bestuur was het jarenlang" Fryslan boppe, Ljouwert yne groppe
Maar voortschrijdend inzicht en wat hulp van Den Haag heeft
beide partijen doen inzien dat je samen sterker staat en dat is
een goede zaak. Met een flinke dosis eigenbelang is in dit
geval niets mis. Immers hier gaat het om een ongedwongen samen
werking tussen twee gelijkwaardige partijen waarbij niemand
benadeeld wordt. Zelfs meer dan dat: andere Friese gemeenten
zullen ongetwijfeld profijt kunnen trekken van een te zijner
tijd op deze wijze versterkt Leeuwarden.
De overeenkomst op zich doet mij denken aan een ruw stuk hout.
Er zal nog heel wat geschaafd en gebeiteld moeten worden om er
een hanteerbaar geheel van te maken, maar als het in de kern
goed hout is, zal dat best lukken.
Op twee punten loopt deze overeenkomst mij te hard van stapel
Ten eerste voor wat betreft de tweede alinea op bladzijde 6,
waar zo goed als staat dat de Spoorzone behouden blijft als
hoogwaardige kantoorlocatie, terwijl wij nog midden in de PDV-
GDV-discussie zitten. De raad ten minste, het college misschien
niet? Bovendien moet het onderzoek naar een mogelijke geschikt
heid van het spoordok als GDV-locatie nog beginnen. Wat mij
betreft schrappen wij die hele alinea.
Ten tweede gaat het om bladzijde 11, tweede alinea waar staat:
"De provincie verleent haar medewerking om op termijn de
projecten Werpsterhoek en Boxumerpolder te realiseren." Deze
raad heeft zich bij de behandeling van Leeuwarden Open Stad
weliswaar min of meer uitgesproken voor de aanleg van de haak
om Leeuwarden, maar het is verre van zeker dat de Boxumerpolder
daar aan opgeofferd zal worden of waaraan dan ook. Het college
zal ongetwijfeld zeggen dat het niet bedoeld is zoals het hier
staat, dat er natuurlijk te zijner tijd eerst nog inspraak en
besluitvorming plaats vindt over zowel de Boxumerpolder als de
Werpsterhoek, over de gehele Haak. Ik zou mij echter een stuk
geruster voelen als in deze zinsnede woordjes als "desgewenst"
en "mogelijk" zouden staan.
Voor de rest stem ik van harte in met dit voorstel
De heer Hoogeveen: Ik wilde niet al te veel meer opmerken over
dit convenant tussen provincie en provinciehoofdstad, wij
hebben daar een uitstekende vergadering met de statencommissie
AEZ over gehad. Een gezamenlijke commissievergadering die ook
niet ging over de ARHI-procedureHet verbaasde mij dan ook dat
sommige deelnemers aan die vergadering achteraf toch weer
zeiden dat naar aanleiding van die commissievergadering niet
kort daarna uitspraken van de gemeente over de ARHI-procedure
verwacht werden. Dat had niks met elkaar te maken, dus moet je
ze ook niet achteraf met elkaar gaan zitten vermengen.
Eén opmerking nog, die een beetje aansluit bij de opmerking van
mevrouw Visser over de Spoorzone maar wel de andere kant uit
gaat, dat zal haar niks verbazen want die opmerking heb ik ook
tijdens de commissievergadering gemaakt.
De Spoorzone is wat ons betreft een uitstekende locatie voor
kantoren, de enige echt goede locatie voor kantoren in
Friesland. Wij willen kantoren dicht bij een spoorlocatie omdat
28
het uit milieu-overwegingen van groot belang is dat mensen met
de trein kunnen komen. Om die reden zijn wij het van harte eens
met de passage die in het convenant staat.
De heer JacobseIn de commissie hebben wij argwanend en terug
houdend gereageerd. Een van de door ons gebezigde spreuken was:
eerst zien en dan geloven. Je zou ook kunnen zeggen: hier zijn
de woorden en nu nog de daden en de gelden. Gaarne zou ik
vanach-ter de collegetafel nog eens duidelijk vernemen dat
hetgeen bepaald is in het convenant over de Spoorzone, het is
ook al genoemd, een eventuele GDV-locatie hier niet uitsluit.
Ik wil ook nog eens benadrukken dat mijn fractie tegen een MTC
oude stijl, oude plaats was en blijft en dat de noodzaak voor
infrastructurele werken hard aangetoond zal moeten worden al
vorens dit onze steun zal krijgen.
Leeuwarden heeft met dit convenant een aantal vage beloften en
intensies verkregen, Leeuwarden heeft met dit convenant ook een
reden voor herindeling verloren. Wie deze twee niet in eikaars
verband ziet, sluit de ogen voor de realiteit. De toekomst zal
uitwijzen of de provincie werkelijk kiest voor Leeuwarden of
dit alleen als zoethoudertje presenteert om de minister te
paaien. Toch stemmen wij voor dit convenant, Leeuwarden heeft
geen keus en Leeuwarden heeft niets te verliezen. De provincie
heeft meer te verliezen, als zij niet kiest voor Leeuwarden dan
verliest zij haar hoofdstad.
Mevrouw WaandersNa een uitgebreide gezamenlijke commissiever
gadering van provinciale staten en de Leeuwarder raad kan ik
het heel kort houden. De PvdA-fractie is zeer ingenomen met de
snelle totstandkoming van het convenant. Het feit dat het GSB
als zodanig nog maar een hele korte geschiedenis kent, maakt
het acceptabel dat de intenties op de verschillende beleids
terreinen soms nog te vrijblijvend zijn geformuleerd, voorals
nog in ieder gevalIn het permanente overleg en in de verdere
samenwerking met de provincie zullen die bewuste formuleringen
in concrete plannen omgezet moeten worden. Wij zijn echter niet
zoals de heer Jacobse argwanend en terughoudend, zo hebben wij
ook niet in de commissie gereageerd. Wij zien dit als een
eerste stap in de goede richting. Wij hebben op dit moment in
ieder geval nog geen reden om aan de juiste intenties en de
goede bedoelingen van beide partijen te twijfelen. Tijdens de
gezamenlijke commissievergadering hebben wij ook een aantal
aanvullende suggesties gedaan, die zal ik hier niet herhalen,
behalve één, dat betreft het initiatief tot de vorming van een
milieu-universiteit in Leeuwarden. Het lijkt mij een goede zaak
dat niet alleen de gemeente, maar ook de provincie zich sterk
maakt voor een dergelijke vorm van wetenschappelijk onderwijs
in Leeuwarden. Want ook een stad die dit jaar weliswaar niet op
de eerste maar op de derde plaats is geëindigd in de ranglijst
van HBO-steden mag haar ambities op het terrein van het HBO en
het wetenschappelijk onderwijs uitbreiden.
De heer Brok: Ik heb bij de commissievergadering gezegd namens
mijn fractie dat wij wat concrete doelstellingen in het stuk
29
1