uitdrukking komt in het communicatieplan. Op het moment dat je tegen de mensen, die nu bezig gaan met uitwerking, zegt je moet nu bedenken wie je partners zijn, dat daar de omliggende gemeenten in een aantal opzichten heel pregnant naar voren komen, dat het dan ook voor de hand ligt om daar dan contact mee op te nemen. Ten aanzien van werk en economie is het het meest duidelijk, maar ik kan mij voorstellen dat in veel meer actieplannen de contacten met omliggende gemeenten opgepakt moeten worden. Dat komt dus heel nadrukkelijk aan de orde bij de uitwerking van de projecten. Verder heeft de heer Bilker gevraagd hoe het zit met het stede lijk vitaliteitsfondsIk heb vorige keer in de commissie al gezegd dat daar nog heel veel discussie over is. Voor de G15 is het heel duidelijk dat wij gezegd hebben, willen wij het Grote Stedenbeleid als G15 gezamenlijk van de grond trekken, dan is een vitaliteitsfonds een van de belangrijkste instrumenten, anders lukt het niet. Wij hebben dus heel zwaar druk gelegd richting het rijk om dat vitaliteitsfonds ook inhoud te geven en in te vullen. Op dit moment is dat nog niet helemaal rond en lopen er op een tweetal terreinen discussies. De ene discussie gaat in de richting van minister Melkert, waarvan de middelen voor additionele werkgelegenheid naar het vitaliteitsfonds mogen, maar eigenlijk geoormerkt. Melkert zegt dat hij eigen lijk niet van plan is om naar de gemeenten zo'n grote vrijheid te geven dat zij die vrij zouden kunnen inzetten. Eenzelfde soort discussie loopt met stadsvernieuwingsgeldenOp dit moment zijn in het kader van G15 afspraken gemaakt om die discussies verder uit te werken. De eerstvolgende vergadering komt daar een verslag van. Pas dan weten wij hoe het uitein delijk verder gaat met het vitaliteitsfonds, of het er echt komt. Maar als het aan de G15 ligt, wordt het een breed fonds, waarvan de prioriteitsstelling zoveel mogelijk vanuit de gemeenten zelf zal mogen worden ingevuld. Dus zo weinig moge lijk oormerking en zoveel mogelijk vrijheid aan de basis bij de gemeente zelf. Dat is de wens van de gemeenten in ieder geval. Tegelijkertijd zullen wij dan ook zelf in huis daar consequen ties aan moeten verbinden, want ook wij hebben hier een werk groep die bezig is met hoe wij omgaan met het Fonds Sociale Vernieuwing, hoe bouwen wij dat om tot een Fonds Grote Steden beleid of een lokaal vitaliteitsfonds waar de vrije middelen van het Fonds Sociale Vernieuwing in zouden kunnen, waar de f 1,5 miljoen, als die bij de begroting definitief wordt beslo ten, in kan enz. Dus ook hier in huis zullen wij het moeten regelen. Dat is ook nog niet helemaal rond. De heer Gros heeft gevraagd hoe de marginale toetsing van het rijk is afgelopen. Ik moet zeggen dat wij dat komende donderdag zullen meemaken. Dan komt een aantal ambtenaren vanuit een gemengde werkgroep, rijksambtenaren en gemeentelijke ambtena ren, hier op bezoek en dan zullen wij onze plannen presenteren en zullen zij de marginale toetsing uitvoeren. Dan hebben wij een idee hoe dat uitvaltDaar kan ik nog niet zoveel over vertellen Verder heeft de heer Gros gevraagd naar het stadsdeel Oost en heeft hij de PDV/GDV-discussie daarbij betrokken. Ik moet 16 eerlijk zeggen dat wij vanuit het Grote Stedenbeleid eigenlijk alleen nog maar zover zijn dat wij gezegd hebben dat wij voor dat deel integrale visie willen ontwikkelen, dat daar natuur lijk ook weer de economische ontwikkeling een soort trekpaard in is en dat natuurlijk dan ook automatisch De Centrale aan de orde komt. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik vanuit het Grote Stedenbeleid niet direct behoefte heb om de hele PDV/GDV- discussie vanavond uit te eten. Ik beschouw het als een opmer king die hij ook richting andere fracties maakt. De heer Bilker: Ik heb het idee dat de wethouder denkt dat de adviescommissie heel structureel moet zijn, maandelijks ver gaderen. Dat was juist niet de bedoeling. Wij hebben het voor beeld gehad van hoe wij in juni hebben geopereerd. Daar bij elkaar zittend hebben wij gezegd dat het op zichzelf goed was om op een bepaald moment over de plannen, die in alle commis sies in de finesses zijn geweest of nog komen, toch met het college, met ambtelijke voorbereidingsgroepen, die discussie kunt hebben. In de raadsbrief staat heel duidelijk dat er een ambtelijke integraliteit plaats vindt, dat ook op het niveau van b. en w. dat plaats vindt, vervolgens wordt de vraag ook duidelijk gesteld van hoe dat dan bij de raad moet. Wij komen samen met de PAL/GL-fractie voor de vakantie met het idee om dat systeem te handhaven van twee a drie keer in het jaar zo'n commissievergadering. Ik zie daar niets tégen. De wethouder zegt dat in de fractie de integrale afweging plaats moet vinden. Nou is dat bij ons bij alle punten zo, dus dat is niet nieuw, maar op een gegeven moment zal iemand dat toch namens de fractie ergens moeten brengen. Daar gaat het ons om. Ik zou toch in de verdere gedachtenvorming van de wethouder mee willen geven deze aspecten zwaar te laten wegen, want nu komt er dan niet een moment na de fractievergadering waarin de eindadvise- ring, zal ik maar zeggen, naar de raad toe plaats kan vinden. Verder ben ik het uiteraard eens met de opmerkingen omtrent de omringende gemeenten, dat die bij het ene plan beter dan bij de andere kunnen. Dus integraliteit vindt bij sommige punten wel plaats met omringende gebieden/gemeenten, maar integraliteit vindt ook bijvoorbeeld plaats bij justitie, waar ik voor de vakantie ook nogal erg voor gepleit heb, omdat men ook daar bezig is als het gaat over leefbaarheid, veiligheid, met het Grote Stedenbeleid. Dat moet allemaal in elkaar over lopen. Dat geldt ook met zorginstellingen en met onderwijs. Als de wethou der dat soort zaken daar al mee bedoelt, dan zijn wij daar zeer gelukkig mee Mevrouw De Bruin: Het zal u niet verbazen dat ik het niet helemaal met de wethouder eens ben als het gaat om een aparte raadsadviescommissie, want ik denk dat het niet alleen gaat om de integrale afweging, maar zeker ook om de controle en toet sing van de plannen die wij vastgesteld hebben. Ik kan mij ook herinneren dat wij dit vorig jaar bij Perspectief nog uitge breid in alle functionele commissies besproken hebben en daarna in de Commissie Bestuur en Middelen en dat wij dit jaar gezegd hebben: laten wij dat nu alleen in de Commissie Bestuur en 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 9