zeker aan de minister op zullen sturen en dat wij ook een aantal opmerkingen zoals hier nu gemaakt zijn zullen verwoorden in een aanbiedingsbrief. De heer Koops zei ook dat wij met de beschikbare middelen het maximale moeten doen. Mevrouw Schaafsma zei dat je alle moge lijkheden moet benutten die er zijn. Mevrouw De Bruin onder andere zei dat er nog veel werk te verrichten is. Dat is inder daad een feit. Maar zoals de heer Koops ook zei, wij moeten niet de verwachting wekken dat wij op hele korte termijn alles kunnen uitvoeren wat er aan aanbevelingen gedaan wordt, want het heeft natuurlijk ook te maken met de financiële mogelijk heden van de gemeente. In die zin denk ik dat hij gelijk heeft dat wij dit zoveel mogelijk moeten proberen, zonder de verwach ting te wekken dat wij alles kunnen. Mevrouw De Bruin sprak over stortingen in het noodfonds, anderen hebben gesproken over de herijking van de bijzondere bijstand. Het is eigenlijk onze bedoeling om de bijzondere bijstand op een dermate manier in te richten dat calamiteiten niet meer uit een noodfonds bekostigd hoeven te worden, maar dat die juist ook uit de bijzondere bijstand bekostigd kunnen worden. Om dan op dit moment te gaan zeggen dat wij weer over gaan tot storting in het noodfons, lijkt meer eerlijk gezegd een beetje te vroeg. Wij zullen met voorstellen komen om de bijzondere bijstand zodanig in te richten dat storting in het noodfonds in ieder geval niet meer nodig is Mevrouw De Bruin heeft het nog gehad over de subsidiëring van Anders Actieven. Ik kan zeker niet de toezegging doen dat wij de volgende vergadering van de Commissie Economische en Sociale Zaken met een voorstel daarover zullen komen, want van die commissievergadering is de agenda al klaar en rondgestuurd. Zij zal begrijpen dat het college nog geen voorstel heeft gedaan omtrent eventuele subsidiëring van Anders Actieven. Er is wel een besluit genomen door deze raad om die subsidiëring af te bouwen. Er is door een aantal partijen gezegd dat daar nog eens naar gekeken moet worden. Wij zullen daar nog eens naar kijken, maar in de eerstkomende commissievergadering zal dat zeker niet het geval zijn, maar voor een eerstvolgende commissievergade ring zal u zeker een voorstel bereiken, eventueel ten aanzien van de subsidiëring dan wel als het ons onmogelijk is om daar iets voor te vinden dat aan u mee te delen, zodat de commissie zelf de afweging kan maken of zij het wel of niet doet. De heer Jacobse zei dat wij in de commissievergadering nog eens terug zouden moeten komen op de koudetoeslagNu weet ik niet zeker of hij tijdens het vragenhalfuurtje geluisterd heeft, maar ik meende dat ik daar al uitgebreid op in was gegaan. Ik vraag mij af of wij daar in de commissievergadering nog eens op in moeten gaan. (De heer Jacobse: Ik heb de wethouder heel goed beluisterd en ik heb met name zijn opmerking beluisterd dat het in extreme omstandigheden wel eens bijzonder veel geld zou kun nen kosten. Dat was voor mij de reden om die vraag te laten staan. Ik was overigens van de uitwerking van het beleid niet 20 op de hoogte, wat dat betreft was het voor mij nieuw dat het bestaand beleid was. Ik kreeg de indruk dat het dat ook was voor andere fracties. Maar over de uitwerking daarvan lijkt het mij toch verstandig dat wij daar in de commissie over van ge dachten wisselen. Daarom heb ik die vraag laten staan.) Ten aanzien van die koudetoeslag maakte de heer Bilker een opmerking over het feit dat bij de herijking van de bijzondere bijstand de CDA-fractie geen behoefte heeft aan een eventuele eenmalige bijdrage aan de minima voor goederen die kapot zouden kunnen gaan, een wasmachine en dergelijke. Ik vond dat een beetje in tegenspraak met het idee dat de CDA-fractie opperde in de brief aan het college, namelijk het idee om wel catego raal een koudetoeslag te geven. Ik vroeg mij een beetje af of dat niet in tegenspraak is met elkaar. (De heer Bilker: Nee, want ik koppelde daar de opmerking aan vast, zoals ook in het beleid verwoord staat, dat dat op zich niet hoeft, want er is al sprake van maatwerk als je het hebt over de bijzondere bijstand en dat vonden wij daaronder passen.) Hetzelfde geldt dus voor de koudetoeslag. Mevrouw Schaafsma maakte nog twee opmerkingen waar ik op in wil gaan Wat gaan wij doen met de aanbevelingen die kosteloos zijn? Die gaan wij uiteraard uitvoeren, alleen moet er wel even bij gezegd worden dat ook daarin wel een bepaalde tijdsvolgorde zit. Wij kunnen natuurlijk niet alles in één keer invoeren. De tijdsplanning met de exacte weergave komt. Mevrouw De Bruin: Nog twee opmerkingen. Wij houden toch vast aan dat noodfondsDe wethouder kan wel zeggen dat het niet echt zin heeft, want wij gaan sowieso aan de slag met die ruimte binnen de bijzondere bijstand, maar op wat voor termijn denkt de wethouder dat dan te doen? Misschien is daar pas sprake van in 1997, terwijl er op dit moment al voorbeelden zijn dat juist in ad hoe situaties niet een ade quate oplossing gevonden kan worden, omdat eerst de hele bu reaucratische papiermolen doorlopen moet worden. Op zo'n moment kan een noodfonds uitkomst bieden. Daarom houden wij daar toch aan vast De tweede opmerking is dat ik heel blij ben met de toezegging dat op de eerstvolgende commissievergadering (na maandag) er een voorstel voor de Commissie Economische en Sociale Zaken voorligt inzake subsidiëring Anders Actieven. De heer Koops: Even reagerend op wat zojuist gesteld is. Ik denk dat de behoefte aan een noodfonds vooral voortkomt uit de noodzaak tot versimpeling van procedures. Ik denk dat mijn fractie zich niet zo kan vinden in het antwoord van de wethou der Wat ik ook nog graag zou willen opmerken in de relatie tot de opmerking van mevrouw De Bruin en de wethouder ten aanzien van het voorstel Stichting Anders Actieven. Wij hebben in de com- 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 11