Blad 20 Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997 beetje van dan maken wij aan het eind een andere afweging, maar wij bedoelen wel hetzelfde. Wij hebben gewezen op een haak om Leeuwarden, op de noordwest-tangentDe wethouder heeft dat weerlegd met te zeggen dat dat niet zoveel op lost. Nee, het gaat ons om de ontlasting van de Troelstra- weg. Het college doet dat door middel van een stukje bus baan. Wij zeggen dat je dat moet bereiken door dat pakket aan maatregelen en uiteindelijk ook drastische maatregelen, maar die zullen er vandaag of morgen toch moeten komen. Dan heeft mevrouw Van Ulzen een brief te voorschijn laten halen. Zij wist daar kennelijk van, want de wethouder heeft hem prompt voorgelezen. Het is natuurlijk een eigenaardig verschijnsel dat als in de commissie een uitvoerige behan deling plaatsvindt en dan blijkt bij de raadsvergadering dat er nog bepaalde informatie te geven isIk had het toch wel netjes gevonden dat wij dat van tevoren wisten. Ik denk dat het antwoord van het college is dat dit puur op uitvoe ring is gericht. Maar toch in de openheid, zoals het colle ge met de raad omgaat en ook omdat het om informatie gaat en het ook om een behoorlijk bedrag gaat, was het correcter geweest die brief erbij te betrekken. Wij hebben gesteld dat het vanwege de totale financiën nogal een drastische maatregel is, waarvan wij zeggen dat de afweging op dit mo ment negatief is. Nu blijkt dat er nog een bedrag meer mee gemoeid is Maar als mevrouw Van Ulzen dan zegt dat zij benieuwd is wat de andere partijen er van zeggen, dan kan dat pas als er een motie ligt, als zij ten minste de termen gebruikt van niet elegant. Dan pas kan de raad daar een uitspraak over doen. Wij wachten af wat de WD-fractie doet. Mevrouw Van Ulzen: Ik ben echt geschokt dat in feite het geld dat nu boven tafel komt van die nutsbedrijven niet eens bij die f 11 miljoen inbegrepen is, wij zitten dus op f 15 miljoen. En f 1 miljoen schadeclaims die je van tevoren nog niet kunt bekijken, dat laatste begrijp ik, dan zitten we op f 16 miljoen, f 16 miljoen voor een illusie om mensen de bus in te jagen die niet willen, ik vind dat ongelooflijk. Als je dat over het aantal Leeuwarder huishoudingen uitre kent, dan is dat voor iemand met een klein inkomen een aar dig bedrag. Ik vind, nadat de wethouder het bedrag heeft toegegeven van de nutsbedrijven dat nog boven tafel komt, dat er een ondegelijke kosten-baten-analyse aan ten grond slag ligt. Dat het niet doen ook geld kost, is onvoldoende. Daar komt nog bij dat de wethouder zegt dat als het duurder wordt, Leeuwarden het gat niet gaat vullen. Ik wil de wet houder vragen wie dat gat dan wel gaat vullen. Blad 21 Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997 De heer Ten Hoeve: Om op dit laatste punt in te gaan, ik ben wat geschokt over de manier waarop mevrouw Van Ulzen met dit punt wegloopt, want bij alle voorstellen die wij hebben tot wegenaanleg en het verplaatsen van nutsleidingen speelt dit soort dingen. Nu hebben een aantal nutsbedrijven gedacht dit eens even te proberen, maar zij hebben natuur lijk geen schijn van kans. De spinsels dat het de burgers zoveel geld kost, zijn er op geen enkele manier. Het enige wat het kan betekenen is dat de raad een gevoel uitstraalt naar nutsbedrijven dat zij dit bij alle projecten die wij in de stad hebben toepassen. Een regeling die gemaakt is dat nutsbedrijven geen precariorechten betalen, maar dat zij de leidingen moeten verleggen. Wij zouden een handvat geven om juist die burgers daar wel voor te laten betalen. Het mag natuurlijk nooit de positie van een raad zijn dit soort dingen te gaan bepleiten. Het doet op zich niets ter zake, want het is een zeepbel. Mevrouw Van Ulzen: Het is geen zeepbel, want ik wist de bedragen niet, maar ik wist wel dat ongeveer in die brief gestaan schijnt te hebben dat het voor het eerst is dat van de nutsbedrijven een derge lijk bedrag gevraagd wordt. Het bedrag staat in geen enkele redelijke relatie tot het project waar het over gaat. Er zijn natuurlijk afspraken, maar die afspraken zijn altijd bedoeld in het redelijke en ik vind dit persoonlijk niet meer redelijk en de nutsbedrijven kennelijk ook niet.) (De heer Bilker: Zo langzamerhand vind ik het een vreemde dis cussie worden. Er is eerst sprake van geen brief, dan in eens wel en nu gaan partijen over die brief discussiëren. Ze kennen de inhoud beter dan de wethouder zojuist voorlas. Er is kennelijk bij sommige fracties meer informatie dan bij ons. Ten tweede, waarom leggen de fractie die zulke forse uitspraken doen dat niet vast, dan kunnen wij daar ook een uitspraak over doen.) De wethouder heeft aangegeven dat die brief er is en dat dit een problematiek is die bij alle projecten speelt. (De heer Bilker: Ik heb het nu over dat de brief ineens deel gaat uitmaken van de discussie, terwijl ik zei dat het op de uitvoering gericht is, maar men gaat toch discussiëren. De heer Timmermans (weth.)Ik stel voor dat wij deze ge- dachtenwisseling beëindigen en dat het college, tenzij een van de andere raadsfracties het woord nog wil voeren, zijn reactie geeft. Mevrouw Inberg heeft gelijk dat het natuurlijk geen doel kan zijn om zoveel mogelijk busbanen aan te leggen. In ie dere situatie zullen wij moeten afwegen wat het maatschap pelijke nut is van de aanleg van een busbaan ten opzichte van de nadelen die daar aan verbonden kunnen zijn. Want het mag helder zijn, ook uit het debat van vanavond, dat daar verschillend tegen aan gekeken wordt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 11