marktsector moeten plaatsvinden. Niet alleen het aantrekken van nieuwe bedrijven (wij blijven het belang van een bedrijfscon- tactfunctionaris of citymanager onderstrepen)maar ook het investeren in het onderhouden van goede contacten met het reeds gevestigde bedrijfsleven kan niet voldoende aandacht krijgen. Bij de herinrichting van de binnenstad is het zaak dat de lokale ondernemers en gemeente elkaar vinden en synergie weten te halen uit samenwerking. De WD-fractie is tevens van mening dat de gemeente goede randvoorwaarden moet blijven scheppen om nieuwe ontwikkelingen voor het midden- en kleinbedrijf mogelijk te maken. De laatste jaren is naast ontwikkeling van werk in de markt sector, door de gemeente ook veel geïnvesteerd in het creëren van zogenaamd additioneel werk. Via bijvoorbeeld Melkertbanen, JWG en Banenpool hebben vele mensen de weg naar tijdelijk of vast werk kunnen vinden. Door de snelle opkomst van de instru menten behorende bij de "additionele werkgelegenheid"zien velen door de bomen het bos niet meer. De WD-fractie vraagt zich af of de toekomst voor deze instrumenten wel een zekere is. Het is maar de vraag of het rijk ook over tien jaar bereid zal zijn om veel geld in deze arbeidsprojecten te blijven steken. En, wat is de rol van de gemeente in de toekomst? De WD-fractie vindt het van belang dat op dit moment gestart wordt met een onderzoek om te kijken of de thans vigerende, laten we maar zeggen, werkgelegenheidsprojecten, voldqende effect opleveren en of ook daadwerkelijk sprake is van uit stroom naar "reguliere arbeid" (voor zover de verschillende regelingen zich dat tot doel hebben gesteld)Ik dien daarom de volgende motie in: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 24 juni 1996; overwegende dat de gemeenteraad van Leeuwarden zich reeds e-.erder heeft uitgelaten over het feit dat meer beleidsevaluatie dient plaats te vinden; dat de laatste jaren veel additionele werkgelegenheids projecten zijn opgestart; dat getoetst moet worden of genoemde werkgelegenheidspro jecten voldoende effect hebben; besluit een commissie uit de gemeenteraad in het leven te roepen die 1. de bestaande additionele werkgelegenheidsprojecten evalueert 2. hierover aanbevelingen doet; 3. daarover rapporteert aan de raad; draagt het college op: om zorg te dragen voor ambtelijke ondersteuning. (Motie nr. 6A) Deze motie is ondertekend door de heer Feddema, de heer Stoker, de heer Hoogeveen, mevrouw Visser en ondergetekende. 20 Bij de discussie over het Grote Stedenbeleid tijdens de commissievergadering Bestuur en Middelen en de commissiever gadering afgelopen week over het Grote Stedenbeleid hebben verschillende partijen met een negatieve toon gewezen op de toenemende individualisering. Dit vraagt om een reactie van de WD-fractie. Begin deze week sprak ik namens mijn fractie nog over de emancipatie van het individu. Deze emancipatie is de drijvende kracht achter het proces van individualisering dat onze moderne maatschappij kenmerkt. Het begrip individualisering wordt vaak verward met egoïsme. Ten onrechte, want het gaat er bij indivi dualisering niet om de belangen van het individu voorop te stellen. Waar het wel om gaat is dat zowel rechten als plichten zoveel mogelijk worden toegesneden op de individuele mens. Individualisering betekent in de liberale opvatting verzelf standiging van rechten en plichten en het aanvaarden van verantwoordelijkheid. Het proces van individualisering of verzelfstandiging hoeft dan ook niet te leiden tot vermindering van echte solidariteit. Het Sociaal en Cultureel Rapport over 1994 ziet individualisering als de "belangrijkste onomkeerbare sociaal-culturele kracht" Vorige week werd in deze raad gepleit om bijvoorbeeld door het "solidariteitsbeginsel" het mogelijk te maken om de OZB voor mensen die afhankelijk zijn van een minimum-inkomen voor 100% kwijt te schelden. De WD-fractie wijst dit voorstel naar de prullenbak. Dit is nu een typisch voorbeeld van opgelegde solidariteit waar mijn fractie van denkt dat het alleen maar mensen de gemeente uit jaagt. Inwoners die wij nu net zo hard nodig hebben in Leeuwarden. Door het solidariteitsbeginsel bij de OZB te gebruiken worden solidariteit en gemeenschapszin tot het alfa en omega van de sociaal-politieke moraal verheven. Natuurlijk zijn deze deugden van groot belang, maar dat belang moet ook weer niet worden overschat. (Mevrouw Waanden: Je kunt het ook iets anders uitdrukken, je kunt ook zeggen het principe wordt gehanteerd dat de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Dan klinkt het iets anders, daar valt ook iets voor te zeggen, lijkt mij.) Nee, zoals mevrouw Waanders het zojuist verwoord heeft en deze week ook door andere partijen is gezegd, kan dat niet rekenen op de steun van mijn fractie. (De heer Beers: Maar de heer Brok zegt wel solidariteit, maar niet in deze gemeente.) Dat zeg ik ook niet. Ik zeg hier dat ik tegenstander ben van de opgelegde solidariteit die hier in deze raad door verschillende partijen naar voren is gebracht. Dat is niet de solidariteit waar de WD-fractie over spreekt en ik zal daar zo dadelijk graag nog verder op ingaan. Naast "sociale deugden" zijn er ook "individuele deugden" en slechts in combinatie met elkaar vormen zij de voorwaarde voor een goede samenleving. Dit neemt niet weg dat wij onze ogen mogen sluiten voor de schaduwzijde van de geïndividualiseerde verzorgingsstaat. De verminderde noodzaak van directe solidariteit stellen de menselijke zingeving op de proef. De snelst groeiende sector binnen de gezondheidszorg is die van de psychiatrie. Voor mensen die tussen wal en schip komen of dreigen te raken, 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 11