omdat men dit zo gewend was, openbaar te hebben. Dus werden ze ook niet aangekondigd, laat staan de agenda's. Niemand kon hier iets van zeggen, afgezien van een brief die al dan niet werd verwerkt. Ik kan u overigens vertellen dat er wel degelijk rekening mee is gehouden, alleen er is niet gecommuniceerd naar de desbetreffende insprekers of diegenen die daar brieven over hebben geschreven. Uiteraard beseft het college dat straatnaam- geving, zeker als het gaat om aanduidingen van wijken, buiten gewoon belangrijk en emotioneel kunnen zijn. Dat is ook de reden, en dit voorstel verzet zich daar niet toe, dat bij hele belangrijke zaken wij bijvoorbeeld ook de raadsadviescommissie kunnen vragen om daar een mening over te hebben, zoals we dat ook over de Vrijheidswijk hebben gedaan. Dat lijkt me ongeloof lijk voor de hand liggend. Om nu dwangmatig voor iedere naam of voor ieder bordje of voor ieder nummer de commissie advies te vragen gaat te ver, maar de inzet zal zijn om daar waar het om relevante zaken gaat, ook als het gaat om eventuele nieuwe naamgeving voor een gebied als Hempens/Teerns lijkt het mij voor de hand liggend, dat dat dan toch nog even met elkaar wordt besproken. Dan het voorstel om twee mensen aan te zoeken die daar belang bij hebben. Daar is over nagedacht. De vraag is of je echt moet zoeken naar twee personen. Wie moet je dan vragen? Je zit dan toch tegelijk vast aan zeg maar twee-persoonsgebonden zaken terwijl wij het toch veel aardiger zouden vinden dat iedereen ideeën kan inbrengen. In de werkgroep, en straks ook in de commissie is gezegd dat wij duidelijk moeten maken dat iedereen die ideeën heeft wordt uitgenodigd om die ook in te brengen. We zullen hen ook uitnodigen om bij commissievergaderingen aan wezig te zijn. Door het feit dat het nu openbaar zal worden, worden ook de agenda's van de commissie gepubliceerd en kan iedereen, als iemand er erg veel belang bij heeft, dus bij iedere vergadering aanwezig zijn. Met andere woorden, de inzet van de heer Ten Hoeve wordt volstrekt gedeeld. Of dat zijn vertaling moet krijgen in dat twee mensen dan plotseling voor al die andere creatieve mensen het geweten moeten uitmaken, ik vraag me af of dat nou het meest pragmatische isIs het dan niet veel handiger om de werklijn die wij hebben voorgesteld daarbij te hanteren? De opmerking van de heer Ten Hoeve over de doolhovenIk denk dat dat meer een verwijzing is naar een wat lastige inzich telijk stedebouwkundig structuur, dan dat de nummering daar zo bepalend is geweest. Ten slotte het zo fraaie kenmerkende Leeuwarder binnenstads- bord. Inhoudelijk ben ik het met hem eens. Ik denk dat dat overigens veel meer een kwestie is van Stadsbeheer. Waar we nu bezig zijn over de herinrichting, of in ieder geval het weer op kwaliteit brengen van de binnenstad, is dit een element is wat in dat verband zou moeten worden meegenomen. De heer Ten Hoeve: Ik ben blij met wat de wethouder zegt over de openheid en openbaarheid van de commissie. Ik blijf toch bij mijn voorstel om twee personen te zoeken om in deze commissie 58 mee te laten draaien. De wethouder zegt dat dat niet past en namens wie zitten ze dan. Als we nagaan op gemeentelijk terrein waar de burgers niet direct een organisatie vertegenwoordigen, ik denk bijvoorbeeld even aan Hüs en Hiem, maar er zijn veel meer instellingen waar we commissies hebben of waar we ander type commissies hebben. Ik denk dat het hier ook kan. Je kunt ook denken aan organisaties als het Nammekundich Wurkferban fan de Fryske Akademy. Ik denk dat je best, zoals we dat ook bij andere commissies doen, belangstellende burgers kunt vinden die hier hun inbreng in kunnen hebben. Wat de borden betreft, dit leek mij een aardige suggestie. Ik zou dan, want ik weet dat aan alles een prijskaartje hangt, willen bepleiten dat er over nagedacht wordt en niet dat dan meteen al die borden vervangen worden, maar dat je langzamer hand, want zo is het met die ouden ook gebeurd, ervoor Iciest en zodra je weer nieuwe aanbrengt, je zegt dat we dat doen in dat stramien. Dus niet meteen zeggen, alles er weer af en dan maar die richting uit. Ik wil nog graag even horen hoe de wethouder denkt over het opnemen van twee personen in de commissie, want anders wil ik daar toch een motie over indienen. De heer Timmermans (weth.)De heer Ten Hoeve komt, dat mag helder zijn, zwaar terug op zijn eerste inzet van twee personen. Hij noemt dan twee instellingen waarvan ik denk dat die in feite dezelfde inbreng hebben als de vertegenwoordiger van het Gemeente-archief, namelijk de historische kennis. Dus daar zit niet echt veel nieuws in. Er zijn niet zoveel commis sies overigens, hij suggereert dat wel, waarin belangstellende burgers deelnemen aan het overleg. Ik ken ze niet, dat was wel zo. Maar de vraag is of wij daar nu een keus voor moeten doen. Ik stel mij voor dat het college de voor- en nadelen van zijn suggestie op een rij zet en terug komt bij de raad met of wij daar nu wel of niet naar toe moeten. Intensioneel zijn wij het denk ik wel eens, maar hec moet wel praktisch en op langere termijn houdbaar blijven. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van de wethouder Zoals aangekondigd is dit het gedeelte wat we vanavond behandelen qua agendapunten. Ik wil graag tot slot van deze vergadering gebruik maken van de mogelijkheid die ons is geboden om het vertrekkend raadslid de heer Koops, formeel reeds vertrokken maar gelukkig hier toch aanwezig, toch namens de raad enige woorden toe te dichten. Het is misschien aardig, dat de heer Den Oudsten tijdelijk zijn raadslidmaatschap even terzijde zet en de heer Koops op zijn zetel laat plaatsnemen, waardoor het even net is als toen. 59

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 30