Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997
De heer De Beer: Na de uitgebreide discussie in de commis
sie blijven er voor ons nog enkele punten over.
Dat is in de eerste plaats de optimistische cijfers van de
meerjarenbegroting. Cijfers gebaseerd op ramingen blijven
natuurlijk altijd discutabel. Wij gaan er vanuit dat deze
cijfers, gebaseerd op ervaringen elders, alleszins redelijk
zijn.
Het tweede punt is de huisvesting vanaf 1999 in het pand
aan de Jachthavenlaan. De WD-fractie legt zich nu nog niet
vast wat betreft deze locatie en wil eerst ook nog andere
mogelijkheden in de commissie bespreken.
Een derde punt is het inschakelen van de werknemers van
RTO
Op bladzijde 44 van het bedrijfsplan, onder punt 7.2.2,
staat in zeer vage bewoordingen iets over de consequenties
voor het personeel van RTO. Mijn fractie vindt dat hier
meer aandacht aan besteed moet worden, ook rekening houden
de met gedane toezeggingen.
Het moge duidelijk zijn dat wijrekening houdende met deze
opmerking, akkoord gaan met dit voorstel.
De heer Jacobs*: Naar aanleiding van de behandeling in de
commissie hebben wij de dienst eerst schriftelijk en daarna
mondeling nog een aantal vragen gesteld. Wij hebben name
lijk grote moeite met het in het bedrijfsplan weergegeven
financieel verhaal. Hoewel onderdeel van RTO worden er geen
overheadkosten gerekend. Als verklaring geeft de directeur
van de dienst Stadsbeheer dat het beroep op de overhead van
de dienst beperkt zal zijn en derhalve niet toegerekend.
Mijn fractie zou graag van de wethouder Financiën willen
vernemen sinds wanneer de mate waarin men gebruik maakt van
de overhead de enige factor is voor berekening van de over
headkosten. Naar mijn informatie zijn deze mede afhankelijk
van de omvang en automatisering van de werkplek en de hoe
veelheid personen. Op de expliciete vraag hoe groot deze
overheadkosten zouden moeten zijn, geeft de directeur geen
antwoord. Informatie van lagere ambtenaren levert het be
drag, zoals vermeld in onze financiële vertaling van het
voorstel, uiteraard bij benadering. Wij hebben de minimum
variant genomen. In ieder geval is in dit voorstel sprake
van een verborgen subsidie.
De opmerking dat men nauwelijks gebruik zou maken van de
overhead verhoudt zich bijvoorbeeld ook niet met het ant
woord op onze vraag rond de omvang van de post Marketing,
die volgens ons veel te laag is. De directeur antwoordt
daarop dat dit kan, omdat er aangesloten wordt bij bestaan
de gemeentelijke structuren en mogelijkheden tot marketing
en promotie. Hoezo overhead! Ook hier is volgens ons sprake
van of verborgen subsidie of je rekent overheadkosten.
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997
Het bedrijfsplan gaat uit van ongeveer 23 formatie-eenheden
via regelingen als Melkert-1 tegen een prijs van totaal
f 78.000,-. Het betreft hier een zogenaamde rendabele sec
tor van de dienst, ofte wel een semi-commerciëleVoor geen
enkel bedrijf in de marktsector is het toegestaan dat zij
structureel gebruik maakt van zwaar gesubsidieerde banen
als Melkert-1. Wellicht in een aanvangsfase, voor één a
twee jaar Melkert-2, maar daarna zou het bedrijf zelf voor
de financiering van de arbeidsplaats moeten zorgen. Het
gaat hier structureel om ruim 20 zwaar gesubsidieerde Mel
kert-1 banen. Als de regeling komt te vervallen, valt de
hele financiële basis onder het bedrijf weg. Hetzelfde
geldt als het bedrijf, bijvoorbeeld in het kader van de
verzelfstandiging van Stadsbeheer, naar de private commer
ciële sector gaat waar Melkert-1 niet is toegestaan. Kortom
op termijn worden grote financiële risico's gelopen. Het
verschijnsel dat wij subsidie geven aan inzamelaars die er
voor zorgen dat er minder afvalstoffen via het huishoude
lijk afval worden aangeboden, is op zich niet nieuw. Wij
doen dat bijvoorbeeld ook met het oud papier. Echter, wij
compenseren nergens voor 100% en commerciële inzamelaars
zijn hier van uitgesloten. Wij vragen ons ernstig af in
hoeverre het college op grond van het gelijkheidsbeginsel -
de heer Meerdink had het daarnet over in een ander verband
- nog derden kan weigeren als zij op deze gronden ook sub
sidie vragen.
Ik kom nu aan de principiële kant van de zaak.
Er is een minimabeleid geformuleerd. Het opzetten van een
supermarkt met gebruik making van Melkert-1 banen en mee
laten profiteren van de gemeentelijke promotiekanalen en
andere faciliteiten kan in zo'n supermarkt leiden tot con
sumentenprijzen die de koopkracht van de minima aanzienlijk
zouden verbeteren. Ondanks het feit dat dit gemeentelijk
beleid zal realiseren, zal iedereen het idiote van zo'n
voorstel inzien. Mijn fractie ziet het principieel verschil
niet tussen zo'n supermarkt en deze zaak in tweedehands
meer duurzame goederen. Het feit dat het hier milieubeleid
betreft maakt niet alles goed, het doel heiligt niet alle
middelen. Ook wij willen de wegwerpmaatschappij bestrijden,
ook wij willen het hergebruik van goederen stimuleren, net
zoals wij de koopkracht van de minima willen verbeteren,
maar niet op deze manier. Als de particuliere sector een
handje geholpen moet worden, oké; startsubsidie, Melkert-2
akkoord. Ieder bedrijf kan dit krijgen, als zij het wat
handig speelt. Maar dit voorstel vraagt structureel grote
offers van de samenleving, terwijl het ook nog eens tot
concurrentievervalsing leidt voor bedrijven die reeds in
deze stad in deze sector werkzaam zijn.
Het meest verbaasd zijn wij over de conclusie dat het op
termijn leidt tot verlaging van de lasten voor de burger.
Volgens de berekening ontvangt de burger tot het jaar 2003