hebben neergelegd en zoals die in feite ook is geaccordeerd is
door de raad.
De heer Biemans: Maar zoals u gemerkt heeft aan mijn vraag,
gaat het mij niet alleen om de eindafrekening. Omdat het voor
schot verhoogd wordt, is er tussentijds al sprake van een
lastenverhoging van met name mensen met een minimum uitkering.
Dat aspect wil ik in ieder geval meegenomen hebben bij het
beoordelen van of er sprake is van extreem hoge energielasten
Dat is denk ik ook in lijn met wat de raad hier besloten heeft.
De heer Brinks (weth.)Zoals wij de hele tijd gezegd hebben,
gaat het niet om het bedrag dat op voorschotnota's is betaald,
maar het bedrag van de uiteindelijke afrekening en of dat hoger
of lager is dan in andere jaren.
Sub N.
De inhoud van de antwoordbrief wordt in overleg met de
Commissie Stadsontwikkeling vast gesteld.
Ter inzage gelegde brieven.
De heer Krol: Allereerst een opmerking over de termijnen waarop
die brieven al dan niet zijn beantwoord. Misschien is het goed
om nog een keer te kijken naar de termijnen, soms zijn het
brieven van april en meiIk heb toch de indruk dat dat iets
sneller zou moeten kunnen.
De tweede opmerking is dat er verschil wordt gemaakt tussen
brieven die aan de raad gericht zijn met betrekking tot beant
woording. De ene keer komen ze op de mededelingenlijst en
kunnen wij daar nog iets van vinden, de andere keer komen ze
bij de ter inzage gelegde stukken. Dan zijn de brieven al
verstuurd en in principe kunnen wij daar dan niet zoveel meer
van vinden. Graag een antwoord op de vraag wat het verschil is,
wanneer gebeurt het ene en wanneer gebeurt het andere
Dan nog even naar de brief die gestuurd is aan de heer Van der
Meer met betrekking tot een verstopping van de riolering. Daar
wil ik het niet over hebben, wel over het probleem wat daar
eigenlijk onder ligt. Het gaat om de vraag wie er verantwoorde
lijk is voor riolering onder de openbare weg anders dan de aan
sluiting op de dieprioleringDe heer Van der Meer denkt dat de
gemeente dat is en de gemeente zegt dat het bij hen altijd de
gewoonte is dat degene die daar zijn riolering heeft liggen,
ervoor verantwoordelijk is. Dat staat niet goed omschreven in
koopakten, misschien een suggestie om bij verkopingen van grond
voortaan dit soort dingen standaard op te nemen.
8
De heer Brinks (weth.)Het antwoord op de laatste vraag.
In de gemeente Leeuwarden is het gebruikelijk dat de eigenaar
van een pand verantwoordelijk is voor de aansluiting op de
diepriolering, dus voor het hele tracé, of dat nu onder private
grond of onder publieke grond ligt, dat maakt niet uit. Wij
hebben evenwel wel gemerkt dat dit wat onduidelijkheid kan
opleveren en wij zijn aan het kijken of dit soort dingen mee
genomen zouden moeten worden in een koopcontract dan wel in
algemene voorwaarden of dergelijke. Op termijn komen wij daar
in de Commissie Stadsontwikkeling op terug.
De Voorzitter: Nog even over het terecht door de heer Krol naar
voren gebrachte onderscheid. Dat onderscheid brengen wij aan de
hand van de bevoegdheid en de competentieverdeling. Er zijn
brieven die weliswaar aan de raad zijn gericht, maar waarbij
het uitdrukkelijk de bedoeling van de briefschrijver is iets te
vragen omtrent een bevoegdheid van het college als bestuursor
gaan en dan is de Gemeentewet daarin ook helder, die zegt dat
een brief ter bestemde plekke moet worden gelegd, maar ook moet
worden afgedaan om de helderheid voor de burger er ook in te
houden. In andere gevallen geven wij namens de raad, omdat die
beleidslijn door de raad al is vastgesteld, een antwoord, want
wij zijn het secretariaat van de raad en het d.b. van de raad.
Dat zijn twee varianten van iets doen namens de raad of voor de
raad.
De heer Stoker: Ik kan mij niet vinden in de beantwoording van
de brief d.d. 22 april 1996 van mevrouw Dullemond-ZondagIk
wou vragen of dat in de commissie aan de orde zou kunnen komen.
De Voorzitter: Wij zullen daar naar kijken en voor de bestemde
commissie agenderen.
Punt 4 (bijlage nr. 128)
De Voorzitter: Aan de orde is Benoeming van de heer Brinks tot
lid van het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Friesland.
Aanbeveling burgemeester en wethouders:
de heer H. Brinks.
Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen.
Punt 5 (bijlage nr. 124)
De Voorzitter: Aan de orde is Benoeming bestuurslid commissie
ex artikel 82 Gemeentewet voor het GML
9