is afgelopen vrijdagavond, is dat Margreet de Boer de niet
actuele cijfers van Leeuwarden, die 12%, vergeleken heeft met
de actuele cijfers van gemeenten waar het CBS wel gegevens over
heeft. Zo kwam ze bij Arnhem op 14% en dan krijg je een heel
scheef beeld. Overigens gaat het CBS nu ook gegevens meenemen
van Leeuwarden in het Grote Stedenbeleid. Blijft de vraag dat
als je dezelfde definitie hanteert, hoe je dan op zulke ver
schillende percentages kunt uitkomen. Helemaal afdoende ant
woord is daar niet op. Twee verklaringen worden gegeven. In de
eerste plaats gaat het RBA uit van tellingen, die telt gewoon
wat ingeschreven staat. Het CBS gaat af op enquêtes bij de
beroepsbevolking, dus steekproeven. Dat is wat minder precies
zou je kunnen zeggen dan tellingen. Bovendien gaat het CBS uit
van het feit dat in het bestand van de RBA's in Nederland in
behoorlijk stuk vervuiling zit.
Dat is eigenlijk de enige verklaring die wij zouden kunnen
geven voor het verschil in percentages. Blijft dat ook in de
CBS-gegevensals je het landelijke gemiddelde van nu neemt
8,5% en Leeuwarden zou op het dubbelde uitkomen, Leeuwarden
niet op 12 maar ook nu al op 17 zou zitten in hun cijfers. De
weergave van mevrouw De Boer klopt dus niet met de bevindingen
die wij vanmiddag hebben gedaan. Ik denk dat het terecht is dat
wij haar dat ook nog eens laten weten.
De heer Beers: Ik heb twee vragen over waar ik als gemeente
raadslid vaak op aangesproken wordt. Ik leg dat nu graag bij
het college neer.
Van het parkeerbeleid worden zo langzamerhand de effecten
zichtbaar en niet iedereen is onverdeeld gelukkig daarover.
Door het opschuiven van parkeerzoektochten tot buiten de schil
ontstaan hier en daar zelfs verkeersonveilige situatie. Een
spoedige evaluatie van de effecten van het parkeerbeleid lijkt
ons gewenst. Ik zou graag willen weten wanneer en misschien dat
de wethouder ook kan zeggen hoe dat gaat gebeuren.
Wat de reparatie van de molens betreft zijn de effecten voor
het publiek niet duidelijk zichtbaar. Ongetwijfeld liggen de
activiteiten niet stil, maar wellicht kan de wethouder voor
eens en voor altijd duidelijk maken waarom het zo lang moet
duren voordat de molen Kalverdijkje is gerestaureerd.
De heer Timmermans (weth.): Met betrekking tot de evaluatie
schilparkeren hebben wij afgepsroken dat wij daar even de tijd
voor nemen, omdat het zijn weg moet vinden, de mensen moeten
wennen aan een nieuw systeem. Het zal zeker zo zijn dat men in
het begin, want wij hebben het vooral over het schilparkeren in
dit geval, mis-schien nog een uitvlucht iets verder vanaf de
binnenstad gaat zoeken, maar op een gegeven moment dat toch zat
wordt, want men moet steeds verder gaan lopen en vervolgens wel
datgene doen wat wij hoopten dat men zou gaan doen, namelijk
gewoon in de daarvoor beschikbare betaalde parkeervoorzieningen
gaan stal-len. Toch is het duidelijk dat het op een aantal
punten knijpt. Wij hebben nogal wat klachten van mensen
gekregen. Dat is aanleiding geweest om vervroegd de evaluatie
te starten. Het ligt in het voornemen om 18 juni a.s. in de
6
commissie te komen met een voorstel wat vermoedelijk zal
betekenen dat op een be-perkt aantal plaatsen het regime van
het schilparkeren iets verder zal worden gelegd vanaf de
binnenstad om aan die pro-blemen tegemoet te komen.
De tweede vraag over de voortgang van het herstel van de
molens. Er is de afgelopen tijd discussie geweest over ver
schillende molens.
De spinnekopmolen op de Hemrik is recent afgebrand en wordt nu
hersteld en zal voor de zomer klaar zijn.
De molen op de Froskepólle is over het algemeen goed onder
houden en heeft nu net een nieuw rieten dak gekregen.
De discussie zal zich dan ook toe gaan spitsen op de vraag of
de molen aan het Kalverdijkje zal moeten worden verplaatst of
niet. Daar moeten wij met elkaar binnenkort over gaan praten,
daar zitten een aantal beleidsmatige maar ook financiële as
pecten aan. Het is goed om daar de discussie over te gaan
voeren. Dat zal zeer binnenkort gaan plaatsvinden.
Mevrouw De Jong: Allerlei berichten bereiken ons via de krant
betreffende de bestemming van de voormalige garage Boelens in
de Wybrand de Geeststraat. Nadat de garage leeg gekomen is,
heeft er een illegale meubelhandel in gezeten. Toen er sprake
van was dat Omar Smids er een dansschool zou vestigen, zijn er
protesten geweest van onder andere buurtbewoners en de daar al
gevestigde dansschool Adema. Maar de gemeente had op dat moment
nog niet positief besloten, want een en ander strookt namelijk
niet met de ofiiciële bestemming van het pand, want dat is nog
steeds garagebestemming. Nu lijkt het alsof er bijna al een
speelhal/casino in zit, getuige het bericht in de Leeuwarder
Courant van afgelopen woensdag. Wij zijn dat nagegaan. Er is
hierover geen contact geweest met de gemeente, dus ook niet met
het verlenen van vergunningen. Als er een bestemmingsplan moet
worden gewijzigd, dan horen wij als Commissie Stadsontwikkeling
hier van tevoren van te worden verwittigd. De vraag is in hoe
verre de bouwinspectie al bezig is om te controleren of er
bouwactiviteiten aan de gang zijn, want dan pas kan er iets
gedaan worden, als ik het goed begrepen heb, want dan kunnen de
bouwactiviteiten worden gestaakt.
Hoe is dan de verdere procedure? Zaak is om dit zo vroegtijdig
mogelijk te keren, voordat wij in eenzelfde situatie terecht
komen als op de Nieuwburen al gebeurd is en in de Breedstraat,
op de Weaze en in de Weerd. Graag een antwoord.
De heer Timmermans (weth.)Wij zijn ook recent geconfronteerd
met het voornemen dat er daar een casino/behendigheidsclub/
Eurogames zal worden gevestigd. Mevrouw De Jong heeft gelijk
dat zij zegt dat dit niet in het bestemmingsplan past. Het
bestemmingsplan maakt op dit moment een garagebestemming moge
lijk. Via een artikel 19 procedure is vervolgens, gehoord de
raad, gehoord GS, de discussie of er een andere functie in zou
kunnen, zoals wij dat voor de dansschool aan het doorlopen
waren, los van wat de uitkomst daarvan zou zijn geweest. Zo
lang het bestemmingsplan niet is gewijzigd, maakt het gebruiken
van het pand als casino feitelijk onmogelijk, maar wij kunnen