Ik vind het jammer dat deze raad niet zelfbewust ook dat tweede instrument naar zich toehaalt, want dan zou ze ook in de toe komst tegen haar portefeuillehouder, in dit geval de burge meester, kunnen zeggen: waarom heb jij dat niet geregeld in dat gedecentraliseerde deelgebiedsbeïnvloedingscircuit, wat wij je gegeven hebben. Nu is het alibi: de staten hebben zich er mee bemoeit. Ik denk dat dat niet nodig is, maar goed dat is een herhaling van zetten. (De heer Brok: Nu noemt u dat tweede punt, ik heb dat ook in de commissie gezegd, daar kom ik toch op die betrokkenheid van de gemeenteraden uit. Als u dat ook daadwerkelijk zo belangrijk had gevonden, had u ook als burge meester, ik spreek u dan niet aan als korpsbeheerder want dat kan ook helemaal niet, dat is ook het vreemde van de construc tie, ervoor had moeten pleiten de afgelopen twee jaar dat er invulling gegeven zou zijn aan artikel 28, waarin de betrokken heid van de gemeenteraden geregeld zou worden en dat heeft u niet gedaan.) Maar dat gaat over het regionale beleidsplan. Waar ik het hier over heb, is het besturen van bijvoorbeeld de politie Leeuwarden wel of niet met Boarnsterhim samen. Wij zullen afwachten hoe de provincie, die zelf toch graag een vorm van deelgebiedsbeinvloeding wil, met ons deze zaak verder gaat uitwerken. Het is helder denk ik wat de gemeenteraad van Leeuwarden aan haar portefeuillehouder meegeeft wat betreft de behoefte aan wel of niet een decentralisatie. Die is er dus niet en dit wordt een mandatering. Wat betreft het GGD en milieu zou ik graag naar de beide portefeuillehouders willen verwijzen. De heer De Jong i.weth.) De heer Krol zegt: onderzoek nu eens of het mogelijk is of het in een experimenteerwetje kan. Dat kunnen we allemaal onderzoeken. Volgens mij is alles mogelijk, maar ik denk dat het verstandig is dat de CDA-fractie zich gewoon uitspreekt voor of tegen de motie van het D66-fractie dan hebben we daar helderheid over. (De heer Krol: Gaat u toe naar de stemverhouding in de raad of gaac u toe naar de inhou delijke motivering, want dat zou ik graag willen) Ik heb namens het college gezegd wat de motivering is voor het college om te kiezen in dit geval voor de lokale taak om die zwaar aan te zetten en het dus in dit geval via een gemeen schappelijke regeling bij de gemeente te laten. Daar heb ik een inhoudelijke motivering voor gegeven. Ik denk dat de heer Krol dan moet zeggen of hij het daarmee eens is of niet. De heer Brinks: Voorzitter, ik meende eerlijk gezegd dat uw beantwoording impliciet ook een antwoord was op de vraag van mevrouw Visser, namelijk zoals het nu voorligt om te besluiten tot een time-out, omdat die uitwerkingssituatie nog moet komen, omdat wij de zaken niet helemaal vastleggen. Daarom heb ik in mijn eerste instantie daar ook geen antwoord op gegeven. Dit dan nog een keertje expliciet. De Voorzitter: Ik ben de heer Krol nog een opmerking schuldig over het tijdpad van de brandweer. Door de actualiteit zijn die 38 tijdpaden naar elkaar toe geschoven. De uitwerking van Fryslan fernijt - zeker ook omdat er een wetswijziging noodzakelijk zal zijn wat betreft de regionale aansturing van politie en brandweer - zal zo zijn dat invoering niet eerder zal plaats vinden dan 1-1-'98. Dat spoort dan weer wel met de projectver sterking brandweer wat landelijk is geëntameerd. Dus die twee data kruipen eigenlijk al naar elkaar toe. (De heer Krol: En ook daar zit de zaak niet op slot, neem ik aan, en sluit u niet uit dat het een het ander nog beïnvloedtHet een beïnvloedt het ander al reeds De heer Brinks (weth.Ik vergat nog één opmerking te maken. Mevrouw Visser vraagt aan de ene kant om een time-out aan de ander kant zegt ze: raad besluit nu wat we willen en zeg wij willen dat centrumgemeentemodel waarmee je aan gemeenten de mogelijkheid ontneemt om het op een andere manier in te vullen. Een van de uitgangspunten van Bestuurlijke Vernieuwing is juist om lokaal te bepalen wat je lokaal wilt doen. Dat zou dus in tegenspraak met elkaar zijn. Aan de ene kant nu besluiten om een bepaald model te kiezen, dat betekent geen time-out, ander zijds hier besluiten om een bepaald model op te leggen voor de hele provincie, dat doet geen recht aan de mogelijkheid voor de verschillende gemeenten om zelf te kiezen voor een bepaald model De Voorzitter: Ik stel u voor de balans op te maken van deze beraadslagingen De heer Krol: Voorzitter, mag ik nog een stemverklaring doen? Eerst over de GGD. Wij zullen de motie van de D66-fractie steunen en vinden het jammer dat het college niet een poging doet om te onderzoeken of het in deze richting zou kunnen. Ten tweede staan hier een aantal besluiten heel nadrukkelijk geformuleerd, heel kaal. Ik neem aan dat als we daar ja tegen zeggen, dat dat met inachtneming is van wat er nu gezegd is en aan toezeggingen vanuit het college daarbij behoort. Als je heel sec kijkt naar de kale besluiten, dan zijn er wel een aantal waarvan ik zeg daar kunnen we niet mee instemmen. Als je kijkt naar milieu met name, dan denk ik dat de opmerking dat alles in principe nog open is, heel belangrijk is. Voor het overige kunnen we instemmen met het hele verhaal behoudens de herstructurering VFG en de communicatiestructuur Daar zijn we niet tevreden over. De Voorzitter: Mag ik dan met u toe naar een afhandeling van dit raadsvoorstel Er zijn twee amendementen overgebleven. In de volgorde van het besluit onder 3 wou ik u voorstellen het amendement van de WD om punt 3a te herformuleren conform de tekst van het amendement nu in stemming te brengen. 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 20