Men moet het niet doen voorkomen alsof het mijn bedoeling is te onderzoeken of b. en w. naar het Stadskantoor kunnen verhuizen. Mijn motie beoogt dat b. en w. hier in het Stadhuis blijft en mijn dekkingsvoorstel is dan de ruimte die men dan bij het Stadskantoor nog ter beschikking heeft te verhuren aan derden, anders dan de gemeente. Ik heb geen behoefte aan een nader onderzoek, want gezien de stelligheid van het collegevoorstel weet men nu ook wel dat men ruimte heeft. Motie nr. 1, ik leeft in de veronderstelling dat van deze gelden onder andere ook een congres georganiseerd zou worden. Ik vind dat als wij Leeuwarden als congresstad willen promoten je niet op deze manier het paard achter de wagen moet spannen en dat congres moeten laten doorgaan. Motie nr. 5 is ook verwoord in de combi-motie. Daar ben ik dus tegen Mevrouw De Haan (weth.)Ook maar even grofweg aan de hand van de moties. Ten aanzien van de motie van de PvdA-fractie over de DSW con stateer ik dat er hier in de raad, zoals ik het snel kan tellen, een meerderheid is voor de motie die zegt dat f 1 ton voor dat jubileum teveel is, daar moet f 50.000,- af. Wij zul len ons daar dan ook niet tegen verzetten. De motie van de coalitiepartijen is gewijzigd in het overleg in de pauze. Voor ons zijn een aantal pijnpunten er uitgehaald. Ik heb uitvoerig uitgelegd waar bij ons onzekerheid zit. Die is er uit. Dat betekent - en dat is jammer - dat wij dus nu aan een stukje nieuw beleid komen. Dat vindt het college verschrikke lijk jammer, maar wij constateren met elkaar dat wij niet in staat zijn om voldoende harde voorstellen tot ombuigingen te maken. Overigens blijft dat iets waar wij in de komende tijd met de raad over willen blijven overleggen, over andere vormen wellicht van ombuigingen. Maar het blijft, denk ik, de bedoe ling van het college om met de raad tot overeenstemming te komen. Als wij aan de ene kant meer nieuw beleid willen, bete kent dat aan de andere kant dat je moet ombuigen. Wij zullen in de komende tijd met de raad in gesprek blijven over nieuwe mogelijkheden van ombuigen. De motie, zoals die er nu ligt, is voor het college acceptabel. Ik denk dat dit ook een dekking is nu van de begroting die door de provincie geaccepteerd wordt. Wat ons betreft akkoord. De CDA-fractie heeft nog een keer gewezen op de teleurstellende gang van zaken enz., dat is allemaal niet zo belangrijk. (De heer KrolIn de ogen van de wethouder dan waarschijnlijk. Ik vind dat een freudiaanse verspreking, een wat minderwaardige opmerking overigens.) Ik begrijp dat ik mij verkeerd uitdruk. Wat ik bedoel te zeggen is in de hele discussie waar wij het nu nog over moeten hebben, het voor de moties niet uitmaakt. Dat was mijn bedoeling. Het Hemrikfonds, ik wou vragen of de burgemeester daar nog even op wil ingaan. 52 Het Fries is op ingegaan. De heer Krol heeft gezegd dat het hem opvalt dat het college zijn eigen voorstellen hier vanavond niet verdedigt. Ik heb daar een beetje fel op gereageerd door te zeggen dat wij daar op zichzelf als college nog steeds achter staan en ik zou ze nog steeds verdedigen. Ze allemaal doorlopen, mijnheer Krol, kost denk ik verschrikkelijk veel tijd, maar het belangrijkste argument is dat als het goed is, het door het college in alle verschillende functionele commis sies aan de orde is geweest. Hij mag het uiteraard niet eens zijn met die argumentatie van het college, maar als het goed is heeft het college alle voorstellen wel verdedigt en bij een aantal heb ik dat ook zeker meegemaakt Het schoolzwemmen zegt de heer Krol van dat zij dat niet willen Verder constateert de heer Krol met - ik zou haast zeggen - enig genoegen in zijn stem dat het college een gevoelige nederlaag heeft geleden. Daar wil ik het volgende op zeggen. (De heer KrolIk voegde daar ook iets aan toe, dat was niet de enige opmerking daarover.) In de eerste plaats, het hele ver haal dat de burgemeester net hield. Op het moment dat de raad zegt wij vinden een aantal voorstellen niet acceptabel en zetten daar een aantal tegenover, dan vind ik dat een normale gang van zaken en dan blijf ik vinden dat de raad uiteindelijk altijd het laatste woord heeft. Dat hoeft dus niet persé te betekenen dat het college compleet mis gegokt heeft. In de tweede plaats, als je kijkt naar de totale begroting, naar het beleid dat wij hebben neergezet in het kader van Perspectief, als wij kijken naar het nieuw beleid van bijna f 15 miljoen, dan denk ik wat er nu door de raad aan veranderd is, dat je het absoluut niet kunt volhouden dat het college een gevoelige nederlaag heeft geleden. Het college heeft voor het overgrote deel een begroting gepresenteerd die geaccepteerd wordt door de raad en waar wij denk ik naar buiten toe een uiterst goed figuur mee slaan en waar een enorme uitstraling van kan uitgaan als het gaat om werkgelegenheid enz. Het overgrote deel van die hele begroting blijft overeind. Waar wij over van mening ver schillen, is de dekking van een aantal ombuigingsvoorstellen. Van het totaal van de f 6 miljoen hebben wij eigenlijk een meningsverschil over zo'n f 6 a f 7 ton. (De heer Krol: Waar het mij om gaat is dat als je kijkt naar de bezuinigings- en ombuigingsvoorstellen en je kijkt raadsbreed naar al die voor stellen die kritiek hebben opgeleverd, die het niet gehaald hebben, die gingen over meningsverschillen, over lastenverlich ting, dan is het natuurlijk waar dat de raad met andere voor stellen mag komen. Mevrouw De Haan mag zich best voor de gek houden dat het college geen nederlaag heeft geleden en dat het een geweldige begroting heeft gepresenteerd, maar ten aanzien van bezuinigingen op zoveel voorstellen alternatieven, liever niet, anders, kan je toch niet zeggen dat je ten aanzien van die ombuigingen met opgeheven hoofd deze raadszaal kunt ver laten.) Nogmaals, wij praten vanavond niet alleen over ombui gingen, wij praten over een totale begroting waar wij een besluit over nemen. Als wij naar de totale begroting kijken, dan denk ik dat wij met elkaar een voorstel hebben gemaakt waarover wij het voor het overgrote deel helemaal met elkaar 53

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 27