gemeente en vooral voor bewoners, ik denk zeker voor bewoners in achterstandsgebieden. Als het zo lijkt dat Sociale Vernieu wing als een nachtkaars uitgaat, dan moet je wat mij betreft het accent leggen op "lijken", want ik denk dat zowel de doel stellingen als met name ook de werkwijze van de Sociale Vernieuwing worden overgenomen door het Grote Stedenbeleid en zelfs in die mate dat wij proberen dat nog verder uit te bouwen De heer Van Olffen zegt dat er bij het Fonds Sociale Vernieu wing een afspraak lag dat overschotten bijzondere bijstand in het Fonds Sociale Vernieuwing gestort werden. Ik vind dat een aantal zaken ten onrechte aan elkaar gekoppeld wordt. Dat is nu opnieuw aan de orde geweest en wat wij daarbij betrokken hebben is ten eerste of het nog om overschotten gaat. In de rapportage die het college naar de raad heeft gestuurd vlak voor de vakan tie bij de Perspectiefnota heeft de directeur Sociale Zaken aangegeven dat de bijzondere bijstand dit jaar quitte speelt, dan wel geld tekort komt, in tegenstelling tot de jaren die wij hebben gehad, vroeger bleef er altijd geld over. Volgend jaar komen wij waarschijnlijk tekort. Dat is de zorg die de direc teur Sociale Zaken heeft uitgesproken. Ik denk dat wij een discussie moeten voeren over wat er gebeurt als wij een tekort hebben. Stel dat wij met de middelen bijzondere bijstand van het Rijk niet uitkomen, vinden wij dan dat dat tekort moet worden aangevuld en zo ja, vanuit waar? Moet dat dan aangevuld worden of vinden wij dat wij opnieuw naar de regelgeving moeten kijken en gaan wij onze regels aanpassen. Die discussie hebben wij met elkaar nog niet gevoerd. Ik vind dat dat eerst moet. Als dan blijkt dat er een tekort is en het moet worden aange vuld, als de raad daarvoor kiest, dan lijken mij de algemene middelen daar het meest voor in aanmerking te komen en niet het Fonds Grote Stedenbeleid. Daarmee zeg ik dan tegelijkertijd dat mocht er een overschot zijn, dan moet je eenzelfde consequente houding aannemen. Een tweede punt is het Fonds Maatschappelijke Activiteiten, waarvan de raad vorig jaar gezegd heeft dat zij dat nog een jaar in stand wil houden, want de evaluatiegroep draait nog en wij weten niet watvoor voorstellen daaruit komen en wij willen niet het risico lopen dat wij het fonds afbouwen en dat in de tussentijd daar niks voor in de plaats komt. De planning is nu dat de raad over de Stadspas eind van dit jaar een besluit kan nemen. Ik ga ervan uit dat wij dat volgend jaar hebben opge lost. Of de Stadspas is er of de raad neemt een ander besluit, maar in ieder geval voordat 1997 begint heeft de raad een be sluit genomen over hoe dat loopt. Ik kan op dit moment helemaal niet inschatten of er een gat ontstaat tussen het invoeren van de Stadspas en het opheffen van het fonds. Voor mij is het in ieder geval op dit moment zo dat wij in december een besluit nemen over al of niet een Stadspas en dat de raad een besluit heeft genomen over het opheffen van het fonds. Mocht in december blijken dat daar een gat is, dan zullen wij dat moeten opvullen. Maar ik vind niet dat je dat nu moet koppelen aan al of niet bijzondere bijstand middelen. Ik pleit ervoor om die twee dingen uit elkaar te halen, zeker als ik mij realiseer dat wij in feite vanuit het Grote Stedenbeleid de f 1,5 miljoen - 26 wat eigenlijk nieuw beleid is, wat vrije gemeentelijke middelen zijn, want zoals de berekeningen waren krijgen wij zo'n f 8 a 9 ton op dat punt - nieuw extra geld gaan storten voor het minimabeleid. Dan vind ik het niet reëel om nu te zeggen dat mocht er geld overblijven - die kans is al niet zo groot - om dat dan op voorhand ook vast te leggen voor minimabeleid. Mijn reactie zou zijn, haal die dingen uit elkaar, ga ten aanzien van de Stadspas in december een besluit nemen, overigens ook op de andere zaken, mocht er dan een probleem ontstaan, dan zien we dat dan welMaar ik vind het teveel gevraagd om dat nu te koppelen aan de middelen van de bijzondere bijstand als die over zouden blijven. De stand van zaken bijzondere bijstand, voor de vakantie was daar nog geen antwoord op, maar wethouder Brinks weet daar misschien meer van af De heer Brinks (weth.)De laatste rapportage die ik heb gekre gen en die de raad ook zal bereiken bij de Marap is dat er zeker geen overschot zal zijn maar een tekort op de middelen bijzondere bijstand. De trend die zich aftekende van de laatste jaren dat er steeds meer gebruik gemaakt zou worden van de bijzondere bijstand, zet zich ook dit jaar voort. Bij Marap zal naar de raad zeker een nadere stand van zaken wat betreft de hoogte van het tekort gedaan worden, maar dat het een tekort is, kunnen wij nu al zeker zeggen. De heer Van Olffen: Ik ben blij om te horen dat er kennelijk steeds meer mensen de weg vinden naar het aanvragen van bij zondere bijstand, dat is wel eens anders geweest. De heer Beers: Ik wil mij neerleggen bij de argumentatie van het college. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 20 (bijlage nr. 152) De Voorzitter: Aan de orde is Convenant provincie Fryslan - gemeente Leeuwarden in het kader van het Grote Stedenbeleid. Mevrouw Visser: Provincie en hoofdstad tekenen een convenant, een overeenkomst, beide uit eigen belang. Want laten wij eerlijk zijn, hoewel Ljouwert de laatste tijd hevig loopt te zwaaien met het belang van Fryslan, heeft het zich nooit iets van de rest van de provincie aangetrokken. Bij het provinciaal 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 14