uitgedeeld aan een aantal leden,
mag ik u verzoeken ook ten behoeve van de behandeling en de
voorbereiding - dat zal namelijk aan het eind van de agenda
geschieden als alle andere punten zijn afgerond, aldus dat
zelfde reglement - voor de verspreiding van de tekst zorg te
dragen zodat echt aan artikel 34, namelijk schriftelijke voor
bereiding, wordt voldaan. (De heer Krol: Dat zal in de pauze
gebeuren, voorzitter, dat zeg ik u toe.)
Dan is hiermee de agenda aangevuld met het door de CDA-fractie
aangekaarte onderwerp, het Herenakkoord.
Punt 2
De notulen van de vergadering van 9 oktober worden ongewijzigd
vastgesteld
Punt 3
Rondgezonden mededelingen.