verwoord in een motie, welke luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op woensdag 22 januari 1997; behandelende de standpuntbepaling van G.S. inzake de Arhi- procedure spreekt uit dat de raad het besluit van G.S. om de Arhi- procedure af te breken ten zeerste afkeurt; dat dat besluit op geen enkele manier tegemoet komt aan alle uitgesproken en schriftelijk vastgelegde intenties van G.S. om de bestuurlijke armslag en de economische en ruimtelijke ontwikkeling van Leeuwarden en omliggend gebied te versterken; stemt van harte in met het standpunt dat B. en W. van Leeuwarden vandaag hebben ingenomen en met de daaraan verbonden acties; vraag het college er bij de Staatssecretaris van Binnen landse Zaken op aan te dringen alle argumenten die vanuit Leeuwarden zijn aangedragen voor uitbreiding van de bestuurlijke armslag van Leeuwarden kritisch te toetsen alvorens tot standpuntbepaling over te gaan." De motie is ondertekend door de heer Beers namens de PAL/GL- fractie, de heer Hoogeveen namens D66-fractie, de heer Brok namens de WD-fractie, de heer Stoker namens GPV/RPF/SGP- fractie en door mijzelf namens de PvdA-fractie(De Voorzitter De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Krol: Een extra raadsvergadering aangaande de stop zetting van de Arhi-procedureterecht, omdat het een zaak is van enig gewicht en nogal wat heftige reacties oproept. Burgemeester Apotheker is woedend en wethouder Timmermans boos, zo las ik in het Friesch Dagblad. Waar gaat het om en wat is er gebeurd, volgens de CDA-fractie. Het gaat nog steeds om de versterking van de positie van Leeuwarden, mede gelet op de toekomst en uitbreiding van werk gelegenheid; terugdringing van de werkloosheid zijn daarbij de sleutelwoorden. Wat er is gebeurd, is een uitspraak van een meerderheid van het College van Gedeputeerde Staten van Fries land dat herindeling wat hen betreft van de baan is. Niet ver wonderlijk en te verwachten, immers wanneer twee grote fracties in de Staten, CDA en PvdA, zich openlijk uitspreken tegen herindeling, dan is deze uitkomst bijna logisch te noemen. Hebben deze fracties daarmee voor hun beurt gesproken, zoals sommigen zeggen? Wij denken van niet, omdat daar waar de gemeente Leeuwarden nadrukkelijk voor en tijdens de Arhi- procedure zelf pleit voor herindeling, partijen zich gedwongen voelden een standpunt in te nemen, mede gelet op de commotie die hier en daar aanwezig was. Tactisch wellicht niet zo handig, maar dat geldt evenzeer voor de soms uitdagende stel- lingname van de gemeente Leeuwarden zelf. Na de aanvaarding van de WD-motie, ingediend door de heer Remkes, in de Tweede Kamer in december jl. was herindeling bijna alleen nog mogelijk op grond van ruimtegebrek. Het is daarom dat middels grenscorrecties Leeuwarden tot 2020 zonder 8 herindeling niet of nauwelijks problemen zal kennen. Dan hebben wij nog tijd de discussie te voeren, raadsbreed of de gewenste woningbouwontwikkeling zich inderdaad moet richten op de west kant. De CDA-fractie zou graag opnieuw die discussie aangaan of dat de juiste keus is. Overigens is het goed dat na lang wachten er eindelijk duide lijkheid is omtrent het standpunt van G.S., hoe je er ook over moge denken. Toch heeft de CDA-fractie ernstige kritiek op dat standpunt, namelijk dat G.S. is blijven steken bij de ruimte lijke argumentatie omtrent herindeling. Op zich gelet op die motie niet geheel onjuist, maar politiek veel te kort door de bocht. Want versterking van de positie van Leeuwarden is meer dan alleen een ruimte probleem, dat is ook het bewerkstelligen van een betere samenwerking tussen regiogemeenten onderling op basis van convenanten met een min of meer dwingend karakter, anders gezegd, samen met de voorzitter, een grootschalig ontwikkelingsplan. Ik verwijs dan kortheidshalve naar notities van zowel CDA als PvdA die onlangs zijn verschenen en die daar toe aanzetten hebben gegeven. Dat missen wij in het besluit van G.S. Dat had er ook in moeten staan. Dat is het missen van een kans voor open doel en dat betreuren wij zeer. Overigens vinden wij dat die positieverbetering van Leeuwarden, net als zoveel andere belangrijke zaken, veelal bij de heis deuren moet worden weggehaald. Ik denk met de burgemeester dan aan de knooppuntstatus en de discussie omtrent grootschalige industriegebieden. Dat valt te betreuren en dat zou eigenlijk anders moeten. Wij hebben begrip voor het feit dat het college kennelijk nu haar pijlen richt op de staatssecretaris en op Den Haag, hoewel het onze voorkeur meer zou hebben de inzet en de energie te steken in een betere samenwerking. Samenvattend, de uitspraak omtrent herindeling van het College van Gedeputeerde Staten was te verwachten en dus op zich niet zo verwonderlijk. G.S. heeft een kans gemist om de positiever sterking van Leeuwarden nog verder te ondersteunen middels uitspraken aangaande samenwerking op allerlei terreinen tussen regiogemeenten middels convenanten. Het zou verstandig zijn ook inzet en energie te steken in samenwerking omtrent een betere positie van Leeuwarden. De heer Hoogeveen: Vanavond een bijzondere raadsvergadering, spoedshalve bijeen geroepen. Dat geeft het grote belang aan van het moment waar wij nu staan. Het College van Gedeputeerde Staten maakt een historische vergissing. Een door G.S. zelf gestarte Arhi-procedure wordt gestaakt zonder enig perspectief op een echte oplossing van de aan het begin van die procedure geconstateerde problemen. Dat het College van G.S. op een zo belangrijk onderdeel van de Bestuurlijke Vernieuwing niet tot een unaniem standpunt komt en niet tot een helder besluit kan komen geeft te denken. Het geeft te denken over de kans van slagen van echte bestuurlijke vernieuwing in Friesland, het geeft ook te denken over de kansen van een regierol door die zelfde provincie die zo sterk toch door alle partijen in deze provincie gewenst wordt. Toch denken wij dat de reactie zoals door de burgemeester zojuist namens het college verwoord een 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 5