Er zijn nog een aantal vragen waar mijn fractie mee blijft
zitten
Hoe zit het nu met die versterkte regierol van de provincie?
Ook de voorzitter heeft daar al op gewezen.
Wat moeten wij nu met het convenant dat wij hebben afgesloten?
Waar blijkt nu echt uit de provincie Friesland het zo goed voor
heeft met de provinciale hoofdstad en trekker van de regionale
economie?
Het spreekt voor zich dat de WD-fractie de motie zoals die is
ingediend van harte ondersteunt en het spreekt ook voor zich
dat mijn fractie zich deze week nog zal richten tot onze WD-
fractie in de Eerste en Tweede Kamer en daar nogmaals onze
argumenten, waarom wij van mening zijn dat de procedure zoals
die tot dusverre is gevolgd in deze provincie onzorgvuldig te
noemen is, naar voren zal brengen. Wij hopen dat wij ook in de
nabije toekomst goed overleg kunnen blijven voeren met onze
Haagse WD en als dat dan met argumenten gebeurt, zoals door
het college zijn aangedragen, heb ik er alle vertrouwen in dat
op korte termijn deze discussie een nieuwe injectie krijgt.
De heer Beers: Van Tuskenspul, via Boppeslach naar misslag. Een
bjusterbaarlike misslag en inderdaad mijnheer Brok, de uit
drukking op z'n elf-en-dertigst is zelden zo toepasselijk
geleken als bij deze gelegenheid. Het had zo mooi kunnen zijn,
een provincie die het belang van haar hoofdstad niet alleen
beleid met mooie woorden over een regierol, maar ook met daden,
convenanten en steun voor een herindeling rond de hoofdstad.
Bij de eerste de beste gelegenheid om te regisseren, een
beslissende rol in het voordeel van Leeuwarden te spelen, laat
de provincie het afweten. Het had zo mooi kunnen zijn. De
PAL/GL-fractie stond achter de plannen van een hoofdstad die
uitbreidt langst bestaande infrastructuur, waarbinnen de
spoorlijn Harlingen-Leeuwarden en de toekomstige busbaan aan de
Harlingerstraatweg een belangrijke plek zullen krijgen. Een
uitbreiding waarbinnen bestaande voorzieningen in dorpen als
Deinum en Dronrijp gebruikt zouden kunnen worden. Een nieuwe
gemeente waarin mensen met een goed inkomen meebetalen aan
voorzieningen waarvan ze gebruik maken en dat niet laten
ophoesten door een bevolking waarvan een derde moet rondkomen
van een uitkering dan wel een minimum loon. Een gemeente waar
besluitvorming niet vertraagd wordt door behoudende krachten,
maar een daadkrachtig bestuur heeft dat slagvaardig belangrijke
beslissingen op het gebied van woningbouw, infrastructuur en
werkgelegenheid kan nemen.
Leeuwarden had een groenplan gecombineerd met solidariteit
tussen verschillende inkomensgroepen, gecombineerd met een
gezonde bestuurlijke cultuur. G.S. vindt dat het niet zo mooi
mag zijn. Een stapel van argumenten van de kant van Leeuwarden
is gestuit op een simpel 'voor ons hoeft het niet' (van het
College van G.S.), van verschillende statenfracties en van de
gemeenten Leeuwarderadeel en MenaldumadeelDe overige gemeen
ten houden zich de laatste tijd opvallend stil. Het gebrek aan
argumenten is stuitend. Gaat het in de politiek niet meer om
argumenten, om keuzes, om discussiëren en om het nemen van
besluiten? Deze houding is een College van G.S. onwaardig. Er
12
is op het Provinsjehüs een diepgewortelde cultuur van horen,
zien en zwijgen en niet alleen op dit terrein. Onprofessioneel
en a-politiek. Want als het niet meer om argumenten, maar om
sentimenten gaat, dan zijn wij terug bij af. Een provincie met
weerstand tegen haar hoofdstad, dan is er sprake van één stap
vooruit en twee stappen achteruit beleid. Wij dachten dat
Willem Verf de enige nostalgische figuur in de Provinciale
Staten was, maar de invloed van Grien Links blijkt verder te
gaan dan wij ooit hadden kunnen vermoeden. Het had zo mooi
kunnen zijn. Maar als wij vooruit kijken, doemen enkele ern
stige consequenties op. De keuze van de provincie voor twee
economische ontwikkelingszones staat op deze wijze onder druk.
De Westergozone had met de ontwikkeling van de woongebieden bij
Deinum en Dronrijp een belangrijke impuls gekregen, nu lijken
wij door het besluit van G.S. in zuidelijke richting te worden
gedwongen. Als die zuidelijke richting dan onze toekomst is,
lijkt het er op dat wij moeten aansluiten en daarop moeten
insteken. Aansluiting zoeken bij de ontwikkelingszone langs de
Al. Dit zal consequenties hebben voor de bedrijventerreinen die
wij gedacht hadden aan de westkant van de stad, evenals de
plannen voor de grootschalige en perifere detailhandel. Als
G.S. geen alternatief aandraagt, dan behouden wij ons het recht
voor om te zeggen dat de files tussen Stiens en Leeuwarden
veroorzaakt worden door inwoners van Leeuwarderadeel en dat
Leeuwarderadeel dan ook maar een oplossing moet zoeken, hetzij
een groter aandeel in de aanleg van de busbaan voor Stienzer
buspassagiers moet betalen. Want het lijkt mij dat wij onze
middelen dan zullen moeten steken in de ontwikkeling van de
zuidkant. Het slaat het fundament weg onder de ruimtelijke
plannen van Leeuwarden. Goede doordachte plannen die PAL/GL
niet over boord wil zetten. Wij staan nog steeds achter een
westelijke ontwikkeling van Leeuwarden en wij blijven daar aan
vasthouden
Naast de werkelijkheid van de CDA-fractie is er de feitelijke
werkelijkheid. Ik heb het eerder gezegd en ik zeg het weer,
deze discussie is niet gestart door Leeuwarden. De Werkgroep
Bestuurlijke Vernieuwing heeft herindeling geopperd, de Staats
secretaris van Binnenlandse Zaken heeft G.S. om een Arhi-
onderzoek gevraagd en G.S. heeft daar in toegestemd. Leeuwarden
heeft binnen de door anderen gestelde regels argumenten aange
dragen en uiteindelijk een standpunt ingenomen. Anderen hebben
gebriest en geblazen, maar faalden in het aandragen van argu
menten. De statenfracties namen een besluit zonder dat hun
eigen College van G.S. hen daar om had gevraagd, politiek
bestuurlijk broddelwerk. Ze hebben Leeuwarden verketterd om
haar opstelling, maar wij kunnen stellen dat de gemeente
Leeuwarden als enige partij vanaf het begin heldere ter zake
doende argumenten heeft aangedragen, uitmondend in Boppeslach
en een helder eenduidig besluit heeft genomen met ruimte voor
de toekomst en nooit voor haar beurt heeft gepraat. Daarom is
het goed dat het college een brief naar de staatssecretaris
heeft gestuurd. Wij willen dat middels de motie, die zojuist is
ingediend door mevrouw Waanders, ondersteunen. Wij hopen te
vernemen van ons college op welke wijze de staatssecretaris
haar invloed nog kan aanwenden. Kan zij nog een oordeel vellen
over de gang van zaken op dit moment? Kan zij de Tweede Kamer
13