ook door de raden van die gemeenten binnen zo'n deelgebied is uitgesproken. Dat is en blijft het kernargument om als je dan toch via deelgebieden gaat werken, bijvoorbeeld 6 a 7 of 8 of 9 in de provincie, maar laten we het nu eens op het voorbeeld houden van 6 a 7, om dan voluit te zeggen, als je dat dan toch al doet, dan is het argument van de versnippering van de Friese politie ook in een mandatering verdwenen. Anders zou je zelfs niet tot die opdeling van het Friese politieterritorium moeten overgaan en dus überhaupt ook niet moeten willen mandateren, want dan vervalt dat argument. Als je dat dan toch doet, zeggen diegenen die deze visie hanteren, geef dan ook degenen die echt verantwoordelijk zijn voor lokaal politiebeleid, daar waar de hoofdlijnen toch al zijn vastgesteld door de staat, financiële kaders, personele kaders, alle concernfuncties en dergelijke meer plus het geld als dat al verdeeld is. Wat is er dan niet mooier dan de echte gezagsinvloed te koppelen aan die kans op afgeleid beheerLaat dat dan ook doen door de mensen die in dat gebied verantwoordelijk zijn. Dat zijn niet alleen burge meesters, dat is het aardige van dit voorstel, maar ook de deelgebied Officier van Justitie. Dan gaat het dus niet om beheer, maar dan gaat het om de beide soorten gezagsinvloed. Dan worden er afspraken gemaakt over criminaliteitsbestrijding in twee of drie gemeenten; dan worden er afspraken gemaakt over preventief toezicht en avond en winkel en recreatiegebieden in zo'n subterritorium. Dan heb je het echt over het inhoudelijk politieproductdie geef je een sturingsinstrument wat de wet mogelijk maakt. Dat is de kernargumentatie om dit vooral ook zo optimaal mogelijk te benutten. Mag ik ook een vergelijking maken om aan te geven dat het niet zo vreemd is dat je soms een regionale kader ziet aangestuurd door een provinciaal bestuurslichaam en een lokaal kader door een gemeente. Is het niet een parallel met het streekplan dat door de staten wordt vastgesteld en een bestemmingsplan dat door de gemeente wordt gemaakt, die in feite een zelfde soort vergelijking met zich meebrengt? Is het niet zo dat in uw redenering om die volledige consistentie te hebben, dat ook zou betekenen dat ais we voor een provinciale aansturing van cte regionale brandweer zijn, dat u dan eigenlijk consequent zou moeten zijn en ook zou moeten zeggen, clan moet dus ook de lokale brandweer provinciaal worden bestuurd en beheerd. Ook daar doen we dat niet. Ook daar zeggen we nee het lokale brandweerprodukt is een lokale verantwoordelijkheid en daar waar je die kunt behouden moet je dat zeker doen. In feite is hier dus niet zozeer aan de hand het verdelen in termen van beheer van één bestuurslijn - politie - maar het is het koppe len van regionaal beheer aan lokale inhoudelijke aansturing. Die mogelijkheid biedt de wet en die kan juist daardoor tot verheldering van posities leiden. Dan kom ik op uw derde argument, dat dat slecht zou zijn voor de discussie over een autonome politiebureaucratiedie dan ook mee zal profiteren van die onduidelijke versnippering van dat bestuurlijk beheer en daardoor weer qua vierde macht sterker naar boven zou kunnen komen. Ik denk dat het net andersom is. Als je een sterke decentralisatie toepast, je laat burgemees ters met een deelgebied Officier van Justitie inhoudelijk de politieproducten bepalen binnen de regionale kaders, dan krijg je echt ook een politionele baas op subregionaal niveau. Het 28 zou voor het eerst zijn dat de politie na de reorganisatie weer bazen dicht bij terug zou krijgen. Ik onderken zeer de behoefte dat het noodzakelijk is om een heldere bestuurlijke aansturing van politie te krijgen. Een gemiddelde agent zit er op te wach ten om te weten dat hij door zijn gemeentebestuurders en door zijn deelgebied Officier van Justitie wordt aangestuurd op het product wat hij moet leveren. In feite zou ik hier willen zeggen dat de drie argumenten leiden tot het juist wel toepassen van artikel 36, lid 2. Versnippering is toch noodzakelijk, omdat het gebied te groot is. De politie moet duidelijk naast een regionale aansturings baas ook een lokale productenbaas hebben. De parallel met de andere voorbeelden bestemmingsplan, streekplan, lokale brand weer, regionale brandweer zijn terreinen waarin we juist wel en met gemak deze tweedeling van aansturing vanuit twee bestuurs lichamen kunnen inpassen in een bestuurlijk bestel. Wat betreft versterking positie Leeuwarden ben ik blij met degenen die gezegd hebben dat het goed is en ook nieuw en verfrissend om zo'n duidelijk hoofdstuk over de positie van Leeuwarden in enig provinciaal stuk nu te zien. Dat is ook zo. Het is ook andere provincies opgevallen dat dit wel een heel duidelijke keuze is in Fryslan fernijt, althans bij de opstel lers, tot nu toe de stuurgroep, maar ook de staten hebben dat heel duidelijk omarmd, in een zodanig hoofdstuk ook te zien uitgewerkt. Het is niet alleen het traject herindeling en even tueel honderdduizend plus, het is ook het traject convenantvor ming waarvan het eerste er nu is, de Westergozone-convenant en het intentieconvenant Leeuwarden Hoofdstad met de provincie, die inhoud geeft aan die positieversterking. Daarmee kom ik op een punt van met name de heer Krol die zegt de regierol van de provincie, even los van convenantvormingen in het arhi-traject, is die ook niet in zoverre bedreigend voor gemeenten als dat een regisseursrol is die heel ver gaat en de provincie zou de enige actor zijn die bovenlokale afwe gingen maakt of dat dan niet te ver gaat en te ver doorschiet in onze blijkbaar ook op dit terrein grote wens tot helder heden. Ik ben met hem eens dat als je kwaad wil - maar dat wil de CDA-fractie niet - dat je het zo zou kunnen lezen. Daarom zeg ik: het feit dat de convenantvorming als instrument zo voluit staat genoemd (het is ook een antwoord op degenen die de rol van Leeuwarden in een VFG-communicatiestructuur verder versterkt willen zien) als tweede instrument naast de regierol van de provincie, dan zou ik hem gelijk geven, maar omdat de provincie zegt: wij kunnen het niet laten bij een sterkere gebiedsregisserende rol, wij moeten ook afspraken maken met de lokale eenheden die daaronder vallen in zo'n hoofdzonebenade- ring, daarom durf ik de stelling aan dat er enige geruststel ling zou mogen worden geconcludeerd uit het niet misbruiken van de regisserende rol. Want die wordt vertaald in uitvceringscon- venant en daar zal met name Leeuwarden het van moeten hebben. Die kans is daardoor ook duidelijk onderscheiden, je merkt het ook aan de reacties van de andere grotere kernen, dat men dat toch wel wat bedreigend, wil ik niet zeggen, maar wat exclusief vindt voor Leeuwarden. Daarmee kan Leeuwarden zich onderschei den van de andere kerngemeenten, door die convenanten als een 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 15