s<r 70
ar: 3c>
en gaat over tot de orde van de dag
De motie is ondertekend door mijzelf.
Nog even heel kort over de verordening. Zoals ik ook al heb
gezegd in de Commissie Welzijn namens mijn fractie, willen wij
graag een eenvoudig systeem zonder te veel controle en een te
grote papierwinkel met name ook voor de wijken en dan dit te
controleren voor het ambtelijk apparaat. Wat ons betreft was
het genoeg geweest de functies te noemen die het wijkcentrum
heeft en dat er aandacht besteed moet worden aan de verschil
lende groepen in de wijk. Wij zijn namelijk bang dat je door
dit onderdeel van de subsidieverordening, waar ook al die
punten weer in worden genoemd, te veel gaat betuttelen. Wat ons
betreft laten wij ze zelf een keuze maken voor de activiteiten
en toetsen globaal
De heer De Beer: In dit voorstel is geprobeerd alle wensen te
verwerken, maar het compromis wat dan ontstaat is veel te in
gewikkeld, terwijl we juist het systeem wilden vereenvoudigen.
Met de conclusie, dat de afkoopsom f 45,-- per vierkante meter
moet zijn, zijn wij het eens.
Dat geldt ook voor de premieregeling voor vrijwillige samen
voeging en het onder punt 1 van het besluit gestelde. Dat
betreft het vrijvallende subsidie en de opbrengst van de
verkoop van het pand in de binnenstad terug te laten vloeien
naar de algemene middelen.
Niet eens is de WD-fractie het met het ook nu verwerken van de
zogenoemde SE-scores. Wij voelen er veel meer voor het geld te
gebruiken om de grote verschillen tussen het oude en het nieuwe
subsidie op te vangen. Mevrouw Dikken heeft daarvoor duidelijk
de argumenten aangegeven en de WD-fractie onderschrijft deze
argumenten en steunt het ingediende amendement
Mevrouw De Bruin: De fractie van PAL/Groen Links is op zich
tevreden met de visie die ten grondslag ligt aan het nieuwe
beleid buurt- en wijkwerk. Ik doel hierbij op twee punten. In
de eerste plaats de nieuwe subsidiëring ten aanzien van de
huisvestingslasten. We stappen van een open-eindfinanciering af
en gaan over tot een afkoopsom. Een duidelijke vorm van ge
scheiden verantwoordelijkheden. Als gemeente staan we garant
voor een redelijke financiële tegemoetkoming en de buurt-,
wijk- of dorpsorganisatie heeft de verantwoordelijkheid om te
zorgen dat zij de huisvestingslasten binnen de financiële
marges weet te houden.
In de tweede plaats gaat het om de eisen die we nu stellen ten
aanzien van het type activiteiten en de doelgroepen die bereikt
moeten worden. Zelf hebben we met name op dit punt voorstellen
ontwikkeld middels een notitie die in november vorig jaar is
verschenen. De kernpunten uit die notitie zijn overgenomen en
daar zijn we, dat zal u niet verbazen, zeer tevreden mee. Toch
denk ik dat er nog het nodige aan PR gedaan moet worden. Ik
twijfel eraan of alle organisaties wel beseffen dat ze in de
toekomst afgerekend worden op spreiding in type activiteiten en
spreiding in gebruikersgroepen. Ik zou graag van de wethouder
vernemen of het mogelijk is om daar nog wat extra publiciteit
aan te geven. Mijn indruk is namelijk dat een aantal wijk-,
buurt- en dorpsorganisaties met name dat onderdeel nogal onder
schat en daar heel snel overheen leest.
Dat brengt mij op het laatste onderwerp, de organisatie- en
activiteitssubsidies. In deze raad is geen meerderheid meer te
vinden voor het handhaven van de SE-score als belangrijkste
criterium op basis waarvan wijken subsidie toebedeeld krijgen.
Dit is een politieke realiteit, die z'n beslag heeft gekregen
in het raadsvoorstelVoorgesteld wordt om koppengeld in te
voeren. De hoogte van dit koppengeld is primair afhankelijk van
het aantal inwoners. Pas in tweede instantie wordt gekeken naar
de SE-score om op die manier de wijken die nu in de 4 en 8
categorie vallen, financieel tegemoet te komen. In de praktijk
betekent dit raadsvoorstel dat de dorpen en wijken zoals
Westeinde en Camminghaburen hun subsidie aardig tot fors zien
stijgen. Voor de wijken die volgens de SE-score in de 4
categorie vallen, betekent dit raadsvoorstel dat de hoogte van
hun subsidie vrijwel gelijk blijft. De wijken Schepenbuurt,
Schieringen, WielenpSlle, Insulinde en Valeriuskwartier zien
hun subsidie fors teruglopen. Met zijn vijven leveren zij zo'n
f 23.000,- in en dat laatste is voor de PAL/Groen Links-fractie
onacceptabel. Deze raad heeft jarenlang de SE-score gehanteerd
als enige subsidiecriterium. Ik kan niet geloven dat dit zonder
reden was. Het is ooit een meerderheid geweest die juist het
belang van veel betaalbare sociaal culturele activiteiten voor
wijken met verhoudingsgewijs veel lage inkomens en veel mensen
zonder een betaalde baan inzag. Onze fractie heeft dit belang
altijd gezien en ziet het nog steeds. Daarom vinden wij, en
gelukkig zijn wij niet de enige, dat de wijken die ik eerder
noemde financieel gecompenseerd moeten worden, zodat de finan
ciële achteruitgang van deze wijken enigszins binnen de perken
gehouden kan worden. Daarom dient de fractie van PAL/Groen
Links gezamenlijk met de CDA-fractie een amendement in, wat
luidt
"De raad van gemeente van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 22 april 1996;
overwegende dat
in het raadsvoorstel door de invoering van een nieuwe
subsidiesystematiek de wijken die op basis van de SE-
score aangemerkt worden als achterstandsgebieden er
financieel onevenredig hard op achteruitgaan;
een breed en betaalbaar aanbod van activiteiten van
groot belang is bij de preventie van maatschappelijk en
sociaal isolement;
de suggestie dat middels het grote stedenbeleid
dezelfde activiteiten gesubsidieerd kunnen worden, die
nu middels de O&A- subsidie bekostigd worden, op zijn
minst twijfelachtig is;
de compensatie die het raadsvoorstel biedt aan wijken
die volgens de SE-score in de 4 en 8 categorie vallen,
voor de categorie 8-wijken nog steeds een financiële
achteruitgang van in totaal zo'n f 23.000,- betekent;
besluit dat:
de subsidieverordening behorende bij het raadsvoorstel