Punt 30 (bijlage nr. 201) De Voorzitter: Aan de orde is Jaarprogramma 1997 Leeuwarden onderste boven (het Grote Stedenbeleid van Leeuwarden) Mevrouw De Bruin: Er liggen een aantal plannen nu aan ons voor. Dat gaat om het jaarprogramma 1998, maar daarnaast ligt er ook een aparte communicatieparagraafMet betrekking tot die commu nicatieparagraaf hebben wij in de commissie gezegd dat het om een fors bedrag gaat wat ingezet wordt, maar het gaat ook om een fors thema waar wij het over hebben, dat zou in die zin gerechtvaardigd zijn, alleen wij wensen een evaluatie van dat bedrag na één jaar. Wij hebben in het definitieve raadsstuk kunnen lezen dat aan dat verzoek in ieder geval gehoor is gege ven. Daar wou ik mijn waardering voor uitspreken. Voorts wil ik mijn waardering uitspreken voor het feit dat nu toch handen en voeten is gegeven aan het thema Milieu binnen het Grote Stedenbeleid. In de commissievergadering voor de zomervakantie hebben meerdere fracties opmerkingen gemaakt dat het milieu toch een plek zou moeten krijgen binnen de ver schillende actieplannen. Ik ben heel erg blij dat er nu een apart actieplan ligt en ik denk dat het ook goed is om er in 1998 naar te streven - en dat is ook het streven - om dat integraal mee te nemen in de actieplannen die er dan liggen. Dus ook daar waardering voor. Met betrekking tot de inhoud van de plannen zou ik mij eigen lijk willen beperken tot een viertal vragen die ik met name aan de verantwoordelijk wethouder voor zou willen leggen. Ten eerste, als wij het hebben over inspraak van wijken, hebben wij het dan over een zoethoudertje of hebben wij het over daad werkelijke zeggenschap. De achtergrond van die vraag is dat wijken, dat valt ook uit het plan te lezen, in meerderheid te kennen hebben gegeven dat zij maatregelen in de sociale sfeer wensen, maar daar wordt naar onze mening in ieder geval nog onvoldoende uitwerking aan gegeven. Een tweede punt wat ik overgehouden heb aan de commissiebespre king is de sociale paragraaf. Daarover zou ik willen vragen: gaat het hier nu om veel woorden of streven wij ook naar daad werkelijk daden. Ik wil nog even in herinnering brengen de commissievergadering van deze raad voor de vakantie, maar vooral ook de bespreking met de provincie over het convenant, waarin toch heel veel partijen uit deze raad, maar ook uit de Staten, hebben aangegeven met name heel veel waarde te hechten aan de invulling van die sociale paragraaf en activiteiten die daar onder vallen. Als ik nu kijk naar het plan, dan vind ik dat met name activiteiten op het punt van de sociale paragraaf teveel nog in de sfeer van intenties hangen en teveel nog in de sfeer van onderzoeken zitten. Ik kan er alle begrip voor opbrengen dat heel veel zaken die in 1996 in gang zijn gezet, je nu in 1997 doorzet, maar ik verwacht toch echt dat in 1998 52 heel duidelijk aangegeven wordt wat wij nu willen met de sociale paragraaf. Een derde punt waar ik uw mening graag over zou willen hebben is allochtonen en werkgelegenheid, hoe benaderen wij dat punt, is er niets aan de hand of gaan wij daar letterlijk werk van maken. Dat is ook een punt dat bij voortduring al teruggekomen is in de verschillende besprekingen van het Grote Stedenbeleid. Ik vind er niets over terug in het plan. Wat ik wel aantref is dat er op het terrein Zorg en dan vanuit de Dienst Sacu een onderzoek op de rails staat waarbij in kaart gebracht moet worden in hoeverre allochtonen participeren. Ik heb in de commissie al aangegeven dat ik absoluut geen behoefte heb aan dat onderzoek op dit moment, het is mij helemaal niet duidelijk welke kant wij uit willen met allochtonen in deze gemeente. Daarnaast weet ik ook dat wij juist bij de sector Additionele Werkgelegenheid over voldoende informatie beschikken die ons inzicht geeft in de positie van allochtonen als het gaat om participatie op de arbeidsmarkt. Dus ik heb veel meer behoefte aan concrete projecten dan weer het zoveelste onderzoekje. Dat brengt mij bij mijn laatste punt. Het Grote Stedenbeleid, gaat dat nu om onderzoekje zus en onderzoekje zo of gaat het om integrale projecten met duide lijke doelen en resultaten. Dat zeg ik niet voor niets, omdat ik al eerder zei, dit plan - en dan met name op het zorgterrein - blinkt uit in de onderzoekjes die aangekondigd staan. Wat de PAL/GL-fractie betreft gaat het in ieder geval om zeggenschap voor de wijken, daadkracht met betrekking tot de invulling van de sociale paragraaf, concrete werkgelegenheidsplannen voor allochtonen en zo nu en dan een onderzoekje, maar altijd met als doel dat daar ook een integraal projectplan uit voortvloeit met duidelijke doelen en resultaten. Dat staat niet altijd zo helder in de plannen aangegeven. Daar heb ik mij wat over verbaasd. Mevrouw De Haan (weth.)Een aantal concrete vragen die ik zal proberen te beantwoorden. De inspraak van wijken. Als het gaat om de inspraak van wijken hebben wij de afgelopen jaren daar een behoorlijke structuur op gezet. Wij hebben ieder jaar beheeroverleg, waarin wijken samen met alle betrokkenen daaromheen het programma maken wat jaar lijks in die wijk gebeurt. Dat is zo breed mogelijk. Dat heeft de afgelopen jaren erg gezeten in de fysieke sfeer, langzaam maar zeker zijn wijken er naar toe gegroeid om te zeggen dat het integraler moet. Wijken zijn nu zelfs zover dat als het om het Grote Stedenbeleid gaat zij zeggen, eigenlijk vinden wij die sociale kant nog wel zo belangrijk in het kader van het Grote Stedenbeleid. Dat hebben wij ook opgepakt. Als je kijkt naar de programma's hier, dan hebben wij met name ook gekeken naar wijken, naar de sociale kanten waar zij projecten in hebben aangekondigd. Ik denk dat het met de inspraak van wijken helemaal niet slecht gesteld is in Leeuwarden. Wat anders is, daar zijn wij binnen de wijkaanpak over aan het denken, inspraak is nog niet helemaal hetzelfde als partici patie. Want heb je extra voor participatie nodig? Daar zijn wij 53

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 27