ook bereikt heeft, wordt in het onderste stuk een aantal
stellingen ingenomen, beschuldigingen geuit. Het gaat er met
name om dat het bedrijf een optie zou hebben gehad op een stuk
grond en dat die optie teniet is gedaan. Daar zou ik graag de
reactie van het college op willen hebben.
Ik zou ook een reactie willen hebben op bladzijde 3, bijna
onderaan, daar staat: baat een dergelijke procedure CSK niet,
dan schaadt het de gemeente in ieder geval al helemaal niet,
baat een dergelijke procedure CSK wel, dan kan daarbij een
jegens CSK begaan onrecht worden hersteld. Ook daar wil ik
graag de reactie op, want het college legt dat naast zich neer
en komt met een ander voorstel
De heer GrosIk wou mij aansluiten bij de woorden van de heer
Ten HoeveEr worden hier bepaalde opmerkingen gemaakt en het
antwoord van het college ben ik toch nieuwsgierig naarIs het
inderdaad zo dat in het kader van de vervreemding van dit
onroerende goed als verkoopvoorwaarde is opgenomen dat afgezien
wordt van het voeren van juridische procedures? Mocht dat
inderdaad het geval zijn, dan lijkt mij dat bestuurlijk minder
zuiver, want daar zijn andere instrumenten voor.
Mevrouw Van Aimers (weth.)De heer Ten Hoeve heeft vragen over
bladzijde 1 en 3 van de brief. Het is wat moeilijk voor mij om
dat te achterhalen, want de brief van de Stremselfabriek hebben
wij niet gekregen. Ik heb hier wel een fax, die ik heb gekregen
van een commissielid, voor mij liggen waarvan de brief deel
uitmaakt. Daardoor loopt de nummering van de bladzijden denk ik
wat anders
Ik denk dat het goed is dat raadsleden met deze vragen komen,
want als je kijkt naar de brief van de CSK, verdient die zeker
enige nuancering van de kant van de gemeente
Ik had niet in willen gaan op het recht van eerste koop, omdat
wij dat in de commissie in een eerder stadium gehad hebben,
maar de heer Ten Hoeve vraagt daar toch naarWaar sprake is
van een optie, heeft dat niet te maken met een optie op deze
kavel. De optie is naar voren gebracht omdat dit eigenlijk de
enige was die men in de geschiedenis van de CSK kon vinden. Het
was op dat moment een optie op een kavel, die men heeft laten
vervallen; van een optie op de kavel waar het nu om gaat is
helemaal niets terug te vinden. Daar is dus ook helemaal geen
sprake van recht van eerste koop.
De heer Gros gaat op iets anders in. Ik denk dat het dan goed
is dat ik even een stukje van de geschiedenis vertel van het
afgelopen jaar, hoe wij met de CSK in gesprek zijn geweest.
Een klein jaar geleden, toen ik benoemd werd tot wethouder en
onder andere Grondzaken in mijn portefeuille kreeg, ben ik met
dit probleem geconfronteerd. Wij hebben vanuit de kant van de
gemeente heel constructief gedacht over hoe wij dit probleem
zouden kunnen oplossen. Wij hebben gekeken naar eventueel
verkleining van de kavel, wij hebben gekeken naar ruiling van
kavels met mensen die al een kavel gekocht hadden, wij hebben
gekeken naar ruiling van kavels van mensen die een optie hadden
op een bepaalde kavel. Wij hebben dus duidelijk gekeken naar
34
een constructieve oplossing. Ook de CSK heeft in zijn brief
aangegeven dat het haar voorkeur had dat beide partijen, de
gemeente en de Stremselfabriek, met een minnelijke regeling uit
deze problemen zouden komen in plaats van een procedure. Zij
noemt daarin ook heel duidelijk een procedure, zij zegt liever
een minnelijke regeling te treffen dan een procedure.
Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een bod dat de gemeente
de Stremselfabriek heeft gedaan en wat u nu dus ook ziet en
waarin wij een inkomstenderving hebben bij het Grondbedrijf van
f 175.000,-. Dat geven wij dus toe. Ik moet zeggen dat wij dat
vanuit het college een heel groot gebaar vinden. Maar wij
hebben dat niet gedaan omdat wij angst hadden voor een even
tuele gerechtelijke procedure, want die angst is ongegrond. Wij
hebben dit gedaan om een positieve houding uit te stralen naar
ondernemers in Leeuwarden. Wij vinden het ten slotte belangrijk
dat wij nieuwe ondernemers krijgen van buiten de gemeente, maar
wij vinden het ook minstens zo belangrijk dat wij goed contact
hebben en constructief werken aan een gunstig vestigingsklimaat
voor de mensen hier in Leeuwarden. Dat is ook een reden waarom
wij dit ruime gebaar gemaakt hebben. Dit heeft uiteindelijk dus
geresulteerd in deze aanbieding. Wij hebben daarbij ook aange
geven dat wanneer de CSK in zal gaan op deze aanbieding, dat
wij er dan vanuit gaan dat men afziet van een gerechtelijke
procedure. Wij hebben dat ook inderdaad als voorwaarde gesteld.
19 april hebben wij een brief gekregen van de advocaat van de
Stremselfabriek waarin zij meedeelt dat zij inderdaad ingaat op
de koopaanbieding en afziet van juridische stappen. Wij hebben
ook de ruimte gelaten om verder te gaan met de procedure, maar
in dat geval zouden wij dan onze huidige grondprijs hanteren.
Dus wij zeggen dat dit een minnelijke regeling is, wij komen ze
heel ver tegemoet, maar dan onder de voorwaarde dat men afziet
van een gerechtelijke procedure.
De heer Ten Hoeve: Ik kom nu met een probleem te zitten.
Duidelijk is dat het bedrijf zegt, wij accepteren het voorstel,
want wij zitten in nood. Ik vind het voor Leeuwarden ook van
belang dat die transactie afgerond wordt. Daarnaast valt nu op
dat er f 175.000,- gegeven is. Ik vind dat een heel bedrag, wij
praten in deze raad wel eens over kleinere bedragen. Wanneer
dat zo even valt, zonder dat het in de commissievergadering aan
de orde is geweest, dan heb ik daar niet vrede mee. Het hoort
hier niet in de raad maar eigenlijk in de commissie, daar had
hoe dat in elkaar zit besproken moeten worden. Dan zijn er aan
de ene kant fatale data genoemd, dus eigenlijk zou dit door
moeten gaan. Ik denk dat wij toch akkoord moeten gaan, maar ik
zou willen vragen dat wij in de commissie een overzicht krijgen
van wat er nu precies aan de hand is en waar dit bedrag van
f 175.000,- vandaan komt. Ik wil wel weten hoe dit in elkaar
zit
Dan kom ik ook op de vraag waar het eigenlijk om draait. Ik
dacht dat het college deze brief wel zou hebben, maar het gaat
er om dat door het bedrijf wordt gezegd dat er in 1980 een
optie is gegeven op dit stuk grond waar wij nu over praten. Ik
wil keihard van het college weten of dat waar is of niet, want
is het in die zin duidelijk, dat andere nog niet. Daar wil ik
een overzicht van hebben.
35