S6 95 Leeuwarden niet op. Die illusie hebben we natuurlijk niet. Het is duidelijk dat als je daadwerkelijk iets wilt doen aan achterstandsbeleid, dan zul je de middelen vanuit het sociale vernieuwingsbeleid en straks het grote stedenbeleid optimaal moeten inzetten. Wat ik gezegd heb in de commissie, is dat het grote stedenbeleid op zich geen activiteiten gaat subsidiëren die we nu subsidiëren in het kader van 0&A-subsidiesin het kader van sociaal-culturele activiteiten. Daar hebben we iets anders voor. Dat blijft wat mij betreft ook helder overeind staan. Ik denk dat daarmee langzamerhand de argumenten rond dat subsi- dieverdeelsysteem van het 0&A-subsidie wel gewisseld zijn. Er zijn nog een paar andere vragen gesteld. Het zal duidelijk zijn dat het college vasthoudt aan het voor stel zoals dat neergelegd is in deze raadsbrief en in het concept-besluit en dat het college het amendement dat ingediend is door mevrouw Tiemersma en mevrouw De Bruin dus niet kan overnemen, ook al omdat daar een dekking voor gevonden wordt uit de opbrengst van de verkoop van de Binnenstad en uit de vrijvallende middelen. Het college heeft daar een ander stand punt voor geformuleerd, omdat in de systematiek het helderder is om die bedragen terug te laten vloeien naar de algemene middelen Ten aanzien van de motie, die is ingediend door mevrouw Dikken. Die motie gaat in feite over de inhoud van de raadsbrief. Ik wil er verder niet flauw over doen door te zeggen dat we een besluit nemen over de verordening vanavond. Met andere woorden, ik denk dat het verstandig zou zijn als zij een verandering wil in de verordening, dat zij dan ook aangeeft welke wijziging zij wenst. (Mevrouw DikkenMoet ik de verordening een amendement noemen op, dat is ook prima.) Nee, want mevrouw Dikken dient nu een motie in met een intentieverklaring, maar die moet wel ver taald worden binnen de verordening. Stel voor als die motie het zou halen, dan zou het ambtelijk apparaat dus de opdracht moeten krijgen om die motie uit te werken in een verordening en die vervolgens weer voor te leggen aan de raad. Want de raad neemt vanavond een besluit over die verordening. Dat lijkt me technisch de juiste gang van zaken. (Mevrouw DikkenDan moet dat.) Afgezien daarvan heb ik denk ik in mijn beantwoording aangegeven dat het college bewust gekozen heeft voor de tussen weg, door in eerste aanleg uit te gaan van het getalscriterium qua inwoneraantal, dus de eerste 1.000 meer, de tweede 1.000 iets minder enz. en daarna pas die SE-score te hanteren. Niet meer als leidmotief, zoals de afgelopen jaren altijd gebeurd is, maar als aanvullend motief om de 4 en 8 wijken enigszins te compenseren Mevrouw Dikken heeft nog gevraagd wat we doen met de middelen die overblijven uit het budget ter zake van de accommodatie subsidies. Daar blijft niets over, omdat dat afkoopsommen zijn. Als organisaties middelen over houden, dan is bedoeld dat de organisaties zelf keuzes kunnen maken, of ze dat willen reser veren voor een volgend jaar, dan wel dat ze dat eventueel in kunnen zetten voor enige activiteiten. Dat is de mogelijkheid. Dus dat is een afkoopsom waarin de buurt- en wijkorganisaties zelf verder de verantwoordelijkheid dragen. (Mevrouw Dikken: Ik heb gesproken over het overblijvende budget binnen die afkoopsommen.) Dat is een afkoopsom. (Mevrouw Dikken: Maar er blijft een budget over van het totaalHet bedrag wat er voor staat wordt uitgekeerd en als een organi satie aan het eind van de rit iets overhoudt op het activitei tensubsidie, omdat bijvoorbeeld.... (Mevrouw DikkenDat begrijp ik wel, er blijft dus niets over op het moment dat je f. 45,-- per m2 uitkeertZo is dat. Want het is de afkoopsom en daarmee geef je de organisatie zelf de verantwoordelijkheid om bij wijze van spreken te besparen op allerlei zaken waarmee men zegt van dan kunnen we die middelen die eventueel over blijven, besteden aan iets anders. Maar je legt de verantwoor delijkheid dus bij de organisaties neer. (Mevrouw De Bruin: Maar het is toch zo, wethouder, dat u nu meer geld begroot heeft dan het voorstel? Dus daar blijft wel degelijk over en dat is volgens mij waar mevrouw Dikken op doelt) Van het totale budget, want daar hebben we het over, blijft in de nieuwe systematiek niets over. Dat is het budget wat er voor staat en dat wordt uitgekeerd. Voorzitter, ik denk dat ik daarmee de argumenten heb verwoord - en dan besluit ik daarmee mijn beantwoording in eerste termijn - die gehanteerd zijn voor het voorstel zoals het college dat gedaan heeft, die zijn gelegen in dus enerzijds het hanteren van die SE-scores in tweede instantie om juist die grote terug val tegen te gaan en om niet als leidmotief dat criterium te hanteren. Daar wou ik het bij laten. Mevrouw Dikken: Een reactie op het antwoord van de wethouder. Ik heb niet zo de behoefte om weer terug te komen op het hele verhaal over de SE-score. Ik heb het idee dat we daar in de commissie uitgebreid op in zijn gegaan. Daar blijven de meningen over verdeeld, denk ik. Ik blijf ook nog steeds wat verbaasd over het verhaal van de wethouder namens het college dat er een aantal activiteiten, die nu worden gesubsidieerd via de A&O-subsidiestraks niet gesub-sidieerd kunnen worden via het grote stedenbeleid, want er zitten wel degelijk een aantal activiteiten in die wijken kunnen gaan doen, die ook via het grote stedenbeleid kunnen. Een aantal dingen niet, maar een aantal ook wel. Ik denk dan aan een aantal jongerenactiviteiten en wat dan ook maar. Daar verschillen we over van mening. (De heer De Jong (weth.): We hebben het over sociaal-culturele activiteiten)Jawel, maar wat zijn sociaal-culturele activiteiten. (De heer De Jong (weth.): Die discussie kunnen we nog een keer voeren.) Heel graag, want volgens mij gaan we daar twee verschillende kanten over uit. (De heer De Jong (weth.): Sociaal-culturele activi teiten, zoals we die nu subsidiëren, vallen niet onder het grote stedenbeleidMevrouw Dikken kan dat volhouden, maar het is niet zo. Dan even wat betreft het draagvlak als je het hebt over de SE- score, want daar kom ik dan toch nog even op terug. Ik herinner mij de discussie van 21 december jl. waarin het SBO een voor stel deed, dat ook het SBO het voorstel namens alle aangesloten wijken deed wat betreft het koppengeld en de projectenpot. Toen was dat blijkbaar nog even anders. Als je nu kijkt, dan is er &T

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 13