Verder ben ik van mening, dat een provinciale GGD grote voor delen moet gaan bieden voor een eenduidig beleid inzake de rampenbestrijding. Aangezien deze nu, bijvoorbeeld waar het gaat om georganiseerde oefeningen, slecht is geregeld. Friese gemeenten zijn zeer karig in het beschikbaar stellen van gelden voor de door de GGD's georganiseerde rampenoefeningen. Het amendement van D66 hierover heeft dan ook mijn instemming. De Voorzitter: Ik stel u de vraag of u het met mij ook ver standig vindt, los van de handigheid dat je dan even je beant woording kunt voorbereiden, even een koffiepauze in te lassen. De Voorzitter schorst om 20.50 uur de vergadering. De Voorzitter heropend om 21.10 uur de vergadering. De voorzitter: Ik wil namens het college ingaan op de bijdrage van de fracties in eerste termijn ter zake van Fryslan fernijt. In feite zijn er een viertal hoofdonderwerpen door bijna alle sprekers van de fracties naar voren gebracht De voorstellen richting provinciale of intergemeentelijke GGD, de milieudienst, de politie en de positie Leeuwarden annex de discussie over herindeling ja of nee. Wat betreft het eerste punt, zal ik mij als portefeuillehouder bestuurlijke organisatie beperken tot de opmerking dat ter zake van de GGD de overweging heeft gegolden dat het in wezen een lokale taak is en dat eigenlijk ook in de uitvoeringsorganisa tie qua karakter dus een gemeenschappelijke regeling zou moeten blijven. Wethouder De Jong zal hier straks nader op ingaan wat betreft de inhoudelijke argumentatie. Wat betreft milieu ongeveer hetzelfde. Leidinggevend in het voorstel was en is dat één uitvoeringsorganisatie gedragen door gemeenten zeker ook nog de ruimte in zich draagt en ook de varianten zeker zal kennen, die verder moeten worden uitge werkt, van een gedeconcentreerd werken in de vorm van bijvoor beeld het centrumgemeentemodel. Die ruimte zit zeker nog in de huidige voorstellen en in feite is nog geen eindvoorstel ge maakt. Naar behoefte zal wethouder Brinks daar eventueel straks nog nader op ingaan. Ik zeg u hier, dat die ruimte zeker in een uitwerking door ons zal kunnen worden benadrukt, onder hand having van het huidige voorstel om toch te komen tot één uit voeringsorganisatie met één aansturing. De politie Met name door de heer Brok - en ik deel de opvatting van anderen - zijn een aantal bestuurskundig zeer consistente en daardoor ook interessante opmerkingen gemaakt. Maar ik wil ze toch vanuit een andere invalshoek hier beoordelen. Het kern argument, één van de eerste kernargumenten, genoemd door de heer Brok, namelijk dat we toch al met een vrij kleine Friese politieregio te maken zouden hebben, waar de lijnen al kort 26 zijn en waar je dus niet verder moeten versnipperen wat betreft beheer, deel ik zeker niet. Als wij kijken naar de 25 Nederlandse politieregio's dan is de Friese één van de 12 a 13 regio's die in de bovenste helft van sterkte zitten. Er zijn ongeveer evenveel regio's die kleiner zijn dan er groter zijn. Bovendien blijkt nu al dat de indeling, want die is er nu ook al, in vier districten met gemiddeld een sterkte van 250 a 300 agenten moeilijk aanstuurbaar is. Ook via een begin van een mandetering op dat districtelijk niveau. Het gaat dan om gemid deld, buiten Leeuwarden en Boarnsterhim zoals bekend het vierde district bestaande uit twee gemeenten, 9 a 10 gemeenten per district. Dat is nu al qua beleidsbeïnvloeding vanuit het lokale niveau zeer belangrijk. Ook in de voorstellen van Fryslan fernijt om integraal veiligheidsbeleid te bepalen door gemeenteraden vertaald te krijgen in projecten die ook geld moeten krijgen, die ingeroosterd moeten worden, die operatio neel moeten worden gemaakt op een niveau onder de grote regio, is nu al zeer moeilijk. In feite, en ik geef toe dat dat ook bij mandatering het geval kan zijn, is dat de reden om altijd over een groter aantal subregio's, dus gemiddeld kleiner dan de huidige districten, onder de regio te gaan praten. Het gaat nu om het ook door de heer Brok als subtiel aangeduide onderscheid tussen een zodanig gemandateerd verdeelsysteem over een nader aantal te bepalen subregio's of dat je zegt nee, dat doe ik voluit, ik noem dat decentralisatie onder gebruikmaking van artikel 36, lid 2. Want dan pas - en nu kom ik op het tweede argument van de heer Brok - is onze zienswijze - en ik spreek nu dus uitdrukkelijk als bestuurder van Leeuwarden want daar voor zitten we hier - is echte lokale beïnvloeding van dee.lge- biedspolitie mogelijk, is de visie van de opstellers, ook van Fryslan fernijt. Want dan krijg je echt dat ook op deelgebieds niveau, dus bijvoorbeeld het niveau Leeuwarden/ Boarnsterhim (laten we ons huidige district als voorbeeld nemen, die ook in de voorstellen niet zal worden veranderd, lijkt het wel, qua gebiedsindeling) de mogelijkheid bestaat dat twee gemeenteraden twee keer lokale prioriteiten stellen, ieder op zijn niveau en dat hun portefeuillehouder, de burgemeester, ervoor zorg draagt d?t met de instrumenten die je dan krijgt;, namelijk echt afge leid beheer vanuit het door de staten vastgesteld beleidsplan, door de staten vastgestelde sterkte, door de staten vastge stelde financiële verdeling, om daarbinnen uitdrukkelijk als de hoofd-gebruiker van het instrument politie, en dat is een lokaal instrument wat ook alleen maar gebruikt kan worden in de gezagsuitoefening door lokale gezagsdragers. Staten hebben inhoudelijk als zodanig met het politieproduct immers niets van doen en zullen dat ook niet krijgen. Beheer is een heel ander vak dan het beïnvloeden en besturen productinhoudelijk van politie. Dat is de reden om dan ook voluit te kiezen, alhoewel het simpel lijkt om te zeggen dat nu de regionale hoofdlijnen van beheer schuiven naar de staten en Commissaris der Koningin is een provinciale bestuurder, dus dat hoort allemaal bij elkaar. Het lijkt dan simpel om te zeggen dan mag er ook verder geen enkele decentralisatie plaatsvinden aan andere gezags dragers om dat vandaar uit af te wijzen. Ik denk dat het aan sturen van politie altijd twee kanten heeft gehad. De beheers kant, maar zeker ook het inbrengen van lokale prioriteiten, die je moet zien te vertalen naar een daadwerkelijke aanpak, die 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 14