van het Raadschap. De heer Stoker zegt ook, waarom niet een
aparte organisatie. Daar valt iets voor te zeggen. Uiteindelijk
hebben wij er voor gekozen om alles goed te evalueren na één
jaar. Wij wachten op de rapportage van de accountant van het
Raadschap en dan zullen wij onze mind wel eens opmaken. Wat mij
betreft ook het signaal via de raad van toezicht. Met name het
eerste jaar geen rare bokkensprongen doen en heel geleide-lijk
aan die investeringen maar waar zien te maken. Als je kijkt
naar waar het om gaat, dan blijft 5% over van wat het Raadschap
nu doet. Daar ligt een heel solide bedrijfsplan onder, zo is de
taxatie van het college.
Ik denk dat ik in algemene termen op de inbreng van de
woordvoerders ingegaan ben.
De heer De Beer: Er rest mij nog één opmerking die ik ook mee
had willen nemen.
Bedankt voor de snelheid waarmee wij het verslag van de
vergadering van 3 december jl. hebben gekregen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 210)
De Voorzitter: Aan de orde is Beleidsnota Leerplicht en leer
lingenzorg gemeente Leeuwarden.
Mevrouw Van Ulzen: Een hele mooie nota, daar is niets tegen in
te brengen, ware het niet dat de wethouder ook heel verheugd
was over de maatregelen. Die heb ik niet kunnen vinden in de
nota. Het verzoek van mijn fractie is om eventueel tot een
vervolg te komen. Wij hebben het nu een jaar of twintig
geprobeerd met een spijbelbus en koek en koffie en sopieDat
is niks geworden. Wij zijn er nu aan toe om te kijken of het
niet mogelijk is dat wij een paar mensen vinden die de kinderen
in hun nekvel grijpen en terug brengen naar schoolOp zaterdag
14 december - u weet ik ben een fanate krantenlezer - hebben er
in het Friesch Dagblad een paar uitstekende stukken gestaan.
Die nota is allemaal beleid en overleg, dat is heel fijn, maar
wij hebben nu toch graag dat er eens wat gebeurt en dat die
kinderen daadwerkelijk naar school terug gebracht worden. Ik
vind het toch heel droevig, daar kan niemand in deze raad iets
aan doen, maar er moet een halt toegeroepen worden aan dat
spijbelen en deze nota alleen is een aanzet en meer ook niet.
De heer De Jong (weth.)Wij kunnen lang en breed discussiëren
over of je ze nu wel bij het nekvel moet pakken of niet, er
ligt een iets andere opvatting over hoe om te gaan met, dat is
40
leerplicht en leerlingenzorg. Volgens mij verschillen wij wat
van mening over de invulling van het begrip zorg. Mevrouw Van
Ulzen verstaat daar wat meer onder 'in het nekvel pakken'. Als
ik kijk naar wat voor projecten wij in dat vlak, maar dan in
wat brede zin, toch al uitvoeren (er loopt ook een project in
deze stad van ene mijnheer Saris, die zich bezig houdt met
drop-outs, want daar hebben wij het dan over) dan denk ik dat
dat op een goede manier gebeurt en ik zou zeker willen advi
seren om daar eens een kijkje te gaan nemen.
Een tweede voorbeeld waar het gaat om de opvang van zeer
problematisch spijbelgedrag is in de centrale opvang bij het
voormalige vormingscentrum De Stijl. Wat wij vroeger wel eens
gedacht hebben, dat het voor de scholen een soort legitimatie
zou zijn dat men zijn moeilijke leerlingen daar kwijt zou
kunnen, blijkt in de praktijk absoluut niet aan de orde te
zijn. Wat wij constateren is dat de scholen heel lang proberen
alles te doen met de leerlingen waarom het gaat en dat in die
centrale opvang een aantal kinderen terecht komt waarvan wij de
bedoeling hebben dat ze na zes tot acht weken weer terug naar
school gaan, maar dat blijkt dan praktisch gewoon niet mogelijk
te zijn. Die moeten dan verder een circuit in en moeten niet
omdat het moet, maar omdat het gezien de problematiek waar wij
mee te maken hebben veel verstandiger is wanneer die in de
dagopvang terecht komen. Ik constateer met spijt dat daar op
dit ogenblik de zaak verstopt raakt. Ik zou wensen dat wij daar
meer ruimte voor kregen.
Mevrouw Van Ulzen: Ik verdenk de wethouder niet van kwade op
zet, maar het is net of hij willens en wetens langs mijn
bezwaren gaat. Ik heb het niet over drop-outs, ik heb het over
kinderen die hinderlijk veel spijbelen. Dat is voordat zij in
het circuit terecht komen van De Spil en mijnheer Saris en
andere. Het gaat mij er om dat kinderen in coffeeshops en zo
zitten, die dat gezelliger vinden, hetgeen ik begrijp, zo leuk
was het niet, maar dan moet er iemand zijn die roept: hier weg
wezen en naar school en snelIk kan u verzekeren dat dat
helpt. Ik spreek uit ervaring, want ik heb menigeen van huis
gehaald. Dat is vijf jaar geleden, dat zal best heel lang zijn
in de beleving van de wethouder maar in de mijne nog niet zo
lang.
De heer De Jong (weth.)Wij moeten niet de discussie voeren
over tijdsbesef. Ik neem met belangstelling kennis van de
opvatting van mevrouw Van Ulzen. Wij hebben daar in de commis
sie ook uitvoerig over gediscussieerd. De wijze waarop zij dit
naar voren brengt wordt ook door een aantal verantwoordelijk
mensen op de scholen uitgevoerd zoals zij dat graag zou willen.
Want laten wij wel met elkaar vaststellen dat de eerste verant
woordelijkheid natuurlijk wel bij de scholen ligt en die nemen
dat ook ten volle op zich. Dan zijn binnen de scholen diverse
aanpakken mogelijk en de ene school gaat daar anders mee om dan
de andere school. Misschien zijn er scholen in deze stad die
van de opvattingen van mevrouw Van Ulzen gebruik kunnen maken
wat dat betreft. (Mevrouw Van Ulzen: Ik wil ze zelf mijn
diensten wel aanbieden.) Dat is genoteerd.
41