naar vier, het lijkt ons veel verstandiger - dat heeft ook denk ik te maken, de heer Hoogeveen heeft dat gezegd, met de finan ciële situatie en de afweging die wij moeten maken - laten wij naar twee coördinatoren gaan, dat is al een verdubbeling van 100%. Laten wij dan over twee jaar maar eens kijken of het goed gaat, dan kunnen wij altijd nog de stap naar vier zetten. Ik moet zeggen dat ik daar moeite mee heb, in die zin dat wij geprobeerd hebben om op een rij te krijgen wat er nodig is om de relatie met de wijken te verbeteren, om de bewoners daar een stevige positie in te geven, om de coördinatie ook intern op een goede manier op elkaar af te stemmen. Misschien nog wel belangrijker, wat is er nodig om er voor te zorgen dat wijken niet gaan afhaken. Want de ervaringen die wij nu hebben met één wijkcoördinator is dat wij het risico lopen - en die signalen krijgen wij ook - dat wijken gaan afhaken. Niet omdat hij het slecht doet, maar omdat één wijkcoördinator met 34 wijken absoluut niet in staat is om die relatie op een goede manier in te vullen. Als wij praten in termen van Bestuurlijke Vernieu wing in de relatie met onze burgers en de leefbaarheid in de wijken, dan zullen wij er voor moeten zorgen dat er voldoende capaciteit komt om daar echt wat verbetering in aan te brengen. Het is heel lastig om aan te geven of je er dan twee, drie, vier of vijf nodig hebt. Wat dat betreft zijn wij ook een beetje afgegaan op ervaringen in andere gemeenten. Maar ik moet u eerlijk zeggen dat ik als de dood ben dat wat wij tot nu toe hebben gehad met één niet te kunnen trekken, dat ons dat met twee ook niet lukt. Als wij, na alle frustraties die wij hebben opgelopen door dit weg te bezuinigen, verdere frustraties op wekken in de wijken, dan dank ik dat er veel meer verloren is dan dat wij gewonnen hebben. Ik ben eigenlijk als de dood om als wij nu zeggen twee is wel voldoende en wij zien wel, dat wij dan juist van alles niets doen en alleen maar teleurstel lingen gaan incasseren. Dat is iets waar ik, en de gemeente natuurlijk ook, helemaal geen belang bij heb. Ik wil toch zeggen, laten wij als wij het doen het ook goed doen en laten wij het dan ook op een manier doen waar bewoners ook echt wat van merken en waar zij echt profijt van hebben. Ik zie dat niet gebeuren als wij nu terug zouden vallen op twee. De CDA-fractie is akkoord met het idee, heeft bedenkingen ten aanzien van het Fonds Sociale Vernieuwing. Daar ben ik op ingegaan Verder heeft de heer Krol gezegd dat op de manier waarop in de dorpen het overleg gevoerd wordt, zij dat ook in de wijken willen gaan doen. Dat is ook de bedoeling, daar werden raads leden altijd bij uitgenodigd. Ik moet eerlijk zeggen dat wij nog niet afgesproken hebben op welke manier wij daar raadsleden bij betrekken. Wij hebben een aantal afspraken gemaakt om als college de wijken in te gaan. Wij hebben uit ieders gebied daar één wijk nu voor uitgekozen. Daar zijn afspraken voor gemaakt. Daar zijn op dit moment de raadsleden niet bij uitgenodigd. Ik wil daar even over nadenken, na de vakantie gaan wij daar verder meeAan de ene kant hebben wij een beheersoverleg waar de gemeente in zit en alle betrokken instellingen. Dat is één keer per jaar. Ik weet nog niet of wij als college in zijn totaliteit in staat zijn - daar zit het een beetje op vast - om alle wijken te bezoeken. Ik denk dat dat in één jaar tijd nooit 14 luktWaar wij over moeten praten is of wethouders individueel ieder jaar hun eigen wijk gaan bezoeken en of zij daarbij raadsleden willen betrekken. Ik denk dat dat nog een kwestie is van uitwerking. (De heer Krol: Nu zegt de wethouder twee dingen. Aan de ene kant in principe staat ons dat idee aan en dat gaan wij doen en aan de andere kant zegt zij dat zij niet weet of wethouders dat wel willen. Wat bedoelt zij nu precies?) Of wethouders dat wel willen is niet aan de orde. Wij hebben afgesproken dat iedere wethouder een bepaald gebied onder zijn hoede krijgt waar hij/zij extra aandacht en energie in stopt. Wij hebben niet concreet afgesproken of dat betekent dat iedere wethouder individueel één keer, twee keer of drie keer of misschien op een hele andere manier gaat overleggen in die wijk zoals wethouder Timmermans dat bij de dorpen deed. Daar hebben wij nog geen concrete afspraken over, daar gaat het om. (De heer Krol: Maar het college is toch wel in staat, ten minste als ik de bedoelingen goed begrijp, om één keer per jaar in ieder geval die wijk te bezoeken en contact mee te hebben. Anders denk ik dat er een belangrijke pijler onder de hele wijkaanpak vandaan valt. Ik wil wel heel helder hoe dat precies in elkaar zit, want anders wordt dit voorstel iets minder.) Nogmaals, op dat detailniveau hebben wij het nog niet uitge werkt. De manier waarop je als wethouder de contacten met de wijken onderhoudt, is in feite aan de wethouders overgelaten. (De heer Krol: Ten minste één keer per jaar vind ik normaal, dat zou de wethouder moeten toezeggenDaarnaast - en dat zijn twee verschillende dingen - hebben wij als college in zijn totaliteit gezegd de wijken in te willen. Daar hebben wij nu de eerste vijf afspraken voor lopen, daarnaast hebben wij besloten dat iedere wethouder een eigen gebied onder zijn hoede krijgt en daarmee de contacten op een goede manier gaat onderhouden. Misschien gaat dat op een manier zoals de heer Krol zegt, dat iedere wethouder individueel al die wijken een keer gaat bezoeken, dan kan ook overwogen worden om daar raadsleden bij te betrekken. Maar nogmaals, op dat niveau hebben wij die afspraken nog niet gemaakt. Ik kan tegen de heer Krol zeggen: laten wij daar zo snel mogelijk over praten en laten wij daarmee de wens van de raad, in ieder geval van de CDA-fractie, betrekken dat raadsleden daar graag bij willen zijn, zoals dat indertijd op het dorpenoverleg ook gebeurde. Uitzetting personeelsbestand heeft de heer Krol en ook meer mensen over gesproken. Het leidt uiteindelijk, zo heeft u kunnen zien, tot een uitzetting van het personeelsbestand. Een groot deel van de taken, zoals die nu komen, zitten voor een heel groot deel in het takenpakket van een aantal bestaande ambtenaren. Dat deel wordt overgeplaatst naar de wijkaanpak, maar niet voor de volle 100%. Dus het leidt voor een klein stukje tot een uitzetting van het personeelsbestand. De D66-fractie ben ik bij de heer Brok op ingegaan. De heer Sluiter heeft gezegd dat het takenpakket wordt genoemd, hoe zit het met de functie-eisen. Ik ben het met hem eens dat het slagen van de wijkaanpak en het slagen van de manier waarop wijkcoördinatoren werken, of dat resultaten gaat opleveren ja dan nee, uiteindelijk voor een heel groot deel (dat is voor 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 8