alsnog" de periode is van nu tot, zoals de wethouder zegt, oktober. Dat is niet wat mijn fractie heeft verstaan onder het woordje "vooralsnog". Om dat wat helder te maken,zeggen wij dat wij voor de lange termijn uitgaan van geen leges in dit ver band, mocht blijken dat het uit de hand loopt, dan kun je al tijd je beleid nog veranderen. Maar uitgangspunt is geen leges. Ik denk dat de strekking heel helder is. Wij zeggen dat wij onder "vooralsnog" verstaan uitgangspunt is niet, ook voor de lange termijn, dan kun je altijd nog zien en niet van nu tot en met oktober. De Voorzitter: Mag ik u dan vragen dat door uw uitleg het woordje "vooralsnog" en de betekenis die u er nu aan geeft moet worden gelezen als "in beginsel"? (De heer JacobseDaar heb ik geen bezwaard tegen.) Ik denk dat dat de helderheid van de eventuele stemming over de motie ten goede zal komen, maar het is niet aan mij om moties te veranderen. Maar voor de helder heid van wat de raad nu gaat zeggen, vond ik dat ik u die vraag kon stellen. Dat betekent dus dat u uitsluitend op basis van inhoudelijke factoren, los van een automatisme om na verloop van tijd een voorstel te ontwikkelen, wat je zou kunnen lezen in het huidige voorliggende preadvies, nu de uitspraak van de raad wil dat men in beginsel afziet van het vragen van een burgerbijdrage(De heer Jacobse: Dat is correct De heer De Beer: Ik heb overigens begrepen dat dit overeenkomt met datgene wat de wethouder net heeft toegezegd. Als dat zo is, hebben wij geen behoefte aan de motie. Dat komt ook overeen met datgene dat de wethouder als antwoord gegeven heeft op de vragen in de commissie, alleen vind ik het zo jammer dat dit nu niet duidelijker in de aanbiedingsbrief is gekomen, dat had ge kund. De heer Brinks (weth.)Het had misschien helderder in de aan biedingsbrief verwoord kunnen worden, maar het is in feite wat ik in de commissie gezegd heb. In de commissie werd breedge- dragen gezegd, doe dat niet, want misschien is het lak wel duurder dan de brief. Ik heb gezegd: laten wij er dan eerst even ervaring mee opdoen en mocht het zo zijn dat het toch nodig is, dan komen wij met voorstellen. De heer Jacobse: Als wij het inhoudelijk eens zijn, dan trek ik de motie in. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 26 Punt 15, 16 en 17 (bijlage nrs11, 22 en 19). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 17) De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen Verdeelbesluit 1996 Fonds Additionele Werkgelegenheid. De heer Koops: Mijn fractie is in de commissie akkoord gegaan met het Verdeelbesluit 1996 Fonds Additionele Werkgelegenheid. Edoch bij het nalezen van het stuk en in het bijzonder de korte toelichting die erbij zit, punt 7, waar melding wordt gemaakt dat op de korte termijn uitgaven zijn voorzien op een aantal terreinen waaronder bij punt b. financiële verplichtingen als gevolg van beëindigingssubsidie per 1995 vanuit de werksoort PMZW, komt bij ons de vraag op wat met dit punt bedoeld wordt. Als het antwoord daarop is dat het wachtgelden betreft, dan is voor ons de vraag aan de orde of het terecht is dat de wacht gelden betaald worden uit dit verdeelbesluit. Daarop zouden wij graag een antwoord willen van het college. Mevrouw De Haan (weth.)De discussie over de wachtgelden PMZW, dat geldt ook voor het JWL, is indertijd in de commissie aan de orde geweest. Dat heeft plaatsgevonden in de tijd dat ik net wethouder werd. Toen lag er een voorstel van het college om de wachtgelden te betalen vanuit het Fonds Additionele Werkgele genheid, omdat ze niet geraamd waren, gezien de hele voorge schiedenis. Vervolgens heeft de commissie daarvan gezegd dat zij dat niet terecht vond en heeft het college besloten dat er een andere dekking gezocht zou moeten worden. Dat voorstel over die andere dekking komt er nog aan. In de tussentijd zijn de wachtgelden betaald uit het Fonds Additionele Werkgelegenheid, maar dan wel onder de toezegging dat als die andere dekking er komt die gelden terug gestort zouden worden. Wat hier bedoeld wordt zijn in feite dus niet de wachtgelden, maar zijn mogelijke tekorten die eventueel zouden gaan ontstaan als er een liquida-tiebegroting van PMZW aan de orde is. Wij moeten nu nog de af-rekening krijgen, dan krijgen wij uiteindelijk een liquidatiebegroting en wellicht ontstaan daar dan tekorten, waarmee wij in het fonds rekening houden. Dat hele verhaal van de wachtgelden wordt nog afgerond, daar komt nog een voorstel over, het is alleen tijdelijk uit het fonds gefinancierd, omdat wij het nu eenmaal moesten betalen. De VoorzitterAan de orde is de stemming 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 14