Blad 22 Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997 De heer Bilker constateert dat de busbaan niet onmiddellijk leidt tot een ontlasting van de Troelstraweg. Dat is ook niet wat het college heeft aangegeven. Het is alleen het toekomstig voorkomen van nog meer problemen. Hij legt de discussie naar een integrale afweging enz. De nadelen daar van zijn, ten eerste dat naar de stellige overtuiging van de betrokken overheden dat geen ander antwoord zal geven, namelijk dat deze busbaan altijd nodig zal zijn voor diege nen die vanuit Stiens, Holwerd en andere plaatsen Leeuwar den als eindbestemming hebben; ten tweede, het reserveren van met name De Boer-middelen voor deze weg is geen garan tie dat die middelen straks nog beschikbaar zijn. Ik zou er ook het punt van uitvoering aan willen koppelen. Men heeft in de krant kunnen lezen dat naar aanleiding van het kranteverslag van de discussie in de commissie, de nutsbedrijven hebben aangegrepen om eens te kijken of er voor hen geen opening was om een oud punt - want dat is het natuurlijk - weer ter discussie te stellen. Het college heeft een brief gekregen na de commissievergadering, een brief gericht aan het college, met een aantal praktische punten, ik heb die genoemd, daar heeft het college ook ge woon op gereageerd, en het punt of het kan zijn dat nutsbe drijven alsnog tegemoet gekomen kan worden in financiële zin. Daarvan heeft het college gezegd dat dit niet aan de orde kan zijn. De heer Ten Hoeve heeft dat ook naar voren gebracht. Er is geen enkele aanleiding in het belang van de burgers van Leeuwarden om de moeizaam bevochten overeen komst met een aantal nutsbedrijven in het nabije verleden, waarbij de raad ook nadrukkelijk betrokken is geweest in de Commissie Stadsbeheer, ter discissie te stellen. De raad wist en weet dat bij alle civiel-technische werken deze gang van zaken aan de orde is en dat het volstrekt onge bruikelijk is om de kosten daarvan in de ramingen op te ne men. Het is dan wat merkwaardig om daar nu plotseling mee naar voren te komen. Voor zover mij bekend was alleen het college van deze prak tische brief op de hoogte. Uit de woorden van mevrouw Van Ulzen begrijp ik dat zij ook al kennis had genomen van de brief. Daar neem ik dan weer kennis van. Wie gaat het gat vullen? Als er al sprake zou zijn van een gat dan mag duidelijk zijn dat wanneer er in goed overleg tussen alle betrokken partijen sprake is van een wenselijk heid c.q. noodzaak om tot een uitbreiding van het krediet te komen, dat wij daar uiteraard gewoon mee terug komen bij de raad, waarbij ik er vanuit ga dat de verdeelsleutel zo als die nu is gehanteerd daar bij van toepassing zal blij ven. (Mevrouw Van ülzen: Dit is toch anders dan de wethou der in de commissie heeft gezegd.Dit is helemaal niet an ders dan ik in de commissie heb gezegd. Ik heb straks al Blad 23 Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997 geantwoord hoe mijn opmerking over geen cent meer moet wor den geïnterpreteerd. Ik heb gezegd, dat als andere gemeen ten of de provincie of het rijk menen zijn of haar aandeel te moeten wijzigen, dan is Leeuwarden niet bereid om één cent meer te betalen om dat gat te vullen. Dat is gezegd. Ik constateer gelukkig dat een aantal raadsleden dat beves tigt. Dat is wat anders dan wat hier nu naar voren wordt gebracht Ik denk dat ik hiermee de beantwoording in tweede instantie kan beëindigen. Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de leden van de CDA-fractie, de WD-fractie met uitzondering van de wethouder en de NLP-fractie geacht willen worden te hebben tegengestemd. Punt 8 (bijlage nr. 22) De Voorzitter: Aan de orde is Verwerving en vervreemding diverse onroerende zaken. Mevrouw Van Ulzen: Het moge duidelijk zijn dat wij geacht willen worden tegen punt 8, de ruiling, te hebben gestemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD- fractie, met uitzondering van de wethouder, geacht wil wor den tegen punt 8 te hebben gestemd. Punt 9, 10 en 11 (bijlage nrs. 25, 26 en 27). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 12 (bijlage nr. 2 9) De Voorzitter: Aan de orde is Opstarten van het gemeente lijk kringloopbedrijf Estafette.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 12