wij dat in de eerstvolgende commissie of in die daarna op de agenda zetten, daar trachten met elkaar afspraken te maken over van hoe we dat doen, wanneer we het doen en met wie we het doen en wat het onderwerp is. Dit komt voor sommige partij en uit de lucht vallen. Misschien is het wel een geschikt onderwerp, maar ik zou willen aanraden, willen we aan beleidsevaluatie doen, het dan niet op deze manier te doen en er in een commissie op terug te komen en de motie in te trekken. Dat lijkt mij haal baarder.) Ja, dat vind ik prachtig. Voor ons is dit onderwerp dat de WD-fractie heeft aangedragen niet uit de lucht komen vallen, omdat wij vorige week goed geluisterd hebben. Wij hebben er vorige week ook goed over nagedacht en wij vinden dit een goed idee Dan kom ik bij de motie van de WD-fractie over de derde schijf van de lastenverlichting. U begrijpt dat wij die niet zullen steunen, afspraak is afspraak hebben wij gezegd richting het college toen zij voorstelde de lastenverlichting te herover wegen. Afspraak is afspraak is ook wat wij zeggen richting WD- fractie (De heer Krol: Ik doe nog één poging over die beleidsevaluatie. Op het moment dat de motie het niet haalt, dan wordt natuurlijk additionele werkgelegenheid niet het onderwerp van beleidseva luatie voorlopig.Dat zijn zware dreigementen. Wat vervelend dat de heer Krol toch denkt dat hij (De heer KrolNee, dat is niet vervelend, dat is vertellen wat de consequenties zijn.) Ja, maar het is toch raar dat de heer Krol zegt, dat als ik de motie intrek, hij bereid is om na te gaan denken en als ik de motie niet intrek, denkt hij niet na. Ik kom bij motie 7. Dat is de motie die wij samen met de fracties van PAL/GroenLinks, WD, CDA en de kleine christelijk partijen hebben ingediend over het minimabeleid. Ik wil graag dat die motie blijft zoals die is ingediend. De wethouder geeft aan dat zij bang is dat door deze motie de integrale afweging in het kader van het Grote Stedenbeleid moeilijker wordt, omdat we al zo'n grote claim hebben gelegd op het Grote Stedenbeleid. Dat is zo, daar ben ik mij ook zeker van bewust. Maar laten we duidelijk wezen, we hebben bij de behandeling van de Evaluatienota Minimabeleid gezegd dat wij graag voorstellen rond het minimabeleid bij de Perspectiefnota wilden behandelen. Het college heeft ervoor gekozen om dat niet te doen. Dat maakt de integrale afweging nu bij de Perspectief- nota veel moeilijker. We moeten niet onder het mom van integra le afweging straks, integrale afweging nu onmogelijk maken. Dan zijn we steeds bezig om besluitvorming voor ons uit te schuiven en dan komt er dus niks van. (Mevrouw De Haan: Het gaat nu om de prioriteit Grote Stedenbeleid en de integrale afweging die bij Grote Stedenbeleid hoort, dat staat los van het feit dat we het inhoudelijk best eens zijn over dat op het terrein van de minima het één en ander moet gebeuren. Het gaat om de relatie die de heer Hoogeveen legt met het Grote Stedenbeleid en het Grote Stedenbeleid daarmee dus compleet inperkt.) Ja, dat is zo, daar zijn we ons van bewust en dat is het gevolg van het feit dat het college er niet voor heeft gekozen om nu de voor stellen voor te leggen waar we om gevraagd hebben. Dat is niet anders 62 (De heer Den Oudsten: Mag ik de heer Hoogeveen nog één vraag stellen over zijn aanklacht tegen de planning van het college op het punt van het minimabeleid? Het gaat om de integrale afweging die hij in het kader van Grote Stedenbeleid maakt. Hij zegt zelf dat wij dat nu in feite impliciet doen. Maar hij weegt al die andere projecten die er ook liggen niet mee. Ik begrijp dat de toezeggingen van het college om dat onmiddellijk na de vakantie, zeg maar augustus misschien op z'n laatst in september, te doen, dat hij daarvan zegt, dat vinden wij onvol doende. Begrijp ik dat nu goed?) Ja, dat begrijpt u goed. (De heer Den Oudsten: Wat is nu het belang van die anderhalve maand?) Waar het ons om gaat is dat wij in deze gemeente een systematiek van de Perspectiefnota hebben, waarbij we bij de Perspectiefnota integrale afweging willen maken. We hebben er al voor gekozen om drie punten over de vakantie heen te tillen, als we nou dit vierde punt ook nog over de vakantie heen gaan tillen, dan blijven we maar voortdurend alles voor ons uit schuiven. En dat willen we dus niet. (De heer Den Oudsten: Ja, maar dit is toch niet een kwestie van voortdurend voor ons uitschuiven? Dit is een kwestie van ander halve maand op grond van goede argumentatie, lijkt mij.) Ik constateer dat we het niet met elkaar eens zijn. (De heer Krol: Toen bij de behandeling van het GSB de kritiek vanuit de raad, vanuit meerdere partijen aan het college was van waar is uw milieubeleid, waar is uw sociaal beleid conform uw eigen Collegeprogrammatoen was het antwoord: u moet dat vinden binnen het GSB. Op het moment dat wij nu voorstellen doen om het binnen het GSB te dekken en daar ruimte voor te vinden, is er geen integrale afweging meer mogelijk. Dat is toch heel vreemd.) (De heer Den Oudsten: Waar het mij om gaat, en dat zegt de heer Hoogeveen ook, is dat als je probeert tot een integrale afweging te komen, dat betekent dus dat je alle aspecten op een bepaald beleidsterrein meeweegt, dat hebben wij tot nu toe niet gedaan. Wij hebben niet alle voorstellen rondom het GSB bij elkaar gevoegd en gezegd van waar besteden wij nu de beschikbare middelen aan, uit welk pakket kiezen wij nu. Er is ook een manier om het anders te doen, zoals de meerderheid van de raad het nu wil doen. Maar hij moet niet net doen alsof hij nu zorgvuldige inhoudelijke besluitvorming pleegt.) (De heer Krol: Maar de heer Den Oudsten zal van ons moeten accep teren dat op het moment dat wij dit voorstel doen, waarbij de integrale afweging straks wordt gemaakt, wij op voorhand zeggen dat het minimabeleid voor zo'n bedrag in de boeken staat.) (De heer Den Oudsten: Dat begrijp ik en daarom hebben wij nu ook dit debatje.) (Mevrouw WaandersHet punt van de integrale afweging is voor de D66-fractie ook het argument om nog een slag om de arm te houden als het gaat om die f 50 miljoen. Dan vraagt hij ook om die integrale afweging.U heeft van mij be grepen dat wij op het punt van die f 50 miljoen een voorbehoud maken, omdat wij de dekking daarvan nog niet hebben. Ik ga niet blind nu zeggen dat wij met alle bezuinigingsvoorstellen die straks komen akkoord zullen gaan. Want dat is in feite wat je doet als je nu geen voorbehoud maakt voor die f 50 miljoen. Daar voel ik niks voor. (Mevrouw De Bruin: De PvdA-fractie was ook aanwezig bij de behandeling van het Grote Stedenbeleid af gelopen donderdag en heel veel fracties hebben toen wel dege lijk een integrale afweging gemaakt. Want wij hebben allemaal 63

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 32