Hij dient geen motie van wantrouwen of afkeuring in. Ik ga ervan uit dat hij dat in tweede termijn nog zal gaan doen, want dat zal toch wel moeten bij zo'n verhaal. De heer Jacobse mag nu al vast weten dat wij die niet zullen steunen, wij hebben het volste vertrouwen in deze wethouder. Mevrouw WaandersDe heer Krol benadrukt nog eens dat de kwestie van het tijdig informeren van de raad zeer serieus wordt genomen door de CDA-fractie en dat het om die reden vanavond opnieuw is aangedragen. Het is op zich terecht om daar zo'n belang aan te hechten. Dat geldt evengoed voor onze fractie, dat is ook gebleken tijdens de commissievergadering waarin de peuterspeelzaal aan de orde was. Daarmee was voor ons die discussie ten einde, voor de CDA-fractie niet. Wat ik naief vind, is dat de CDA-fractie zegt dat zij de wet houder niet persoonlijk heeft willen beschadigen. Ze grijpen het punt van de peuterspeelzaal vervolgens wel aan om uitge breid in te gaan op het functioneren van de wethouder. Dat mondt uit in een motie die met de wethouder in eerste instantie niet zoveel te maken heeft. Dan blijft er uiteindelijk niets anders over dan het beschadigen van een wethouder. Dat vind ik ongelooflijk naief, met het accent op ongelooflijk. De heer Jacobse: Ik heb er alle begrip voor dat partijen ge reageerd hebben zoals ze gereageerd hebben. Opnieuw een wet houder vervangen, komt dat sterk of juist niet sterk over en wie moet hem dan vervangen, kunnen wij wel een sterkere terug krijgen? Voor collegepartijen is zo'n afweging heel begrijpe lijk. Alleen mijn fractie heeft een ander probleem. Wij hebben tijdens de verkiezingscampagne en ook daarna als speerpunt ge had een goede financiële planning en geen overschrijding meer en een beter contact tussen burgers en mensen die gekozen zijn. Wij hebben ook steeds gezegd dat wethouders die niet goed fun ctioneerden vervangen moesten worden. Wat de heer Hoogeveen ook zegt over wat partijen in commissies en kranten zeggen, de wet houder krijgt in de commissie wel klap na klap te verduren van vrijwel alle partijen. Ik heb dat zelf een keer mogen meemaken. Ik heb ook in de eerste termijn een aantal dingen aangegeven die voor mijn fractie van uitermate groot belang zijn, die onder deze wethouder niet tot stand zijn gekomen tot op heden. Wij hebben grote twijfels of het wel goed komt. Waar je met LIS, het besturingsmodel, sterk, breed gedragen bestuurders nodig hebt, waar je in LIS sterk geïnvesteerd hebt, moet je ook voor de politieke top duidelijk zijn in je eisen. Wij hebben gezegd dat wij dat zouden zijn en wij doen dat dus ook, zo wil len wij dat ook. Wij hebben altijd als fractie het standpunt ingenomen dat moties indienen waarvan je van tevoren weet dat je als enige partij daar voor bent, dat niet de meest zinvolle manier is om een debat aan te gaan. Maar het komt wel eens uit dat je dingen van tevoren anders inschat, dan kan, maar als je dat van 50 tevoren weet waarom zou je dat dan doen? Maar als partijen nu werkelijk willen dat er zo'n uitspraak komt, dan zijn wij echt de beroerdste niet om dat even op papier te zetten. Maar het is volstrekt helder wat wij vinden wat moet gebeuren. Als dat met twee stemmen voor vervolgens hier formeel vastgesteld moet worden, is mijn fractie daar best toe bereid. Maar het lijkt mij dat het zo volstrekt helder is. De heer Brok: Ik wil toch nog even ingaan op het verhaal dat de heer Krol in tweede termijn richting mijn fractie heeft geuit. Hij zegt dat de CDA-fractie sinds zij geen deel meer uitmaakt van het college terug valt op haar verkiezingsprogramma. Dat is duidelijk en ik begrijp dat ook heel erg goed, maar waar ik vooral de heer Krol op gewezen heb in eerste termijn, is dat hij richting mijn fractie een opmerking maakt over ons stem gedrag, de motie die wij ingediend hebben bij het Stadskantoor. Ik heb toen gezegd dat die discussie daar een hele andere was en ik heb vooral tegen de heer Krol gezegd in eerste termijn dat de CDA-fractie zich niet uitgenodigd heeft gevoeld - laat mij het sympathiek formuleren - om bij de discussie over het Stadskantoor op basis van harde argumenten, harde feiten, te zeggen: hier is het college echt verkeerd gegaan, wij steunen die motie. Als de CDA-fractie dat toen had gedaan, dan vind ik ook dat de CDA-fractie richting de WD-fractie een opmerking mag maken over ons stemgedrag over die drie maanden te laat informeren, waarbij de wethouder drie keer zijn verontschuldi gingen heeft aangeboden. Dat zijn twee hele andere zaken, je moet geen appels met peren vergelijken naar mijn mening. (De heer KrolMijn opmerking ging niet zozeer over stemgedrag in eerste termijn, die opmerking ging over het belang dat de WD- fractie toen hechtte, en ik neem aan nu nog hecht, aan het fenomeen van informatievoorziening en verstrekking, het al of niet verkeerd informeren of onvoldoende informeren van raads leden op vragen. Daar ging het mij om en om aan te tonen dat ook de WD-fractie daar uitermate aan hecht. Het ging dus niet om stemgedrag, maar om het verhaal inhoudelijk scherp neer te zetten. Ik denk dat de heer Brok daar geen bezwaar tegen zal kunnen hebben.) Als ik mij dan aan dat laatste deel houd en niet op dat eerste deel terugkom, want ik denk dat wij elkaar op dat punt niet zullen vinden, dan vindt de WD-fractie dat nog steeds, maar dit is een hele andere situatie. Je kunt geen appels met peren vergelijken. De CDA-fractie valt terug op het verkiezingsprogramma. Ik wil daar in de toekomst helemaal niet telkens op terug komen, want de heer Krol doet net of ik elke raadsvergadering daar op terug kom. Ik heb er een paar keer bij de begrotingsbehandeling op gewezen, die 0,7% lastenverlichting waar ik het eerst over had en toen opeens 7,5%, dat is de eerste keer dat ik dat gedaan heb en vanavond dus de tweede keer. Ik zal het geen derde keer meer doen. De heer Krol valt nu terug op het verkiezingsprogramma, maar wordt het dan nu niet pijnlijk duidelijk dat hij in het ver leden zo ongelooflijk veel compromissen heeft gesloten en in het verleden vaak een verlengstuk is geweest van een andere 51

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 26