is voor mij nieuw - is natuurlijk feitelijk een conflict tussen
de huurder en de verhuurder. De rol van de gemeente, zeker waar
het de interne organisatie van de woning betreft, is daar, of u
dat nu leuk vindt of niet leuk vindt, buitengewoon beperkt.
Feitelijk is het zo dat er meningsverschillen zijn die leiden
tot een onevenredig product, in de zin van dat een huurder een
slecht product krijgt tegen een dan te hoge huur. Daar hebben
wij een huurcommissie voor, wettelijk vastgesteld, die dit
soort zaken beoogt na te gaan. Als ik dan bovendien vaststel
dat de verzelfstandiging van corporaties betekent dat gemeentes
weliswaar verantwoordelijk zijn voor de volkshuisvesting, maar
niet primair voor de individuele woning een rol hebben en wij
in feite ook geacht worden de producten te toetsen nadat op
basis van afspraken vooraf daar prestaties zouden kunnen worden
geleverd, dan constateer ik dat de rol van de gemeente in dit
verband heel erg beperkt is. Pas als zou blijken dat de corpo
ratie in strijd handelt met wettelijke voorschriften, met
concrete afspraken die tussen de corporatie en de gemeente zijn
gemaakt, hebben wij een rol.
Ik heb veel meer moeite met de opmerking van de heer Galama
waarin hij een suggestie neerlegt alsof de gemeente door
creatieve financiering niet meer in staat zou zijn om objectief
te oordelen. Dat is voor mij helemaal nieuw, ik hoor vandaag
voor het eerst dat dit blijkbaar een rol in de beleving van de
huurders speelt. Ik had graag gewild dat hij dat wat verder
specificeerde, om tegen dit soort beschuldigingen, want zo
ervaar ik het wel, ook een antwoord te kunnen zetten. Het is
voor mij nieuw, het suggereert een hele hoop. Wij hebben rijks
subsidies gehanteerd waar het gaat om de realisatie van sociale
huurwoningen. Die zaken worden ook nog een keer goed getoetst
door het Rijk. Ik zou niet weten hoe wij zodanig creatief
hebben kunnen financieren dat wij nu geblokkeerd zouden zijn
dat een keuze, die primair aan de verhuurder en de huurder is,
namelijk het vervangen van de luchtverwarming door c.v., ons in
de weg zou staan. Ik hoor daar graag later wat meer van, zodat
dat ook wat verder wordt onderbouwd en wij dan ook precies
weten waar het over gaat
De Voorzitter: Dit laatste punt zal zeker terug komen in een
ander verband.
Punt 2
De Voorzitter: Aan de orde is Vragenhalf-uurtje voor raads
leden.
De heer Ten Hoeve: Een jaar geleden heb ik het college vragen
gesteld om te proberen de finish van de Elfstedentocht bij de
Oldehove te doen plaatsvinden. Het is mooi dat een jaar na deze
vragen het antwoord van de heer Kroes is gekomen, ik hoorde dat
op de radio. Zijn mededeling was dat de finish niet bij de
Oldehove komt. Het was vooral het punt van de openbare orde,
maar niet het hoofdpunt, en het had te maken met de ijsdikte.
6
Ik zou graag van het college willen weten, want daar gingen die
vragen toentertijd ook over, welke pogingen/toezeggingen het
college heeft gedaan aan het Elfstedenbestuur om toch die
finish, die voor de promotie van Leeuwarden zo belangrijk is,
hier te krijgen. De bedoeling van mijn vraag is natuurlijk om
te blijven proberen de finish hier in de stad te bewerkstel
ligen, omdat dat denk ik van groot belang is voor Leeuwarden.
De Voorzitter: Alhoewel het planologisch zou kunnen lijken dat
de heer Kroes nu na een jaar een antwoord geeft op de door de
heer Ten Hoeve gestelde vraag, is daar wel een hele boel tussen
in gebeurd. Daar wil ik graag, naar aanleiding van deze vraag,
iets over zeggen.
(De heer Ten Hoeve: Maar het is gebruikelijk dat je na een
maand of drie hooguit antwoord op je vragen krijgt.) Dit is ook
voldoende duidelijk geworden, zo niet door de rechtstreekse
media dan wel door informatie die wij van elkaar kennen en
kenden. Waar het mij om gaat is dat zelfs tijdens de voorberei
dingen van de niet doorgegane laatste tocht, daar bedoel ik mee
in het afgelopen jaar, door dit gemeentebestuur, in ieder geval
door ondergetekende, is gepleit om toch te overwegen de finish-
plek aan de Prinsentuin te doen zijn. Daar is toen veel bijval
voor gekomen. De heer Ten Hoeve heeft er toen expliciet onge
veer tegelijkertijd in deze raad ook vragen over gesteld en
toen al was het antwoord dat dit een gezamenlijk streven van
dit gemeentebestuur zou kunnen en moeten zijn. Vervolgens heeft
er ook overleg plaatsgevonden, een tweetal keren zelfs. Dat
overleg heeft er medio dit jaar, afgerond in september dit
jaar, toe geleid dat er een brief van het College van Burge
meester en Wethouders en van ondergetekende als zelfstandig
bestuursorgaan naar het bestuur van de Vereniging Friesche
Elfsteden is gegaan, waarin uitdrukkelijk staat dat beide
organen het zeer toejuichen dat de finish daar zal plaatsvinden
en het ook door openbare ordemaatregelen van de burgemeester en
aanvullende maatregelen van het college, als uitvoerend orgaan
van de gemeenteraad, zeer wenselijk werd geacht de finishplaats
daar te houden en dat het uitvoeringstechnisch zeer wel moge
lijk werd geacht. Die brieven zijn naar het bestuur gegaan.
Twee weken geleden ben ik door de voorzitter van de vereniging
op de hoogte gesteld dat na ampele overweging men toch niet in
kon gaan op onze stellingname dat het wat ons betreft qua
openbare orde en aanvullende maatregelen mogelijk was, nog even
los van de uitdrukkelijk wens die ook in de brief is geventi
leerd. Het is zelfs zo geweest dat tijdens het tweede overleg,
want toen werd al ingebracht dat het misschien zo zou kunnen
zijn dat de ijsdikte het Elfstedenbestuur parten zou kunnen
gaan spelen en dat mag na vorig jaar nooit meer het geval zijn
vindt iedereen, zelfs het scenario is ontwikkeld: in principe
finishen in de Prinsentuin, maar als je dan moet twijfelen over
het doorgaan omdat de ijsdikte daar iets minder is, dan werd
als noodscenario toch de Bonkevaart ontwikkeld. Daarbij lag het
principe de Prinsentuin heel duidelijk voorop. In het telefoon
tje van twee weken geleden en in een gesprek dat ik vlak daarop
had met de heer Kroes, lag dat dus 180 graden anders. Men heeft
om ijsorganisatorische redenen het besluit niet genomen om dit
toch te gaan doen. Ik heb dat zeer betreurd, ook zaterdagmiddag
7