Mevrouw De Haan weth.)Een korte opmerking vooraf.
Ik herinner mij dat in de commissie een vraag is blijven liggen
waarvan ik had toegezegd daar nog even op terug te komen
voordat wij uiteindelijk tot besluitvorming overgaan. Die vraag
was: moeten wij in het besluit niet alleen formuleren dat wij
het Verdeelbesluit Fonds Additionele Werkgelegenheid opheffen,
maar moeten wij niet ook formuleren dat wij een reserve
additionele werkgelegenheid instellen? Daar hebben wij nog even
naar gekeken. Ons idee is dat dat niet hoeft. Waar het om gaat
bij deze raadsbrief is dat wij af willen van de dubbele
situatie waar wij in zaten, aan de ene kant een fonds met een
verdeelbesluit, aan de andere kant een aantal losse
begrotingsposten, zodat wij op het moment dat wij over het
verdeelbesluit praten in feite die posten allemaal al hadden
vastgesteld in de begroting, dat was dubbel. Om die reden
hebben wij gezegd dat wij daar van af wilden, wij gaan gewoon
met losse posten in de begroting werken en het resterende deel,
los van die posten, noemen wij dan niet meer fonds maar noemen
wij reserve. Dat sluit dan aan bij de nieuwe comptabiliteits-
voorschriftenDat is dus puur een kwestie van naamgeving en
niet het instellen van een nieuw soort reserve. Het gaat om
bestaande middelen waar een raadsbesluit aan ten grondslag
ligt, dus is het in dit geval een puur technisch verhaal. De
inhoudelijke discussie over hoe wij omgaan met die reserve, de
noodzaak daarvan, de hoogte daarvan, enz. komt zeer binnenkort
terug via de discussie fondsen en reserves. Hier gaat het puur
om naamgeving. Daar hoeven wij niet een apart besluit over te
nemen
De heer GrosDe vraag kwam van mij en ik ben blij met het
antwoord van de wethouder
De heer Meerdink: Mevrouw De Haan heeft mijn vraag ook
beantwoord
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 10 (bijlage nr. 5)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 11 (bijlage nr. 4)
De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot aanpassing van de
18
bezoldiging van ambtenaren van de burgerlijke stand.
De heer Jacobse: In de commissie hebben wij hier ook het woord
over gevoerd. Op zichzelf willen wij nu wel instemmen met deze
verhoging, maar bij ons is de vraag gerezen in hoeverre je het
fenomeen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in de
toekomst moet handhaven en in hoeverre je niet moet overwegen
of je dit soort activiteiten niet onderdeel moet laten zijn van
een reguliere functie. Ik zou graag van het college de
toezegging willen hebben dat zij daar eens naar kijkt.
De heer De Jong (weth.)Wij kunnen daar natuurlijk best naar
kijken, maar als je daarmee op voorhand weet dat je een flinke
kostenverhoging krijgen, dan wil ik nog wel eens kijken hoe er
verder mee omgegaan moet worden. Wat mij betreft gaan wij hier
nog eens even naar kijken en komen wij er in commissieverband
op terug
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van
de wethouder.
Punt 12 (bijlage nr. 7)
De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot wijziging van de
heffing voor de afgifte van een Europese identiteitskaart.
De heer Brok: Mijn fractie heeft in de Commissie Bestuur en
Middelen een voorbehoud gemaakt bij de behandeling van dit
voorstel. Ik heb ook getwijfeld bij de behandeling van dit
raadsvoorstel in de fractie. Ten eerste omdat de inhoud van de
raadsbrief onjuist is, namelijk er staat dat de Minister van
Binnenlandse Zaken het tarief landelijk heeft vastgesteld op
f 3 5,90, daarvan is echter geen sprake. De Minister van
Binnenlandse Zaken biedt de mogelijkheid om het bedrag van
f 35,90 te hanteren, maar de gemeente kan daar onder zitten.
Omdat het voorstel zoals dat in de commissie is behandeld niet
was onderbouwd, waarom die f 35,90 ook echt nodig zou zijn, en
tot op de dag van vandaag voor mij niet echt duidelijk is of
die f 35,90 wel nodig is, zal mijn fractie tegen dit voorstel
stemmen
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w., met de aantekening dat de WD-fractie
19